N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wetenschapsfraude De Universiteit Utrecht trekt de doctorstitel in van een gynaecoloog die in 2008 promoveerde. Zijn artikelen bevatten vermoedelijk verzonnen gegevens.
De Universiteit Utrecht wil een voorbeeld stellen. Vorige maand trok de bijna 400 jaar oude universiteit voor het eerst in haar geschiedenis een doctorsgraad in. De toegang tot het uit 2008 stammende proefschrift is geblokkeerd. Bovendien wordt de premie die universiteiten ontvangen voor een afgerond proefschrift, terugbetaald aan het ministerie. In 2008 bedroeg die premie 93.060 euro.
De Utrechtse commissie wetenschappelijke integriteit verklaarde vorig jaar een klacht over datamanipulatie en fabricage van gegevens in het proefschrift gegrond. „Als wij een graad verlenen, moeten we kunnen verzekeren dat het goed zit met de wetenschappelijke integriteit”, zegt rector magnificus Henk Kummeling. „Dat is bij dit proefschrift niet het geval. De graad had nooit verleend mogen worden.”
De graad had nooit verleend mogen worden
Henk Kummeling rector magnificus
Een uitzonderlijke stap die de Erasmus Universiteit Rotterdam in 2015 onmogelijk achtte. Omdat er over het intrekken van een doctorsgraad niets is geregeld in de wet vroeg deze universiteit een op plagiaat betrapte promovenda zelf afstand te doen van haar doctorstitel. Of ze dat heeft gedaan is volgens een woordvoerder van de universiteit niet te achterhalen.
Volgens Kummeling is een wettelijke bepaling niet nodig. „Een graad die ten onrechte is verleend, kan worden ingetrokken. Dat is eerder gebeurd met middelbareschooldiploma’s en daar zijn rechterlijke uitspraken over”, stelt de Utrechtse rector. Of die jurisprudentie ook van toepassing is op het terugdraaien van een promotie, zal binnenkort blijken. De Utrechtse gepromoveerde heeft het intrekken van zijn graad niet aangevochten, maar een Wageningse doctor die zijn titel dreigt kwijt te raken omdat hij onderzoeksgegevens zou hebben vervalst is wel naar de rechter gestapt. Die procedure loopt nog.
Nepstudies
De Universiteit Utrecht heeft de naam van de wetenschapper niet bekendgemaakt, maar wel aangegeven dat vijf van de negen artikelen waaruit zijn proefschrift bestaat zijn ingetrokken of van een waarschuwing voorzien. Een zoektocht in de database van Retraction Watch leidt naar de Egyptische arts Ahmed Badawy. De gynaecoloog doet onderzoek naar de effectiviteit van vruchtbaarheidsbehandelingen bij vrouwen en heeft meer dan vijftig publicaties op zijn naam. De afgelopen twee jaar zijn veertien artikelen waarvan hij auteur of coauteur is, door tijdschriftredacties ingetrokken wegens problemen met data, onbetrouwbare resultaten of het dupliceren van gegevens.
De Universiteit Utrecht kwam de mogelijke datamanipulatie in het proefschrift op het spoor dankzij een artikel uit 2020 in een tijdschrift voor gynaecologie. Een team van Nederlandse en Australische wetenschappers onderzocht 35 publicaties van Badawy en zijn Egyptische coauteurs. Daar zaten ook de negen artikelen uit zijn proefschrift bij.
Het team fraudejagers dat werd geleid door Ben Willem Mol, hoogleraar gynaecologie aan Monash University (Australië), trof in driekwart van de onderzochte artikelen onbetrouwbare data aan. Het is onwaarschijnlijk dat die gegevens afkomstig zijn van echte patiënten, aldus het redactionele commentaar. Ofwel, de kans is groot dat het om nepstudies gaat.
Badawy ontkent, maar kon de Utrechtse integriteitscommissie geen aannemelijke verklaring geven voor de geconstateerde dataproblemen. Ruwe gegevens ontbreken. De studies zijn 13 tot 16 jaar geleden uitgevoerd, in die tijd werden data nog niet elektronisch opgeslagen, luidt zijn verdediging. Er is dus niet meer vast te stellen of er sprake is van fabricage van data, maar door de vele onverklaarbare onregelmatigheden zijn de gepresenteerde resultaten in het proefschrift onbetrouwbaar en ongeloofwaardig, luidt het oordeel van de integriteitsommissie.
Aangespoeld proefschrift
Hoe is het mogelijk dat dit proefschrift ooit is goedgekeurd? De Egyptische arts was een buitenpromovendus. Hij was niet in dienst van de universiteit en had de artikelen waarop hij promoveerde al gepubliceerd voor hij zijn promotor Nick Macklon benaderde. Een ‘aangespoeld proefschrift’, noemt rector Kummeling dat.
Al het onderzoek is uitgevoerd bij de medische faculteit van Mansoura University (Egypte) waar Badawy werkt. Macklon, van 2005 tot 2009 hoogleraar voortplantingsgeneeskunde in Utrecht, was niet betrokken bij de opzet en de uitvoering van het promotieonderzoek. Hij heeft volgens Kummeling wel navraag gedaan naar de promovendus en de reputatie van de instituten waar zijn data vandaan kwamen. De artikelen waren bovendien gepubliceerd in gerespecteerde tijdschriften. Kortom, Macklon dacht dat het wel snor zat. „Een opeenstapeling van misplaatst vertrouwen”, noemt de rector het achteraf. „Niet goed te praten, maar het geeft de context van 2008 weer.”
Argwaan
Buitenpromovendi blijven welkom – in Utrecht zijn er 450 – maar promoveren op panklare proefschriften willen we niet meer”, stelt de rector. „Een promotor moet van meet af aan betrokken zijn bij het onderzoek om te kunnen vaststellen of een promovendus betrouwbaar werkt levert.” Daarom moeten buitenpromovendi minstens drie jaar voor de promotie zijn ingeschreven in een systeem om de voortgang van het onderzoek te monitoren.
„De situatie waarbij een onderzoeker uit het buitenland met een paar artikelen onder de arm binnenwandelt en promoveert op studies waarvan niemand weet hoe ze zijn uitgevoerd, is verleden tijd”, beaamt Ben Mol, die tot 2013 hoogleraar was aan de Universiteit van Amsterdam. „In Nederland is het systeem ingevoerd dat Australië al had. Een promovendus moet een paar jaar fysiek in Australië aanwezig zijn en cursussen volgen. Daardoor is er betere controle.”
In Nederland én België zijn meer onderzoekers uit de entourage van Badawy gepromoveerd op gefabriceerde studies, weet de fraudejager. De Vrije Universiteit Brussel doet volgens hem al onderzoek naar het proefschrift van één van de coauteurs. „Ik verwacht binnenkort eenzelfde uitspraak als in Utrecht.” Daarnaast zijn er nog twee proefschriften bij de UvA en een van de Universiteit Maastricht die onderzocht zouden moeten worden, vindt Mol. „De fraude in deze proefschriften is minder duidelijk, maar er is destijds geen goed toezicht geweest op het onderzoek en er zijn veel punten die argwaan wekken.”