‘Kom er even bij zitten, ze beginnen zo met schieten”, zegt Ihor, een man met een wit petje op een terras naast een uitgebrande visfabriek in de Oekraïense stad Nikopol. Doodgeslagen bier staat in plastic glazen op tafel. Het café is 150 meter van de rivierbedding van de Dnipro, die de frontlijn tussen Rusland en Oekraïne in dit gebied markeert.
Bij Nikopol is de bedding op het smalste punt maar vier kilometer breed. Aan de overkant liggen de Russische strijdkrachten. Nikopol ligt binnen bereik van hun artillerie. Volgens de cafégangers gaat elke dag rond twee of drie uur ’s middags het luchtalarm af. „Dan beginnen ze met schieten. Daarna weer om acht of negen uur ’s avonds en om één of twee uur ’s nachts weer”, zegt Ihor. De militaire administratie van de stad kan dit schema desgevraagd „niet bevestigen”.
Granaten zijn, wanneer afgeschoten, in tien seconden aan de overkant. Haast elke dag wordt er in Nikopol wel iets doorzeefd of opgeblazen. De schade die de artillerie aanricht is niet zo groot als bij een raketaanval, waarna hele flatgebouwen instorten. Dat wapen wordt op langere afstand gebruikt tegen steden als Odesa, Dnipro en Kyiv. Maar ramen, daken en muren lopen wel schade op. En de rondvliegende granaatscherven zijn levensgevaarlijk.
Stilletjes dreigend staat aan de overkant van de rivier ook nog de door Rusland bezette kernreactor van Enerhodar. Het is de grootste kerncentrale van Europa. De koeltorens zijn in Nikopol aan de horizon te zien. Toch wonen er nog altijd bijna 50.000 burgers in de stad, iets minder dan de helft van de vooroorlogse bevolking van 106.000. Door de Russische beschietingen zijn 27 burgers om het leven gekomen, 182 raakten gewond. Waarom blijven de Nikopolieten in een stad waar het gevaarlijk is?
„Aan het begin van de oorlog zijn veel mensen weggegaan”, zegt Tanja. „Vervolgens vertrokken nog meer mensen toen er werd gezegd dat de kernreactor kon gaan ontploffen. Later kwamen mensen wel weer terug, omdat het moeilijk is om in het buitenland te verblijven.” Zelf woonde ze een jaar in Warschau, maar kwam ze in mei met haar zoontje terug. Reden: haar man mocht het land niet uit, ze wilden weer samen zijn.
Even verderop, in een straat ook niet ver van de waterkant, zijn eind september zes grote inslagen geweest, vertellen bewoners. Alle huizen langs een smalle geasfalteerde weg richting het water zijn beschadigd geraakt. Daken stortten in. De muren van een deel van het huis van Tamara Heorhiivna (88) sneuvelden. Haar zoon en schoondochter zijn op de binnenplaats aan het metselen.
Heorhiivna slaapt slecht. Zowel door de nachtelijke beschietingen, waarvoor ze haar hond (60 kilo, zegt ze) de wankele keldertrap aftilt naar de kelder om er tussen haar weckpotjes met ingemaakte groenten te slapen. Maar ook omdat haar kleinzoon om het leven kwam bij de gevechten rondom Bachmoet. Zijn lichaam bleef, tot afgrijzen van zijn oma, wekenlang vermist. „Ik lig elke avond in bed en vraag alleen maar: waarom, waarom, waarom, waarom? Waarom vallen ze ons aan. Waarom is mijn kleinzoon dood?”
Lees ook
Van Bachmoet resteren alleen ruïnes
Over weggaan peinst ze niet. „Ik kan mijn zoon niet in de steek laten”, zegt ze. Mannen van gevechtsleeftijd (18 tot 60 jaar) mogen alleen in bijzondere omstandigheden Oekraïne verlaten. Een plek zoeken elders in Oekraïne, verder van de Russen, zal volgens het gezin ook niet veel uithalen. Een buurtgenoot vertrok naar de stad Kryvy Rih, 80 kilometer naar het noorden, en kwam juist dáár om het leven, vertellen ze.
Puinruimen
Op de binnenplaats van school nummer 6 van Nikopol wordt puingeruimd. Het gebouw is nog maar uren eerder, in de vroege ochtend, geraakt in een aanval. Het luchtalarm gaat weer af. Het is inmiddels een uur of twee ’s middags, en als Ihors rooster toch klopt, komen er weer beschietingen . „Allemaal naar de schuilkelder!” zegt schooldirectrice Irina Koeroeljoek. De leraressen en het ondersteunend personeel komen de trap af.
„Waar je eerst omhoogkeek naar de bibliotheek, zie je nu de hemel”, zegt Koeroeljoek. Het gebouw werd gewoon als school gebruikt, en had geen dubbele humanitaire of militaire functie, zegt Koeroeljoek. In het gebouw zijn ook geen tekenen te zien van een tweede functie. Waarom het dan toch geraakt werd? „Ik weet dat hier in de buurt een wateropslag is, dus ik wist dat het kon gebeuren.” De watervoorziening is voor de zoveelste keer uitgeschakeld door de Russen, en moet voor de zoveelste keer worden gerepareerd door de Oekraïners.
„Ik heb medelijden met onze vijand,” zegt Koeroeljoek kalmpjes. „Ze doden mensen, ze doden mensen voor geld.” Zeven van de negen leraren zitten in de schuilkelder. Eén lerares is in het buitenland en één in Lviv om haar gewond geraakte zoon te verzorgen. De rest is gebleven of teruggekeerd, en geeft les via videoverbinding. Koeroeljoek vluchtte vorig jaar twee maanden , maar kwam weer terug naar haar geboortestad. „Ik denk er nu nooit meer over om weg te gaan.”
De beschietingen op Nikopol zijn tot nu toe geen onderdeel van een Russisch offensief om de stad te veroveren. Wat dan wel het doel is van de aanvallen, laat zich raden. Het Russische ministerie van Defensie reageert niet op een schriftelijk ingediende vraag hierover. Een perswoordvoerder van de militaire autoriteiten van de stad omschrijft de aanvallen als pure terreur. „Ze willen de mensen wegjagen”, zegt hij.
Maar Nikopol leeft niet alleen met de constante dreiging van beschietingen. De door Rusland bezette kerncentrale ligt zo dichtbij dat geen inwoner van de stad het zou overleven als die ontploft. Niemand die NRC spreekt wil er woorden aan vuilmaken. Het lijkt een risico dat ze allang hebben geaccepteerd.
Niet geheel onterecht: het risico op een kernramp lijkt kleiner dan een aantal maanden geleden. De dreiging speelt regelmatig weer op, bijvoorbeeld na berichten dat Rusland explosieven op de kernreactor neerlegt, of wanneer Oekraïne die richting op schiet, nadat Rusland vanaf het terrein van de kernreactor op Nikopol schiet. Of als een stroomstoring de koelvoorzieningen doet haperen.
Toch is de kernreactor van Enerhodar momenteel stabiel. Hij is grotendeels stilgelegd en genereert geen elektriciteit. Na het doorbreken van de Kachovka-dam ontstonden er zorgen over de beschikbaarheid van koelwater, maar zelfs het waterpeil in de koelvijver is inmiddels alweer een tijdje stabiel. „Er is een back-up voor het aanvullen van het water. Meer kan ik er niet over vertellen, het is een veiligheidskwestie”, zegt Leonid Oliynyk, woordvoerder van Energoatom, het Oekraïense staatsbedrijf dat de kerncentrales bezit.
Minder koelwater nodig
Echt optimistisch is hij niet. „De situatie bij de kernreactor is gestaag verslechtert sinds de bezetters hier kwamen”, zegt Oliynyk. Hij wijst op het „gebrek aan onderhoud”. Hoewel de kernreactor niet volledig stilgezet kan worden, opereert hij op ‘shutdown-modus’ – de reactor heeft hierdoor minder koelwater nodig dan voorheen.
Inwoners die lange tijd met dreiging, vrees of beschietingen leven, wennen eraan. Het is een overlevingsmechanisme, zegt psycholoog Natalja Trojanovska uit Donetsk tegen het Oekraïense medium 6262.
In dorpen of steden waar wordt geschoten raken mensen eerst in ‘vlucht- vecht- of bevriesmodus’, maar als het gevaar lange tijd niet wijkt, begint de apathie. „Geen enkel hart is sterk genoeg om overal om te geven, om alles te bewenen. Een mens stopt ermee, de gevoeligheid bevriest. Om te overleven”, aldus Trojanovska.
Hoewel het gewone leven doorgaat in Nikopol, snijdt de oorlog elke dag nog diep. Op het terras wordt een tweede beker bier aangerukt. „Ben je soms een spion?” vraagt Dima aan NRC. „Ja! Een spion met een helmpje op!” geint Ihor. Even later vertelt hij hoe hij onderweg was naar een bus, toen die plots beschoten werd en in brand vloog en hij op de vlucht moest slaan. De drank ontspant dan wat, geven de cafégangers toe.