Hoekstra werd nooit de verlosser van het CDA

Profiel

Vertrek CDA-leider Wopke Hoekstra werd gesmeekt om politiek leider van het CDA te worden. Na 2,5 jaar is bijna iedereen in de partij blij dat hij vertrekt.

Wopke Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken, en Eric van der Burg, staatssecretaris Asiel en Migratie, nadat het kabinet is gevallen.
Wopke Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken, en Eric van der Burg, staatssecretaris Asiel en Migratie, nadat het kabinet is gevallen. Foto Bart Maat/ANP

Wopke Hoekstra heeft eerder op de dag zijn vertrek aangekondigd, maar in de grote zaal van de Tweede Kamer begint maandag geen van de fractievoorzitters erover. In het debat over de val van het kabinet-Rutte IV wil de een na de ander wel graag iets zeggen over demissionair premier Mark Rutte – die ’s ochtends had gezegd dat hij niet terug wil keren als lijsttrekker voor de VVD. En ook over CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma, die na de verkiezingen stopt. Bij de aardige woorden die aan de twee zijn gericht klinkt soms geroffel op bankjes, er wordt door Kamerleden geklapt, gelachen.

Het debat is al bijna vijf uur bezig als Mark Rutte het woord krijgt. Hij begint, als eerste, wel over Hoekstra, die hij een „zeer dierbare collega in het kabinet” noemt en „een man van groot statuur en internationaal groot aanzien”. In de zaal wordt er nauwelijks op gereageerd.

Die ochtend hadden de landelijk bestuursleden van het CDA al om zeven uur een videovergadering gehad, De Telegraaf voor hun neus. Ze waren opgelucht geweest. Hoekstra had het in de krant netjes gehouden, niet om zich heen geslagen. Vooraf had niemand dat met zekerheid durven voorspellen.

Videovergadering

Zondagavond, tegen tien uur. Eerder op de avond heeft Wopke Hoekstra, politiek leider van het CDA, leden van het landelijk bestuur gevraagd of hij ze kan spreken. Er wordt een videovergadering belegd. Het gesprek duurt niet lang. Hoekstra zegt dat er veel is gebeurd, dat hij al sinds Kerst nadenkt over zijn toekomst, dat hij toen al heeft besloten niet nog een keer de partij te willen leiden in de campagne en na de Tweede Kamerverkiezingen. En ook dat hij een interview aan De Telegraaf heeft gegeven.

Tegen de tijd dat hij het aan zijn partijgenoten vertelt, gaat de krant naar de drukker. Pas daarna belt Hoekstra met fractievoorzitter Pieter Heerma.

Twee dagen eerder, op vrijdagavond, is het kabinet-Rutte IV van VVD, D66, CDA en ChristenUnie gevallen. De partijvoorzitter van het CDA, Hans Huibers, heeft sindsdien meerdere pogingen ondernomen om met de politiek leider van zijn partij in contact te komen om te overleggen. De twee praten al een tijdje niet meer echt met elkaar. Anderen zien hoe Hoekstra Huibers vooral lijkt te willen ontwijken. Hoekstra weet dat er al lange tijd kritiek op hem wordt geuit door de partijtop, dat ze aan hem twijfelen als politiek leider. Het wordt allang niet meer alleen achter zijn rug om gezegd.

De hoop van het CDA in Wopke Hoekstra als verlosser is na tweeënhalf jaar vervlogen. Dat weet hij ook.

Alternatief voor Mark Rutte

Wopke Hoekstra lijkt nooit te zijn gaan houden van de baan die hij naar eigen zeggen ook nooit wilde. In 2020, toen hij de kans kreeg om zich te kandideren en verzekerd was van veel steun in het CDA, weigerde hij aanvankelijk. Hij was er niet geschikt voor, zei hij, hij vond zichzelf „meer bestuurder dan een beroepspoliticus”.

Op stel en sprong werd daarna een interne lijsttrekkersverkiezing georganiseerd. Hugo de Jonge, die bereid was geweest een stap opzij te zetten voor Hoekstra, werd door het bestuur gevraagd zich alsnog te kandideren. Meteen daarna vormde zich een rij met tegenkandidaten: Martijn van Helvert, Mona Keijzer, Pieter Omtzigt. Er is niemand in het CDA die met plezier op die verkiezing terugkijkt.

Hugo de Jonge won, maar vier maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen besloot hij na interne druk het lijsttrekkerschap niet langer te combineren met zijn ministerschap, midden in coronatijd. Het CDA deed een klemmend beroep op Hoekstra, en dat hij ermee instemde werd ervaren als een overwinning. Hij werd gezien als de redder van de partij, een serieus alternatief voor Mark Rutte.

Bevriende ondernemers

En dus werd het gedoogd toen hij het toenmalige campagneteam van de partij opzij schoof en eigen, bevriende ondernemers liet meedenken. En ook toen hij de titel van het verkiezingsprogramma veranderde in ‘Nu doorpakken’ – onder Hugo de Jonge heette het nog ‘Zorg voor elkaar’. De onrust die ontstond nadat Hoekstra wijzigingen had willen aanbrengen in het verkiezingsprogramma, die volgens sommigen ver van het christen-democratische gedachtegoed afstaan, werd door de partijtop gesust. Want met Wopke Hoekstra zou het lukken om te groeien.

Maar met Wopke Hoekstra wil het niet lukken. Al meteen in de campagne gaat het mis. Het team rond Hoekstra kiest ervoor de campagne niet over de inhoud maar over hém te laten gaan, en juist hij maakt fout na fout. Hij schaatst met Sven Kramer in Thialf, terwijl sportlocaties gesloten zijn wegens corona. In mediaoptredens blijkt hij meermaals zijn eigen verkiezingsprogramma niet te kennen. Als hij vijf dagen voor de verkiezingen te gast is in Nieuwsuur vraagt presentator Jeroen Wollaars Hoekstra om „iets van zelfreflectie”. Waarom wil de campagne niet lukken? Na afloop is Hoekstra niet bij de nazit, hij wisselt bijna geen woord met de CDA’ers die hem kritische vragen hebben gesteld in de uitzending. Hij wil weg.

In de partij durft bijna niemand Hoekstra aan te spreken om het tij te keren, uit angst dat hij verder in de kramp zal schieten. Het CDA verliest – vier zetels. En daarna, in de formatie, verliest het CDA weer een zetel als stemmentrekker Pieter Omtzigt zich afsplitst. Hoekstra had meerdere pogingen ondernomen om dat te voorkomen.

Bij zichzelf

Toen Wopke Hoekstra in 2020 in De Telegraaf zei dat hij meer een bestuurder dan een politicus is, zei hij ook: „Ik wil dicht bij mezelf blijven.” Wie de afgelopen jaren naar Wopke Hoekstra keek, kon zien wat hij daarmee bedoelde.

Het is zichtbaar op vrijdagen, als Hoekstra na afloop van de ministerraad journalisten te woord staat. Krijgt hij vragen over een onderwerp waar hij als minister van Buitenlandse Zaken over gaat, dan weet hij daar uitgebreid en ontspannen antwoord op te geven. Stelt iemand een vraag over het CDA, dan is hij minder comfortabel. Wat hij in zo’n geval doet: vooraf bedachte woordvoeringsteksten herhalen, vage antwoorden geven, zeggen dat hij niet meer kan zeggen dan wat hij al heeft gezegd. Het is meer dan eens voorgekomen dat journalisten achteraf nog eens naar de opnames moesten luisteren. Wat had de CDA’er nou eigenlijk gezegd?

Wopke Hoekstra nadat het kabinet is gevallen. Foto Bart Maat

Hoekstra als minister, daar was niet iedereen in de partij enthousiast over. Het CDA had verloren, kiezers en leden liepen weg, de interne lijsttrekkersverkiezing en het vertrek van Omtzigt hadden voor veel onvrede bij de achterblijvers gezorgd. Moest de partijleider niet in de Tweede Kamer gaan zitten? Hoekstra moet daar vanaf het begin al niets van weten. Bovendien blijkt de zorg dat hij als minister van Buitenlandse Zaken maar weinig tijd zou hebben voor de partij, niet ongegrond.

‘Niet heilig’

Twee keer deed Wopke Hoekstra een uitspraak die het voortbestaan van het kabinet-Rutte IV in gevaar bracht, en allebei die keren was het niet zijn eigen idee. Toen de CDA’er een jaar geleden in het AD afstand nam van het kabinetsbeleid – de stikstofuitstoot nog voor 2030 halveren was voor het CDA „niet heilig” – voerde hij uit wat andere CDA’ers in het kabinet hadden bedacht. En dat gebeurde eerder dit jaar weer, toen Hoekstra in het kabinet zei te willen heronderhandelen over de stikstofpassage uit het coalitieakkoord.

Hoekstra is, zeggen mensen die met hem werken, geen ideoloog, hij loopt niet voorop met eigen ideeën. Al toen hij actief was voor het CDA in Amsterdam, begin deze eeuw, was dat al opgevallen. Wat hij vaak deed: ervoor zorgen dat hij pas aan het eind van de vergadering aan het woord kwam om dan samen te vatten wat ánderen hadden gezegd. Het kwam weleens voor dat die anderen er dan expres voor zorgden dat Hoekstra juist als éérste het woord kreeg. Wat vond hij, wat was zijn idee?

Wat hij goed kan, zeggen partijgenoten die met hem werken: op een rij zetten wie wat vindt

Het is iets wat CDA’ers nog steeds zien. Wat hij goed kan, zeggen partijgenoten die met hem werken: op een rij zetten wie wat vindt. Maar als er vervolgens bedacht moet worden hoe het CDA zich daartoe zal verhouden zijn het anderen in het kabinet die het woord voeren. In het kabinet-Rutte IV is het woonminister Hugo de Jonge die het CDA-smaldeel vertegenwoordigt in gesprekken over de grote politieke dossiers: landbouw, stikstof, asiel en migratie. Het wekelijks overleg van bewindspersonen komt vaak neer op een wat stille Hoekstra en een pratende De Jonge.

Kanaliseer de onvrede

Begin juli, landgoed Zonheuvel in Doorn. Het bestuur van het CDA is bij elkaar voor een jaarlijks weekend, en op vrijdag is ook Wopke Hoekstra erbij. Eerder op de dag heeft de CDA-leider de wekelijkse ministerraad voorgezeten omdat Mark Rutte afwezig was, en later op de avond vliegt hij naar Suriname voor de viering van Keti Koti. Onder de provinciale afdelingsvoorzitters klinkt al lange tijd kritiek op de gang van zaken in de partij, en ook over het functioneren van de politiek leider en de partijvoorzitter. Die hebben meerdere keren vanuit de rest van de partijtop gehoord: stel je reflectief op, laat zien dat je bereid bent te zeggen wat je niet goed hebt gedaan, kanaliseer de onvrede.

Bij Hoekstra wil dat niet lukken. Hij is gefrustreerd, zien CDA’ers. Het komt meer dan eens voor dat hij verwijten terug maakt. Hij was toch bereid geweest om het CDA te leiden toen er zo’n klemmend beroep op hem werd gedaan, terwijl hij dat eigenlijk helemaal niet wilde? Hij verwacht daar loyaliteit en steun voor terug. De gesprekken lopen steeds weer op niets uit.

Wopke Hoekstra bij aankomst op op het Binnenhof voor de laatste ministerraad voor het zomerreces.

Foto Bart Maat

In Doorn zijn op vrijdag ook fractieleden uit de Eerste en Tweede Kamer aanwezig, en een aantal bewindspersonen. En wat aanwezigen opvalt: Hoekstra doet wat hij altijd doet. Hij begint over het ingewikkelde politieke landschap, zegt dat meer politieke partijen het lastig hebben. Na een pauze komen andere bewindspersonen aan het woord. Marnix van Rij, staatssecretaris Belastingdienst, Karien van Gennip, minister van Sociale Zaken, Vivianne Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur. Ze zijn vol lof over Wopke Hoekstra, zeggen dat een leiderschapswissel niet aan de orde is. Anderen hebben het idee dat ze naar een toneelstukje aan het kijken zijn. Als Wopke Hoekstra weggaat geeft hij veel van de aanwezigen een hand. Maar niet partijvoorzitter Hans Huibers.

Moeite met verliezen

Hoekstra lijkt het moeilijk te vinden om kritiek te krijgen. En ook om te verliezen. In de zomer van vorig jaar staat Hoekstra leden te woord over het kabinetsbeleid rond stikstof. Het is op de dag van de christen-democratie, het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA heeft een programma bedacht en de ledenbijeenkomst is er op het laatste moment bijgekomen. Vlak daarvoor heeft stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) het stikstofkaartje gepresenteerd en CDA’ers zijn ontzettend boos. Alle kritiek op Hoekstra, die onzichtbaar zou zijn en geen CDA-gevoel zou hebben, wordt in Nijkerk hardop uitgesproken. De rest van de dag blijft de heftigheid van die bijeenkomst in de lucht hangen.

Nog voor het eind van het programma is Hoekstra weg. Leden die hem nog hadden willen spreken bij de borrel, vinden alleen nog elkaar.

Zo gaat dat vaker. Op de avond van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen, het CDA verliest, is Hoek-stra als eerste weg. Als in maart de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen komt, geeft Hoekstra een statement voor de camera’s over het enorme verlies voor zijn partij. Daarna is er geen spoor meer van hem te bekennen.

Deze week publiceerde het CDA de profielschets voor de opvolger van Hoekstra. En alle moeite die de bestuurders met hém hadden, lees je terug in de eerste zin: „Het CDA zoekt een lijsttrekker die zich thuis voelt bij het CDA als brede volkspartij in het midden van de samenleving.”

De nieuwe lijsttrekker mag, volgens de schets, niet meer, zoals Hoekstra, kiezen voor het kabinet. Die moet de Tweede Kamer in. Hoekstra zei daar vrijdagmiddag over: „Zoals elke profielschets, is het een schaap met vijf poten.”


‘Het CDA kan verdwijnen’, zei de vertrekkende CDA-senator Niek Jan van Kesteren in juni


In de geest van grondlegger Piet zegt de volgende generatie Steenkamp: ‘Het CDA is niet verloren’