N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spionage Vanaf het aantreden van Vladimir Poetin in 2000 zocht Den Haag de samenwerking met Rusland. Maar de Russische president speelde dubbelspel: gevoelige sectoren werden doelwit van Russische spionage.
Die middag reed gashandelaar Geert Greving zijn 13-jarige zoon naar tennistraining in Groningen. Zijn contactpersoon bij de AIVD belde. Een onheilspellend bericht.
Greving werkte destijds, oktober 2001, een jaar of tien voor Gasunie op de Russische markt. Hij lobbyde voor een nieuw project met het Russische staatsgasbedrijf Gazprom: een pijpleiding direct van Rusland naar West-Europa – het leidde in 2011 tot Nord Stream 1.
Zijn lijntjes met de geheime dienst waren kort. De overheid zag Gasunie, beheerder van de gasinfrastructuur, als vitaal voor de nationale veiligheid: de dienst screende medewerkers en was er kind aan huis.
In één aspect van het spionagewerk zijn Russen traditioneel superieur: zij denken vooruit
Toch zal Greving dat telefoontje nooit vergeten: de AIVD liet weten dat de Russische geheime dienst, de FSB, de opvolger van de KGB, hem al een jaar volgde. Dat ze in zijn huis waren geweest. Dat ze zijn familie observeerden. „Ik hoorde: Geert, jij bent een doelwit van de Russen”, vertelt hij. Later ontving hij FSB-observatieverslagen die dit aantoonden.
Een intimiderende ervaring, al begreep hij het wel. Nadat Vladimir Poetin in 2000 president van Rusland was geworden, nam een netwerk van vooral oud-KGB’ers uit Sint-Petersburg het Kremlin over. „Daar moest je geen ruzie mee krijgen.” Het netwerk had ook Gazprom in handen. Poetin benoemde een bekende van hem uit Sint-Petersburg, Aleksej Miller, een man zonder ervaring in de gaswereld, tot bestuursvoorzitter. „En die nieuwe machthebbers zochten kwetsbaarheden om me te chanteren”, zegt Greving.
Vandaar dat hij 27 februari 2002 het hoofd beveiliging van Gasunie in een memo schreef dat Aleksej Miller hem liet ‘doorlichten’. „Kennelijk is er […] sprake van een gestructureerde FSB-inzet in de richting van Gasunie-activiteiten [in] Rusland.”
Het verhinderde niet dat dezelfde Aleksej Miller later in 2002, 26 november, welkom in Den Haag was. Premier Jan Peter Balkenende ontving hem in het Torentje.
Confronterende vragen
Vanaf dag één zat er een dubbelzinnigheid in de Haagse omgang met Vladimir Poetin. De politiek haalde de banden met de nieuwe baas van het Kremlin gretig aan, terwijl er volop signalen waren dat de geheime diensten, niet de kiezers, zijn machtsbasis vormden.
Het bracht Nederlanders in aanraking met een wereld van achterdocht en dubbelspel. Wat Geert Greving overkwam, kon iedereen gebeuren: wie een handelspartner van de Russen wilde zijn, was algauw mikpunt van hun spionage.
En in één aspect van het spionagewerk, weten inlichtingenbronnen, zijn Russen traditioneel superieur: zij denken vooruit. Langlopende operaties waarbij een geheim agent, informant of malware jaren verborgen zit in instituties. Terwijl in de westerse cultuur de korte termijn bepalend werd, ook in het bestuur, behielden Russen de ambitie soms decennia vooruit te plannen.
Cruciaal hierbij waren illegals. De meeste spionnen zijn zogenoemde legals – ze werken onder diplomatieke dekmantel – maar illegals leven vaak decennia onder valse identiteit in het buitenland. Diepte-infiltratie waarvoor westerse inlichtingenmensen terugschrikken. Poetin toonde geregeld zijn bewondering voor Russen die er hun leven voor opofferden.
Sinds hij vorig jaar Oekraïne binnenviel plaatst dit ook Nederland voor confronterende vragen. Het land heette Russen sinds 2000 van harte welkom in bijna alle maatschappelijke domeinen – energie, politiek, nanotechnologie, pijpleidingen, cultuur, bestuur, diplomatie, et cetera – en bood Poetins spionnen zo enorme kansen.
En niemand die nu weet hoezeer Russen daarvan misbruik hebben gemaakt – al is er genoeg bewijs dat ze niet stil hebben gezeten.
AIVD’er bezoekt Poetins wereld
Toch werd Den Haag tijdig gewezen op de gevaren van Poetins spionnenstaat: de AIVD (tot 2001 BVD) waarschuwde in haar jaarverslagen in 2000-2003 uitvoerig.
De nieuwe president gebruikte de inlichtingendiensten om „controle uit te oefenen op het economisch en maatschappelijk leven” (jaarverslag 2000). Hij zette ze in „tegen de NAVO, de EU, de defensie-industrie en high tech-firma’s” en wilde dat ze „hun activiteiten in het Westen opvoeren” (2001). Het regime bereidde zich voor op „information warfare”, gebruikte daarvoor „nieuwe informatie- en communicatietechnologieën”. Ook Nederland was „doelwit van Russische spionage” (2000-2003).
Binnen de AIVD zagen ze al in 2003 wat dit in de praktijk betekende. De diplomaat Kees Klompenhouwer, in 2002-2006 hoofd Buitenlandse Inlichtingen bij de dienst, merkte het in Moskou bij zijn kennismaking met de FSB – de dienst die Poetin leidde voordat hij premier (in 1999) en president (2000) werd.
„Ik ontmoette een boevenbende”, zegt Klompenhouwer nu. „Ze spraken openlijk over hun methoden: chantage, omkoping, moord – alles. Een criminele organisatie binnen de staat. Ik kreeg het koud op mijn rug.”
Maar Den Haag stond op politieke samenwerking en maatschappelijke vervlechting. De krijgsmacht was na de Koude Oorlog gehalveerd. En de enorme olie- en gasvoorraden van Rusland boden kansen aan Shell en Gasunie, wereldspelers in de energiesector.
Nord Stream heeft altijd gestonken
Dan Fried Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken voor Europa in 2005-2009
„We dachten: we moeten er als de kippen bij zijn”, zegt Ben Bot nu, oud-minister van Buitenlandse Zaken (CDA, 2003-2007). „Als je van belang in de energie bent, word je ook in de EU serieuzer genomen.”
Koningin Beatrix ging in 2001 al op staatsbezoek bij Poetin. Ze roemde „het grote Russische volk”. Ze citeerde Poetins streven naar „versterking van de rechtsstaat” instemmend, en ondertekende met de president een ambitieus uitwisselingsprogramma. Na 9/11, datzelfde jaar, werd het nog beter: Poetin was voortaan bondgenoot tegen terrorisme.
En Rusland speelde het spel van vriendschap vaardig mee. In het Palace Hotel in Noordwijk reikte de Russische ambassade vanaf 2004 de Rusprix uit. Een prijs voor Nederlanders die meehielpen aan een betere verstandhouding. De premiers Jan Peter Balkenende (2002-2010) en Mark Rutte kregen de Rusprix in 2010 respectievelijk 2012 voor hun, aldus de jury, „uitzonderlijke persoonlijke bijdrage aan de ontwikkeling van de relatie tussen de Russische en Nederlandse staat”.
Ex-Stasi-majoor leidt Nord Stream
Op de foto bij de opening van Nord Stream, 8 november 2011, stond hij uiterst rechts, wegkijkend van mensen als Angela Merkel, Mark Rutte en Aleksej Miller. Grijs, gezet, in zichzelf gekeerd: Matthias Warnig, tot 1989 majoor bij de Stasi, de inlichtingendienst van de DDR, en sinds 2005 de directeur van Nord Stream.
„Een linkmiegel”, zegt Geert Greving nu. En Ben Bot, die als Nederlands zaakgelastigde in de DDR in de jaren tachtig wist van zijn Stasi-verleden: „Je kreeg nooit hoogte van hem.”
Voorjaar 2005 onthulde The Wall Street Journal dat Warnig en Poetin elkaar leerden kennen in de DDR, waar Poetin destijds voor de KGB werkte. Beiden weerspraken dit later. Maar de krant baseerde zich op DDR-archiefstukken en interviews met oud-Stasi-agenten die vertelden dat Poetin en Warnig elkaar hielpen bij de werving van Westerse spionnen.
Hun carrières liepen sindsdien parallel. Warnig leidde in de jaren negentig het filiaal van de Dresdner Bank in Sint-Petersburg, waar Poetin werkte voor de burgemeester. Nadat Poetin in 2000 president werd, kreeg Warnig een hoge functie bij Gazprom. Eind 2005 maakte Poetin hem bestuursvoorzitter van Nord Stream.
Nord Stream was absoluut een Russisch infiltratietraject
Kees Klompenhouwer oud-AIVD’er
Het plan van Gasunie voor een pijpleiding met Gazprom was eerder gestrand op een conflict over zeggenschap. Gasunie wilde de aandelen gelijk verdelen. Gazprom eiste 51 procent. „Toen zijn we uit de gesprekken gestapt”, zegt Greving.
Twee Duitse bedrijven accepteerden later wel een minderheidspositie, en de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder maakte Nord Stream mogelijk: hij gaf het bedrijf kort voor zijn vertrek in 2005 een bankgarantie van 1 miljard euro. Zijn opvolger Angela Merkel stond voor een voldongen feit. Na zijn vertrek werd Schröder op Poetins verzoek voorman van de raad van commissarissen van Nord Stream.
„Nord Stream heeft altijd gestonken”, vertelt de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken voor Europa in 2005-2009, Dan Fried, telefonisch vanuit Washington. Schröders gedrag was, zegt hij, „gewoon corrupt”. En Poetin „een man van wie je wist dat hij niet te vertrouwen is”.
Fried: „Dus ik zei destijds tegen mijn Europese vrienden: geef Poetin nóóit een machtig wapen als Nord Stream, want hij zal het misbruiken.”
Nederlandse topambtenaren herinneren zich Frieds waarschuwingen uit 2006 woordelijk. Andere Europese hoofdsteden hadden ook vragen. Zweden vreesde dat de pijplijn „een Russisch spionageproject” was. Ook de Duitse inlichtingendienst BND weifelde. In 2006 organiseerde de dienst een symposium waarin directeur Ernst Uhrlau volgens het Hamburger Abendblatt wees op het gevaar van een groeiende Russische machtspositie: een conflict met Poetin over gas zou „wereldwijd gevolgen hebben”.
In Haagse binnenkamers bracht de AIVD ambtenaren van Buitenlandse en Economische Zaken vergelijkbare zorgen over. Het passeerde eveneens, bevestigen betrokkenen, in ambtelijk overleg op Algemene Zaken. In het jaarverslag 2007 zou de dienst openlijk waarschuwen voor „verder groeiende afhankelijkheid […] van Russische gasvoorraden” en constateerde ze dat Poetin zijn spionnen opdroeg dieper in het Westen te penetreren. Ze doken op steeds meer plekken in Nederland op. Hun voornaamste doel: zich „heimelijk in de energiesector” nestelen.
De AIVD-zorgen maakten opnieuw amper indruk: de kabinetten-Balkenende II, III en IV wilden zo graag het gasknooppunt (‘gasrotonde’) van Europa worden, dat ze de ongemakkelijke kanten van Poetin en zijn pijplijn dan maar op de koop toe namen.
En dus kwamen de bestuursvoorzitters Miller (Gazprom) en Marcel Kramer (Gasunie) oktober 2006 in Moskou formeel overeen dat Nederland alsnog minderheidsaandeelhouder van Nord Stream werd. Het zou uiteindelijk een kleine 1,7 miljard euro kosten. „De economische relatie tussen Nederland en de Russische Federatie is van […] toenemend belang”, schreef minister Joop Wijn (Economische Zaken, CDA), die erbij was in Moskou.
Later toonden ook Balkenende en Rutte zich enthousiast. Beiden bezochten tweemaal Nord Stream-plechtigheden, waarbij ook Warnig present was. Rutte tweemaal in 2011, Balkenende in 2010 en 2007.
Via Wikileaks bleek dat de laatste hoog opgaf over zijn gesprekken met Poetin: de economische banden boden hem ruimte gevoelige thema’s aan te snijden. De Amerikaanse ambassadeur in Den Haag noteerde in 2007: „Balkenende was duidelijk onder de indruk van Poetin.”
Wist Den Haag waaraan het begon?
Maar achteraf wisten veel Haagse betrokkenen niet echt waaraan Nederland meedeed. Kenden ze bijvoorbeeld het Stasi-verleden van Nord Stream-baas Warnig? „Nee”, zegt Mark Frequin, destijds directeur-generaal Energie op Economische Zaken (EZ). „Ik had het graag geweten maar had geen idee”, zegt Richard van Zwol, in 2007-2011 secretaris-generaal op Algemene Zaken (AZ). Ook de Kamer was allerminst alert: de eerste keer dat de term ‘Nord Stream’ volgens de databank in een vergadering viel, was in 2007.
Maar betrokkenen hebben nú wel vragen over de Nederlander die voor Gasunie het Nord Stream-contract tekende: Marcel Kramer, een ingetogen man met een gezaghebbend cv in de olie- en gaswereld, die Gasunie in 2005-2010 leidde. Hij ging, net als eerder Schröder, na ondertekening van een Nord Stream-contract voor Poetin werken.
Meteen na zijn vertrek bij Gasunie kreeg hij, op persoonlijk verzoek van de Russische president, de leiding over South Stream, een Russische poging voor een pijplijn naar Zuid-Europa (die later mislukte). Kramers kantoor was tegenover dat van Matthias Warnig, in het Zwitserse Zug. Hij vertelde in kleine kring dat Algemene Zaken hem destijds verzekerde dat er geen bezwaar was. Ook oud-minister Bot, die destijds optrad als Kramers adviseur, zag „geen direct gevaar”.
Toch werden Gasunie-medewerkers al decennia gescreend door de AIVD – het beheer, transport, de opslag en beveiliging van gas door Gasunie waren immers geclassificeerd als vitaal voor de nationale veiligheid. De Russen kenden geheimen van Gasunie volgens Bot allang: „We zijn een open land. Mensen praten altijd.”
Het kan ook waarde hebben spionnen hun gang te laten gaan. Je leert hun methodes kennen, je ziet waar ze op uit zijn
Ed Kronenburg voormalig secretaris-generaal
Maar nu zegt oud-topambtenaar Van Zwol (AZ): „Ik wist dit niet, en nu zeg je: hier hadden we langer bij stil moeten staan.” Frequin, toen EZ: „Met de kennis van nu is het merkwaardig dat we hierover toen geen open vragen hebben gesteld.” En oud-AIVD’er Klompenhouwer, in 2013-2017 ambassadeur in Oekraïne: „Voor de nationale veiligheid zou je een regeling moeten hebben die zo’n overstap onmogelijk maakt.”
Er ligt een diepere vraag onder: moet je Nord Stream achteraf interpreteren als alleen een gaspijpleiding, of was het ook een Russisch infiltratieproject om positie in vitale westerse bedrijven als Gasunie te krijgen?
Voor Klompenhouwer is het na zijn ervaringen bij de AIVD en in Oekraïne geen vraag. „Dit was absoluut een Russisch infiltratietraject”, zegt hij. Een oud-Stasi-topman als directeur, het cultiveren en binnenhalen van mensen als Schröder, deelnemende landen paaien tot ze niet meer terug kunnen – „het past volledig in de modus operandi van Poetin.”
Hij zag het stramien in Kyiv keer op keer. „De Russen lokken hun partners met kortetermijnvoordelen, hun afhankelijkheid van Rusland groeit, ze zitten aan Rusland vast – en dan worden ze leeggetrokken.”
BZ-spion werkt 7 jaar voor Moskou
In het Limburgse Brunssum speelde zich in 2006 de proloog van een NAVO-drama af. Op een vergadering van contra-inlichtingenofficieren uit de lidstaten werd een cd-rom uitgedeeld met de namen van alle bekende Russische NAVO-spionnen, en details over een aantal Russische dubbelagenten.
Kort hierna belandde de cd-rom op het bureau van Poetin, schreef Der Spiegel vier jaar later. Het blad had een intern NAVO-onderzoek in handen waarin de dader „de schadelijkste spion uit de geschiedenis van de alliantie” werd genoemd: een Est genaamd Herman Simm.
Nadat Simm in 2008 werd opgepakt, bekende hij dat hij sinds 1995 voor de Russen werkte. Hij was als diepte-infiltrant aangestuurd door verschillende Russische illegals – de laatste had een Portugees paspoort.
In Nederland trok de zaak amper aandacht. Maar vier jaar later bleek Den Haag óók een soort Herman Simm te hebben.
Op 24 maart 2012 werd een ambtenaar van Buitenlandse Zaken (BZ), Raymond P., voormalig vice-consul in Hongkong, aangehouden op verdenking van spionage voor Rusland.
In informele mediacontacten hield BZ de zaak destijds klein: P., die schulden had, was geen diplomaat of hoge ambtenaar.
Maar uit AIVD-stukken en het Duitse en Nederlandse justitiedossier blijkt dat een vergelijking met Simm zo vreemd niet is, met dien verstande dat de Russen veel meer waarde aan P. hechtten. De betaling van 72.000 euro aan P. die justitie kon bewijzen, was „driemaal zoveel als Simm”, aldus inlichtingenkenner Bob de Graaff in een vertrouwelijk expertiserapport voor justitie. Internationaal zat P. in de „categorie grootverdieners onder de verraders”, noteerde De Graaff.
Blijkens een notitie van toenmalig AIVD-hoofd Rob Bertholee (24 september 2012) vroeg hij het hoofd beveiliging van de Europese Raad, Alexandro Legein, de zaak te wegen. Ook hij (‘vertrouwelijk’, 28 september 2012) wees Bertholee er op dat „het hoge bedrag” dat de Russen betaalden „de grote waarde demonstreert die zij aan de informatie hechten”. Hij concludeerde dat de zaak „schade aan de wezenlijke belangen van de EU en een of meer lidstaten” had toegebracht.
Hoe langer je naar de zaak-P. keek, hoe vaker je dacht: dit is het topje van de ijsberg
Een betrokkene
Alweer ging het om een diepte-infiltratie waarbij twee Russische illegals, sinds 1990 onder valse identiteit als echtpaar woonachtig in Duitsland, de ambtenaar vanaf zomer 2008 leeg trokken. De vrouw, student, onderhield het contact met Moskou, terwijl de man, werkzaam in de auto-industrie, P. bijna maandelijks bezocht. Volgens justitie meestal nabij plekken als Sea Life in Scheveningen of Madurodam.
Zo kregen de Russen in twee jaar „de ongelooflijk grote hoeveelheid” van „650 à 700 documenten” doorgespeeld, aldus De Graaff in de notitie. Veelal vertrouwelijke stukken inzake de EU of de NAVO die Poetin de kans gaf zijn favoriete spel te spelen: het Westen verzwakken door de verdeeldheid aan te wakkeren.
Het gaf de Russen ook vroegtijdig inzage in plannen over bijvoorbeeld de NAVO en Oekraïne, een nieuwe commandostructuur van de alliantie of hervorming van de NAVO-inlichtingenstructuur. Volgens De Graaff steeds „explosief” zo niet „uiterst gevoelig” materiaal. De Duitse inlichtingenexpert Manfred Zieger stelde in zijn deskundigenrapport voor justitie (15 maart 2013), ingebracht in de rechtszaak tegen de Russische illegals in Duitsland, dat P. „uitzonderlijk zwaar verraad” pleegde door in een enkel geval zeer specifieke militaire geheimen naar Moskou door te spelen.
Ook de honderden gelekte EU-documenten behelsden volgens de experts talrijke gevoelige kwesties: de ontwikkeling van het biometrisch paspoort, de bewaking van de Europese buitengrenzen, verslagen over de EU-werkgroep cybersecurity, et cetera.
Pijnlijk voor Den Haag was dat P. een brisant bericht van de ambassade in Moskou doorspeelde waaruit bleek dat Nederland actief de herverkiezing van president Dimitri Medvedev in 2012 wilde „schragen” (ondersteunen) ten koste van zijn opponent: Poetin.
Mensen die destijds betrokken waren bij het feitenonderzoek, vreesden dat de zaak vele malen groter was dan ze konden aantonen. De Duitse justitie had gezien dat de illegals voor hun arrestatie „bewijzen hadden vernietigd”. Ook vonden de Duitsers een notitie waarin de illegals aangaven dat P. al voor 2008 voor de Russen werkte. De Nederlandse justitie zei op de zitting dat hij in 2005 was begonnen. Een lek van zeven jaar, en het Openbaar Ministerie had alleen bewijzen over de periode 2008-2011. Voldoende voor P.’s veroordeling in cassatie (2016) van acht jaar onvoorwaardelijk – maar een incompleet beeld van de schade.
Ook bleek in het onderzoek dat de Russen van P. allerlei informatie hadden gevraagd die liet zien dat ze veel verder in BZ wilden binnendringen. P. moest aangeven waar documenten lagen, hoe ze waren geclassificeerd, wat de procedures waren om eraan te komen, wie dat autoriseerde, of er een printer in de buurt was, et cetera.
Nog zorgelijker: P. had informatie over diplomaten aangeleverd: „functies, seksuele voorkeuren, burgerlijke staat alsmede hobby’s en zwakheden van collega’s”. Inlichtingenmensen wisten genoeg: de Russen waren doende méér spionnen op BZ te werven.
„Hoe langer je naar de zaak-P. keek”, zei een betrokkene, „hoe vaker je dacht: dit is het topje van de ijsberg.”
Maar politiek leiders hadden geen idee. In de maanden dat AIVD-hoofd Bertholee de schade van de zaak-P. in kaart bracht, besloten Mark Rutte (VVD) en Diederik Samsom (PvdA) in de formatie van 2012 het budget van de AIVD te korten, met 38 procent.
Russen hacken voor de minister
De relatie met Rusland verslechterde. Online liep het conflict al sinds de jaren 2000 op, waarbij diensten uit beide landen elkaar hackten. De botheid van Russische hackers die zagen dat ze waren betrapt, irriteerde inlichtingenofficieren. „Het kon ze geen flikker schelen als wij wisten wat ze deden”, zegt er een.
Gedrag dat zich verplaatste naar de echte wereld. BZ zag het Vriendschapsjaar met Rusland – 2013 – als kans op een ommekeer. Die kwam er niet, met als dieptepunt de mishandeling van een Nederlandse diplomaat in Moskou. „De positieve jaren waren voorbij”, zegt Renée Jones-Bos nu, toen secretaris-generaal op BZ.
De AIVD zag Russische hackers binnendringen bij lagere overheden – gemeenten, waterschappen. Toenmalig plaatsvervangend diensthoofd Marc Kuipers sprak er in 2013 over in Binnenlands Bestuur. De Russische spionage was nu omvangrijker dan tijdens de Koude Oorlog, zei hij, ook een kleine gemeente kon doelwit zijn. Russische hackers namen „enorme risico’s omdat de opbrengst vele malen groter is”.
Het ging van kwaad tot erger. In Moskou werden de remleidingen van de dienstauto van de AIVD-liaison doorgesneden. De dienst besloot hem in stilte terug te halen, en vroeg BZ de Russische ambassade te kortwieken, zeker toen na 2014 – annexatie Krim, MH17 – het aantal Russische spionnen in Nederland bleef groeien.
BZ aarzelde. „Het kan ook waarde hebben spionnen hun gang te laten gaan”, zegt Ed Kronenburg, de voorganger van Renée Jones als secretaris-generaal. „Je leert hun methodes kennen, je ziet waar ze op uit zijn.”
En Nederland zat ook niet stil: AIVD-hackers keken vanaf 2014 mee toen de Russische beïnvloedingsoperatie bij de Amerikaanse verkiezingen van 2016 leidde tot online inbraken in het Witte Huis en bij de Democraten, onthulden de NOS en de Volkskrant later.
Ook ministers profiteerden van hackers: inlichtingenbronnen bevestigen dat enkele bewindslieden voor een gesprek met een Russische ambtgenoot van de AIVD geregeld de gespreksagenda van hun Russische collega kregen – en na afloop soms ook de evaluatie.
In 2016 trad Renée Jones aan als ambassadeur in Moskou. Escalatie hing in de lucht. „Het is winter in onze betrekkingen”, hoorde ze bij haar aantreden. „Ik heb mijn winterjas aan”, reageerde ze.
Evengoed had BZ jaren na de zaak-P. zijn veiligheidsmaatregelen niet op orde. De ambassade had geen safe speech room – een ruimte die niet afgeluisterd kan worden – en verbindingen waren onvoldoende beveiligd, zodat de AIVD geen berichten naar Moskou durfde te sturen. „Ik moest geregeld naar Nederland om ze te lezen”, vertelt Jones.
Twee jaar later, april 2018, was de confrontatie compleet. Buitenlandminister Stef Blok (VVD, 2018-2021) bezocht ambtgenoot Sergej Lavrov in Moskou. Diezelfde middag werden Russische hackers in Den Haag betrapt bij het OPCW, de VN-organisatie tegen chemische wapens. Jones hoorde ervan toen ze vlak na Bloks bezoek door Moskou wandelde: „Bloody hell!”
Ze zag hoe de wapenwedloop van de Koude Oorlog online terugkeerde. Wederzijdse afschrikking, hard tegen hard: wie saboteert zal gesaboteerd worden. „Zij willen een andere wereldorde, dus we móéten ons verdedigen. If you want to keep the peace, prepare for war.”
Het slagveld beperkte zich niet tot het internet. Alleen al van 2006 tot 2017 werden in het NAVO-gebied twintig Russische illegals ontmaskerd, onthulde in 2018 de civiele geheime dienst van Duitsland, de Bundesverfassungsschutz. Het waren vaak zulke pijnlijke gevallen dat ze niet waren geopenbaard. De oud-correspondent van The Economist in Moskou, Edward Lucas, een vroege Poetin-criticus, schreef al in 2012 over het groeiende aantal Russische illegals: „Poetin wil het Westen vernietigen”.
De incidenten bleven toenemen. In april 2022 bemachtigde een Russische illegal met een Braziliaans paspoort een stageplaats bij het Internationaal Strafhof, net toen het onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden door Poetin in Oekraïne begon. De AIVD greep in, Nederland zette hem uit, en alweer was er dat schurende ongemak: hoeveel illegals zaten hier al?
Nanotechnologie delen met Moskou
Toch hielden BZ en EZ tot vlak voor de invasie van Oekraïne vast aan het pad dat ze hadden uitgestippeld. Buitenlandminister Maxime Verhagen (CDA, 2007-2010) schreef de Tweede Kamer in het voorjaar van 2008 dat Poetin „van meet af aan [heeft] gewerkt aan […] de integriteit van de Russische staat.” Poetins assertiviteit leidde tot „fricties”, meende Verhagen, maar meer handel en onderlinge afhankelijkheid zouden de relatie verbeteren. „Economische vervlechting”, schreef hij, was „eerder een kans dan een bedreiging.”
En zo gebeurde het – het had alles te maken met Shell. In het eerste jaar van Poetins presidentschap kocht het bedrijf, toen nog Nederlands-Brits, in Siberië het grootste olie- en gasveld ter wereld, Sakhalin II. In 2005 eiste Poetin met betwistbare argumenten de zeggenschap op – en Shell boog in 2007. Het vroeg geen arbitrage aan, maar besloot te proberen een nieuw Russisch project binnen te halen: gaswinning op het Arctische schiereiland Jamal en de noordelijk gelegen Karazee.
Het zou jaren later op niets uitlopen. Maar tot dan deed Den Haag er alles aan, onder meer via een projectgroep (‘Delta’) van overheid en bedrijven, om Shell in die ambitie bij te staan. „Ons beleid werd erg door Shell gemotiveerd”, beaamt oud-SG Kronenburg van BZ. Van Zwol, toen de hoogste ambtenaar op AZ: „Het economisch belang van Shell en Nederland: daar stond een is-gelijk-teken tussen.”
Ook op de gevoeligste terreinen was samenwerking mogelijk. Rond een bezoek van Medvedev aan Den Haag, juni 2009, organiseerde BZ in Eindhoven een treffen tussen twaalf Russische en negentien Nederlandse kennisinstellingen om „samenwerkingsgebieden binnen het brede gebied van nanotechnologie” te vinden, aldus een verslag (‘BZ-Intern’, 26 juni 2009) van een beleidsmedewerker Rusland. Een afspraak voor een vervolg in Moskou was gemaakt, stond er.
Hoe ver dit ging bleek later. In 2014 wees het RIVM inzake nanotechnologie op het gevaar van „observatie door ‘kwaadwillenden’”, en eind 2020 zette Nederland Russische diplomaten uit omdat ze in de regio Eindhoven onder meer zochten naar geheimen inzake nanotechnologie.
Ook Gazprom werd met open armen ontvangen. Vanaf 2002 volgden honderden Russen een opleiding gasmanagement in Groningen, op een instituut van de universiteit, Gasunie en Gazprom. Gazprom kreeg een aandeel in een pijpleiding van Gasunie naar het VK. Het werd partner in de gasopslag bij Bergermeer, en kon zo mede de nationale gasvoorraad bepalen. Het kreeg in 2015 een belang in de olie- en gaswinning op de Noordzee. Shell stapte, anders dan Gasunie, in 2015 zelfs in Nord Stream II. En Follow The Money onthulde dat de Energiecommissie van Nederland en Rusland, met vijf leden van Gazprom, ook in 2018 en 2020 nog overlegde over verdere samenwerking.
Alleen: wat voor EZ en BZ zoeken naar vervlechting was, zag de AIVD als gevaar van innesteling. Zo signaleerde de dienst in 2017 voorbereidingen „om sabotage van de vitale infrastructuur in Europa (in de toekomst) mogelijk te maken”, waarbij „andere landen zich innestelen in bepaalde systemen”.
Het was de online variant van de illegal. En dat Rusland bij de „zéér vergaande” samenwerking van Gazprom met Nederland kans had gezien zich in te nestelen in de energiesector, stond voor oud-inlichtingenman Klompenhouwer vast.
„In Oekraïne was het jaren terug al een publiek geheim dat Rusland Oekraïense energiecentrales hackte”, zegt hij. „Ze onderzochten wat ze konden: lukt het ze zo’n centrale stil te zetten?” En talrijke Oekraïners, zegt hij, zeiden toen al: „Let maar op: wat Rusland nu bij ons doet, zullen ze straks bij jullie proberen.”
De vragen die Nederland niet stelt
Dit voorjaar besloot BZ het aantal Russische diplomaten in Nederland tot een minimum te beperken, na aanhoudende spionageacties vanuit de ambassade. Een verlate verzetsdaad – de AIVD drong er binnenskamers al zeker tien jaar op aan.
Zo zat deze geschiedenis vol ongemakkelijke feiten.
Nederland betaalde ruim 1,5 miljard euro aan een door een oud-Stasi-topman geleide pijpleiding die Poetins greep op de gastoevoer vergrootte en volgens kenners een klassiek Russisch infiltratieproject was.
Het zocht de diplomatieke dialoog, maar kreeg er een spionage-gestuurde overval op BZ voor terug en belandde online in een nieuwe wapenwedloop.
Het werkte aan economische vervlechting – maar gaf elementaire kennis aan Russen prijs en stelde de energiesector bloot aan Russische innesteling.
En nadat de inlichtingendienst in elk van deze gevallen al vroeg wees op de risico’s of gevolgen van werken met Poetins spionnenstaat, werd haar begroting met ruim een derde gekort.
In Duitsland zijn politici en media sinds de invasie van Oekraïne niet bang zichzelf grote vragen te stellen: hoe konden ze Poetin zo verkeerd inschatten? Nederland behandelt het tot nu toe als een mislukt handeltje: pech gehad, zand erover.
Klompenhouwer: „Maar ook wij mogen ons afvragen: waarom hebben we ons zo enorm vergist?”