Hoe de AI-fantasie op hol sloeg bij een rattenpenis

Een plaatje van een rechtopstaande rat met een erecte penis die het dier letterlijk overstijgt, dwars door het dak van de illustratie heen, en een balzak die zich tot zijn lijf verhoudt als een skippybal tot een mens – dat kan toch niet waar zijn?

Nee, dat kan niet. En het mag ook niet. Misschien in een educatief prentenboek, waarin een buitenproportionele vergroting kan helpen om het voortplantingsapparaat inzichtelijk te maken. Maar plaatjes in wetenschappelijke publicaties zijn niet voor niets vaak zo saai. Overdrijving en wetenschap gaan nu eenmaal niet goed samen.

De potsierlijke penis was niet de enige hallucinante illustratie bij het artikel over zaadstamcellen van ratten dat half februari werd gepubliceerd in Frontiers in Cell and Developmental Biology en een paar dagen later alweer moest worden teruggetrokken. Plaatjes van koekjes met blauwe M&M’s (cellen), en een soort ganzenbord van signaalmoleculen en receptoren vrolijkten het literatuuroverzicht nog extra op.

Met het blote oog

Wetenschappelijke illustraties wijken wel vaker af van de werkelijkheid. Denk aan het coronavirus dat in alle maten en kleuren is afgedrukt, en in het echt met het blote oog niet te zien is. Maar de drie Chinese auteurs maakten het wel erg bont. Of beter gezegd: ze lieten hun AI-programma op hol slaan.

Stiekem waren ze niet: ze schrijven netjes op dat de afbeeldingen gegenereerd waren door Midjourney. Artificiële Intelligentie (AI) gebruiken mag ook bij Frontiers, maar dan moet er geen storyboard voor een fantasyfilm uit rollen. En het is verstandig om nog even de spelling controleren, zodat er geen ‘sigal’ moleculen en ‘iollotte sserotgomar’ cellen uitrollen. (En wat zou een ‘dck’ betekenen in dit verband?)

Je zou denken dat plaatjes die zo fantasierijk zijn, meteen de argwaan wekten van de onafhankelijke deskundigen die het artikel controleerden voor publicatie. Maar online magazine Vice citeerde vorige week één van hen en die zei dat hij „alleen naar de wetenschappelijke aspecten” kijkt. Door AI gemaakte plaatjes vond hij de verantwoordelijkheid van de uitgever.

Meteen in actie komen

Frontiers trok het artikel al snel terug en probeerde daar ook nog goed nieuws van te maken: dankzij de betrokkenheid van het publiek bij ‘open wetenschap’ konden ze meteen in actie komen. Volgens Frontiers had één reviewer wel zijn zorgen geuit, maar hadden de auteurs daar niets mee gedaan. „We onderzoeken hoe ons proces gefaald heeft.”

Frontiers lijkt nog niet van plan AI te verbieden, in tegenstelling tot een aantal andere titels. Zo schreef Nature dat van integriteit en transparantie geen sprake is zolang AI-programma’s geen toegang geven tot bronnen en die dus ook niet kunnen worden geverifieerd. Het gebruik van AI voor het maken van afbeeldingen is daarom niet toegestaan.

De vraag is: hoe controleer je het? Gerommel met afbeeldingen kwam ook vóór AI al zo vaak voor dat tijdschriften zelf nota bene AI gingen gebruiken om het op te sporen. Maar hoewel eenvoudig geknoei zo vaker boven tafel komt, schrijft Nature, is het niet altijd even makkelijk om AI-nepperij met AI te herkennen.