Op een zondagmiddag eind november merkte Maureen (70) uit Schin op Geul voor het eerst iets geks aan haar hond. Maud, een abrikooskleurige mini-labradoodle van 1,5 jaar oud, begon als een dolle aan haar riem te trekken. Janken, angstig piepen, niets mee aan te vangen. „We waren net vertrokken voor een wandeling vanuit het huis van onze zoon. Dus hup, direct rechtsomkeert. Thuis ging het van kwaad tot erger. Ze kreeg schuim om de mond, liet haar urine lopen… En het gekke was: Koos had vijf dagen eerder precies hetzelfde meegemaakt.”
Koos is de grotere, zwarte labradoodle van haar zoon – „ik noem hem weleens Bokito omdat hij zo sterk is. Maud en hij zijn dol op elkaar”. Ook hij was vanuit het niets opeens tegen muren op gaan rennen en gaan janken, maar een bezoekje aan de dierenarts had niets uitgewezen. „Aan het bloed en de urine was niets vreemds te zien. Misschien hadden de honden aan de paddenstoelen in de tuin gelikt, dachten we nog. Dat ze daardoor vergiftigd waren.” Ten einde raad belde Maureen een gedragsdeskundige. „Omdat het ook op een paniekaanval leek. Maar die had evenmin een verklaring.” Een paar dagen later was het wéér raak: „Ze sprong zo hard op en neer dat de hele bench ervan schudde. Vervolgens ging ze compleet black-out, doodeng.”
Wat Maureen op dat moment nog níét wist, was dat er diezelfde week een bericht was verschenen op het expertforum van het VIN – het Veterinary Information Network. In de besloten groep voor veterinaire neurologen plaatste de Duitse Nina Meyerhoff, onderzoeker bij de Tierärztliche Hochschule Hannover, een bericht met als onderwerp „Cases of dogs with severe acute onset behavior changes (fear, howling, aggression) and seizures”. Sinds eind augustus, zo schreef Meyerhoff, hadden zij en haar Duitse en Zwitserse collega’s tientallen honden gezien met acute, ernstige neurologische verschijnselen. Soms leek het op een psychose, soms op epilepsie of een paniekaanval: schreeuwende, hysterische honden die uit alle macht probeerden te ontsnappen. In een enkel geval werd de getroffen hond zó agressief dat de dierenartsen geen andere optie zagen dan het dier te laten inslapen.
Goedkope hondensnoepjes
Alle honden bleken, los van de symptomen, één ding gemeenschappelijk te hebben: ze hadden allemaal, kort voor de aanval, gekauwd op staven van runderhuid. Meyerhoff drukte haar internationale collega’s op het hart om eigenaars van honden met soortgelijke aanvallen te ondervragen: hadden zij óók zulke ‘kauwbotten’ in hun bezit? Konden ze de verpakking fotograferen en indien mogelijk een stuk staaf bewaren? En – als er euthanasie moest worden toegepast – mocht er dan autopsie worden gedaan op de overleden hond?
Kort voordat Maud zo ziek werd, hadden Koos en zij nog lopen kibbelen om een kauwstaaf, vertelt Maureen. „Maud is natuurlijk een kleine hond en de kauwstaven die Koos had waren eigenlijk veel te groot voor haar. Maar ze waren er zo lekker om aan het stoeien dat mijn zoon zei: neem er maar eentje mee. Wisten wij veel dat het dááraan kon liggen… Omdat we een vergiftiging vermoedden hadden we wel de goedkope hondensnoepjes weggedaan maar aan dat bot hadden we geen moment gedacht.” Ook de Antwerpse dierenarts die Maud in december door de MRI-scanner haalde vertelde niets over de kauwstaafgeruchten. „Hij schreef haar Pexion voor, medicatie tegen epilepsie. De scan zelf wees niets uit.”
Pas op Oudejaarsavond hoorde ze voor het eerst over de kauwstaaftheorie, vertelt Maureen. Die dag bracht de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een persbericht naar buiten waarin specifiek werd gewaarschuwd voor de Kaustange en Kauknochen van het Duitse merk Barkoo. De grootste waren 29 centimeter: precies zoals de botten waar Koos en Maud op hadden geknauwd. „Deze kauwbotjes zijn de vermoedelijke oorzaak van het ontstaan van ernstige neurologische afwijkingen bij honden […] ook wel beschreven als het weerwolfsyndroom”, aldus de NVWA.
Op Oudejaarsavond zat Maureen aan de computer gekluisterd, hondenfora afspeurend naar meer informatie over het weerwolfsyndroom. En overal werd verwezen naar dezelfde expert op het gebied van neurologische afwijkingen bij honden: Paul Mandigers, universiteit hoofddocent aan de Universiteit Utrecht en veterinair neuroloog bij het Evidensia Dierenziekenhuis in Arnhem-Presikhaaf. „We mochten nog diezelfde week bij hem langskomen met Maud. Hij adviseerde ons om direct te stoppen met de kauwbotten en Pexion voorzichtig af te bouwen. Voor de zekerheid schreef hij nog wel en ander anti-epilepticum voor, maar sindsdien heeft ze nergens meer last van gehad.”
Giftige schimmel
Half januari benadrukt Mandigers in zijn werkkamer in Arnhem dat het verhaal vooral niet „te juicy” moet worden. „De feiten moeten leidend zijn. Als je erbij stilstaat dat we in Nederland een kleine twee miljoen honden hebben, dan valt het aantal dieren met symptomen mee. Hier in Arnhem hebben we er een stuk of twintig gezien. Maar het schokkende is natuurlijk dat er honden zijn doodgegaan.”
De afgelopen jaren heeft Mandigers veel onderzoek gedaan aan epilepsie bij honden. „Bij een bordercollie ziet dat er weer heel anders uit dan bij bijvoorbeeld een kooiker of een labradoodle. Maar de neurologische afwijkingen die we in dit geval zien lijken er allemaal nét niet op. Bovendien kan een baasje een epileptische aanval vaak wel zien aankomen. Dat is bij het weerwolfsyndroom niet het geval.”
Op zijn bureau liggen twee Barkoo-kauwstaven van 29 centimeter. „Ik heb een Rhodesian ridgeback in de praktijk gehad, een rottweiler, een mechelaar, een Frans bulletje… Allemaal flinke honden. Geen enkele chihuahua.” Maud was als mini-labradoodle de kleinste. „Maar ook die had haar staaf van een grotere hond. Het lijkt dus specifiek om die grotere kauwstaven te gaan.” In Duitsland en Nederland worden ze verkocht door Barkoo, in bijvoorbeeld Denemarken en IJsland door Chrisco. Sommige bevatten kippenlever, andere zijn verrijkt met spirulina – een voedingssupplement. „Maar allemaal zijn ze geïmporteerd uit China, en allemaal zijn ze gemaakt van gebleekte, geknoopte en gelijmde runderhuid.”
We weten dat de botten tarwelijm bevatten. En juist op graan kunnen zulke schimmelgifstoffen voorkomen
Zelf doet Mandigers geen onderzoek – dat wordt in Nederland uitgevoerd door de NVWA, in samenwerking met Wageningen Food Safety Research. Woordvoerders van beide instanties laten weten „geen update” te hebben en „helaas niet behulpzaam” te kunnen zijn zolang het onderzoek nog loopt. De Duitse onderzoeker Andrea Fischer, verbonden aan de universiteit van München, laat weten dat er tot nu toe geen gifstof is aangetroffen in de onderzochte botten. „En ik wacht nog op resultaten van de epidemiologische studie die onderzoekers uit Hannover hebben gedaan.”
Van de hypotheses díé er zijn, lijkt een vergiftiging door een mycotoxine – een door schimmels geproduceerd gif – een van de meest aannemelijke, zegt Mandigers. „We weten dat de kauwbotten tarwelijm bevatten. En juist op graan kunnen zulke schimmelgifstoffen voorkomen, zoals echt moederkoren, als het te warm en te vochtig wordt bewaard.” Van echt moederkoren (Claviceps purpurea) is bekend dat het ergotisme bij mensen en dieren kan oproepen, een ziekte die wordt gekenmerkt door onder andere stuiptrekkingen en hallucinaties. Een virusinfectie lijkt Mandigers niet aannemelijk. „Dan zou je veel meer zieke honden verwachten die in elkaars buurt wonen.”
Het verhaal lijkt enigszins op een gebeurtenis uit 1996 , voegt hij toe. Destijds werden zo’n 700 katten ziek na het eten van bepaalde kattenbrokken (Felix Vleessmaken Mix of Tom Poes Variantjes). Bijna 200 katten kwamen te overlijden. „De rest herstelde gelukkig wel, maar na veel intensieve zorg.” Honderden stoffen werden in die periode tevergeefs op giftigheid onderzocht. Pas in augustus van hetzelfde jaar bracht de fabrikant, Spillers Petfoods, een rapport naar buiten: in de aan het voer toegevoegde vitaminemix was salinomycine terechtgekomen, een medicijn dat aan kippenvoer wordt toegevoegd tegen de parasitaire infectieziekte coccidiose. „Die mix was vervoerd in een wagen waar eerst kippenvoer in had gezeten. En salinomycine is voor katten een neurotoxische stof.”
Een enorm kostenplaatje
Vooralsnog lijkt het erop dat honden die herstellen geen blijvende klachten overhouden aan de aanvallen, zegt Mandigers. „Bloedonderzoek en MRI-scans wijzen niets uit, op één geval na. Afgelopen najaar heb ik twee mechelaars gezien, twee speurhonden van het ministerie van Defensie. De ene is eind oktober ingeslapen vanwege onverklaarbare agressie-aanvallen. Zoiets gebeurt echt niet lichtzinnig, want nog los van de emotionele impact hangt er ook een enorm kostenplaatje aan – als een speurhond wegvalt kost het duizenden euro’s om een nieuwe op te leiden.”
De andere hond begon vanaf eind december soortgelijke aanvallen te vertonen en bleek dus al maandenlang op die kauwstaven te kluiven. „Bij hem zagen we in de hersenen wel afwijkingen die duiden op metabole encephalopatie – hersenletsel dat ontstaat doordat afvalstoffen uit het lichaam zich ophopen.” Inmiddels lijkt de mechelaar herstellende.
Ook Koos en Maud zijn inmiddels weer helemaal de oude, vertelt Maureen. „Al durfde Koos een tijdlang niet in de keuken te komen nadat hij daar een aanval had gehad.” Met Maud zijn ze net voor twee maanden naar Spanje vertrokken. Kauwstaafjes? Die zijn niet mee. „Dat durf ik voorlopig niet aan. Wel heb ik staafjes gekocht van yak-kaas. Die vindt ze gelukkig ook heerlijk.”