De vogelgriep is in de Verenigde Staten al rond de jaarwisseling op koeien overgesprongen, terwijl pas in maart de eerste zieke koe werd getest. Hoe groot de uitbraak is, is nog altijd niet duidelijk. Doet de Amerikaanse overheid genoeg om verspreiding te voorkomen? En is er wel voldoende zicht op het virus?
Het risico bestaat dat het H5N1-virus ook rundvee buiten de VS zal bereiken, waarschuwde de Wereldgezondheidsorganisatie dinsdag. Als trekvogels het virus uit koeien oppikken, wordt het verder verspreid en kunnen ook koeien in andere landen geïnfecteerd raken, zei Wenqing Zhang, hoofd van het griepprogramma van de WHO.
De zeer ziekmakende vogelgriepvariant H5N1 velt inmiddels tot aan Antarctica wilde vogels en zoogdieren. Eind maart dook het virus voor het eerst op bij herkauwers, op boerderijen in Texas, Kansas en New Mexico. Een raadsel, volgens virologen, en zouden mogelijk elders gevallen zijn gemist? Sindsdien is de virusstam 2.3.4.4b op 36 bedrijven in negen Amerikaanse staten gevonden en bleek één medewerker op een melkveebedrijf in Texas het virus bij zich te dragen. Deze persoon, die positief testte, kreeg er overigens alleen rode ogen van.
Virologen maken zich zorgen over de weinig doortastende aanpak van de Amerikaanse overheid. Om goed te begrijpen hoe het virus zich onder herkauwers verspreidt, moet het op de voet worden gevolgd in dieren, mensen, vlees, melk en in rioolwater. Maar tot nu toe zijn er weinig testgegevens en wat er is, wordt maar mondjesmaat naar buiten gebracht. Brononderzoek is bovendien lastig, omdat de toegang tot boerderijen vaak belemmerd wordt, schreef de Amerikaanse viroloog Rick Bright deze week op X. „Zolang we niet weten waar en hoe het virus is begonnen, kan weinig voorkomen dat het nog een keer gebeurt.” Eerder zei hij al voorlopig geen melk te drinken.
Langzaam beginnen de Amerikaanse autoriteiten de maatregelen op te schroeven. Melkkoeien mogen sinds maandag niet meer zonder negatieve test naar andere staten getransporteerd worden, behalve als ze daar naar de slacht gaan. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) zegt dat alle karkassen geïnspecteerd worden voordat ze verwerkt worden, hoewel dat niet betekent dat ze allemaal op vogelgriep worden getest.
In de staten waar koeien positief getest zijn, is het onderzoek inmiddels uitgebreid naar gehakt – als uitgemolken koeien naar de slacht gaan, eindigen ze meestal als gehakt. Bij slachterijen nemen inspecteurs ook monsters, maar dan alleen als de dieren afkomstig zijn van boerderijen waar al op vogelgriep getest werd.
Vorige week bleek bij een slachterij het virus in de longen van een koe te zitten, zonder dat het dier typische (vogel)griepsymptomen had gehad, zoals een lagere melkproductie, minder eetlust, koorts of afwijkende mest. De melk van besmette koeien kan geler, dikker en romiger zijn dan normaal, maar bij koeien die niet ziek worden van het virus is aan de melk vaak niets te zien. Dat wakkert de vrees aan dat veel meer koeien het virus bij zich dragen, zonder dat boeren of inspecteurs dat opmerken.
Het ministerie van Landbouw geeft telkens twee boodschappen: Amerikaanse producten zijn veilig én we gaan ze testen. Hoewel het ministerie blijft benadrukken dat Amerikaanse melk- en vleesproducten geschikt zijn voor consumptie, laat het ook onderzoeken wat er met het virus gebeurt bij bereiding op verschillende temperaturen.
In een gehaktsteekproef van dertig verpakkingen zijn vooralsnog geen virusdeeltjes gevonden. Er bleek wel genetisch materiaal van het virus – geen levend virus – in gepasteuriseerde melk te zitten. In 20 procent van de melk uit Amerikaanse supermarkten – bijna driehonderd monsters uit 38 staten – zijn virusdeeltjes aangetroffen.
De Amerikaanse voedselautoriteit (FDA) was er snel bij om te laten weten dat kweek op eieren liet zien dat er geen levend virus meer in de positief geteste melk zit. En in babymelk(poeder) zagen laboranten het helemaal niet. Het advies was sowieso al om alleen gepasteuriseerde melk te drinken, en geen rauwe melk. Pasteuriseren – enige tijd verhitten op minimaal 63 graden Celsius – zou voldoende moeten zijn om virussen te doden.
Verder verspreid
Of dit alles de zorgen van critici wegneemt, is de vraag. Eerder het omgekeerde, blijkt uit de reacties op de positieve melktesten. Als in zoveel melk genetisch materiaal van het virus zit, is de uitbraak waarschijnlijk verder verspreid dan uit de officiële cijfers valt af te leiden. Nog een zorg: onderliggende data die onderbouwen dat de melk veilig is, zijn niet beschikbaar, schreef het wetenschappelijk tijdschrift Science afgelopen week. Niet iedereen vertrouwt erop dat bij de gebruikelijke wijze van pasteuriseren (15 of 20 seconden op 72 graden Celsius) alle virussen doodgaan.
De overheid probeert niet alleen burgers te beschermen, maar ook de industrie, concludeert een veearts in het Science-artikel. Om te voorkomen dat consumenten, bang voor besmetting, melk en vlees laten liggen. Colombia, dat jaarlijks zo’n zesduizend ton Amerikaans rundvlees importeert, heeft sinds twee weken als eerste land importrestricties voor vers en bevroren rundvlees uit de besmette staten.
Lees ook
Wat betekent de vogelgriep voor Antarctica?
De autoriteiten delen op alle fronten te weinig data, vinden wetenschappers, en dat bemoeilijkt het onderzoek en een goede aanpak, ook internationaal. Zo meldde The New York Times dat het ministerie lang onder de radar hield dat koeien elkaar kunnen besmetten en dat de dieren ook zonder zichtbare ziekteverschijnselen geïnfecteerd kunnen zijn.
Het is voor de instanties overigens ook lastig om hier zicht op te krijgen, omdat koeien zonder symptomen lang niet werden getest. Pas laat in april werd bekend dat boeren ook een vergoeding konden krijgen om koeien zonder zichtbare ziekteverschijnselen te laten testen. En nog steeds zijn boeren niet verplicht om te testen, ook niet bij koeien mét symptomen. Tegelijkertijd zijn bij metingen in het rioolwater in Texas ook genetische sporen van het vogelgriepvirus gedetecteerd. Nog een argument om breder te testen.
In Arizona maakten wetenschappers aannemelijk dat er veel meer boerderijen zijn dan de 36 bedrijven waar nu positief getest is, en dat het virus al veel eerder naar koeien moet zijn overgesprongen. Op 21 april, na de aanhoudende klachten over gebrek aan transparantie, gaf het ministerie van Landbouw wat snippers ruwe genetische virusgegevens vrij.
Evolutionair bioloog Michael Worobey van de University of Arizona maakte een genetische stamboom waaruit hij opvallende conclusies kon trekken: het virus moet al in december of januari naar koeien zijn overgesprongen, maanden voordat de eerste ziekteverschijnselen werden opgemerkt. Dat zou betekenen dat het virus veel wijder verspreid is dan nu bekend is. „De dikkere melk zagen ze al in februari, het is een gemiste kans dat niet al weken eerder is getest”, zei Worobey gisteren tegen de BBC. „En data kunnen sneller gedeeld worden.”
Een tweede conclusie, op basis van die beperkte data, is dat de sprong van vogel naar koe waarschijnlijk maar één keer heeft plaatsgevonden. Dat zou ten minste één geruststelling zijn, omdat het laat zien dat de overdracht naar koeien een zeldzaam toeval was. Opmerkelijk is ook dat de menselijke besmetting anders lijkt dan die nu bij koeien wordt aangetroffen. Dat zou dan een oude, uitgedoofde viruslijn kunnen zijn.
Veetransport kan een belangrijke oorzaak zijn van verspreiding, blijkt uit een analyse van USDA-onderzoekers, waarin bovendien staat dat koeien wel twee of drie weken besmettelijk kunnen zijn. Hoe dan ook kan het virus op verschillende manieren overspringen: van vogel op koe, koe op koe, koe op kip, en in één bewezen geval dus van koe op mens. Van de katten die op een boerderij in Texas rauwe melk dronken van besmette koeien ging de helft dood. Besmetting van mens op mens is bij deze uitbraak van de vogelgriep nog niet gezien.
Omdat het virus zo duidelijk is terug te vinden in melk en uiers, is de aanname dat de overdracht van het virus gebeurt tijdens het melken, via besmette apparaten of via druppeltjes in de lucht tijdens het schoonmaken – hoewel dat allemaal nog speculaties zijn.
Duidelijk is wel dat arbeidsmigranten dan het grootste risico lopen op besmetting. Zij hebben op de grootschalige Amerikaanse veehouderijen, met vaak duizenden koeien, het meeste direct contact met de dieren. Maar ongedocumenteerde arbeidsmigranten zullen zich niet snel melden om zich te laten testen. Er zouden pas ongeveer 25 mensen getest zijn.
Menselijke pandemie
De ongerustheid is niet voor niets zo groot. Bij elke zoogdierbesmetting kan het virus muteren en besmettelijker worden. Dat maakt het gevaar voor het ontstaan van een menselijke pandemie groter. Overigens is dat risico extra groot bij varkens omdat in die dieren vogelgriep en mensenvirussen kunnen mengen. Ook op die manier kan relatief makkelijk een gevaarlijker variant ontstaan.
Wat een goede risico-inschatting in de VS lastig maakt is dat de exacte herkomst van het bij de mens gevonden virus niet bekend is. Daardoor is volgens experts moeilijk te zeggen hoe representatief de tot nu toe bekende virussen zijn voor wat er mogelijk nog meer rondwaart, mogelijk ook onder mensen.
De oproep aan de overheid is dan ook om veel uitgebreider te testen, niet alleen bij koeien, maar ook bij varkens. En juist ook in staten waar nog geen gevallen van vogelgriep bij melkvee bekend zijn. Het Witte Huis heeft weliswaar een ‘immediate response team’ gelanceerd, maar intussen zijn er ook staten, zoals Indiana, die niet op federale maatregelen willen wachten en zelf alvast begonnen zijn met testen.
Wenqing Zhang, de WHO-vertegenwoordiger, reageerde deze week ook op de kritiek dat de Amerikaanse autoriteiten niet transparant genoeg zijn. De WHO krijgt regelmatig de laatste stand van zaken door en kreeg ook al vroeg de genetisch code van het aangetroffen virus, zei ze. „We worden voldoende geïnformeerd om maatregelen voor te bereiden.”