De Duitse agenten in het busje moeten vreemd hebben opgekeken, toen ze zaterdagavond de Nederlandse grens naderden. Op de weg werden ze tegengehouden door mannen in reflecterende vestjes en met seinlichten. Een grenscontrole, uitgevoerd door zelfbenoemde Nederlandse burgerwachten.
„Ze vonden het zó erg”, zegt initiatiefnemer Jan Huzen triomfantelijk. „Ze konden zich niet voorstellen dat Nederlanders op Duits grondgebied een Duitse politieauto zouden aanhouden.” Jan Huzen is een beroepsactivist uit Nieuw-Weerdinge, een dorp in Drenthe. De ondernemer met een omheiningsbedrijf stookt al jaren protesten op tegen de Nederlandse overheid. Eerder dreigde hij adressen van undercoveragenten openbaar te maken, en werd hij veroordeeld voor opruiende uitspraken over de Toeslagenaffaire en voor het organiseren van een boerenprotest op de snelweg, met een ongeluk tot gevolg. Dit weekend speelde hij voor grenswacht.
Bericht aan volgers Facebook
Het idee ontstond nadat hij zaterdagochtend op Facebook een „bizar” nieuwsbericht las, vertelt Huzen. De Duitse politie zou asielzoekers over de Nederlandse grens neerzetten. Dat zou blijken uit bewakingsbeelden die een bewoonster vlakbij de grens had gemaakt. De Duitse politie zei tegenover De Limburger dat er sprake is van het terugsturen van migranten bij de grens.
Die middag stuurde Huzen een bericht aan zijn duizenden volgers op Facebook. „Wie is er bereid om in de nachtelijke uren de grenzen te gaan bewaken nu alom bekend is dat de Duitse politie hier ’s nachts met busjes en helikopters asielzoekers over de grens aan het dumpen is!”
„Ik dacht: er komen hooguit een man of tien op af”, zegt Huzen. Dat werden twintig mensen. Onder meer enkele leden van een burgerwachtgroep uit Ter Apel, geleid door een lokale PVV’er, deden mee. „Meer dan genoeg. Dus ik dacht: waar wachten we nog op?”
Huzen en zijn Facebookvolgers vertrokken nog diezelfde avond in gele hesjes naar de Duitse grens. Daar hielden ze een aantal auto’s aan. „Helaas troffen we geen asielzoekers aan. Ook geen donkere mensen, of iets wat erop lijkt.” Wat zou er dan gebeuren, als ze die waren tegengekomen? „Dan zouden we ze achtervolgen en ondervragen”, zegt Huzen. „En dat wilden we vastleggen. Om aan het grote publiek te laten zien hoe asielzoekers hier over de landsgrens worden neergezet. Als je dat vastlegt, dan heb je wel een rel te pakken, denk ik. Dat hebben we nu eigenlijk ook al een beetje bereikt.”
Van Weel en Wilders
Want de actie van Huzen wordt zondag groot nieuws. Demissionair minister van Justitie en Veiligheid David van Weel (VVD) schreef op X dat de frustratie om de asielinstroom „begrijpelijk”, was. „Maar neem het recht niet in eigen hand. Laat politie en marechaussee hun werk doen. Houd je aan de wet.” PVV-leider Geert Wilders schreef op X dat hij het een „fantastisch initiatief” vond.
Door de aandacht komen zondagavond nog veel meer mensen naar Ter Apel om voor grenswacht te spelen. „Er waren mensen uit Limburg, Utrecht en Rotterdam op af gekomen. Alleen maar omdat Geert Wilders het een geweldig initiatief vond.”
Zelf zou Wilders de volgende keer ook graag meedoen, schreef hij op X, maar dat zal volgens Huzen niet gebeuren. „Ik denk niet dat hij het risico wil lopen dat hij gearresteerd wordt.”
Woordvoerder Westerwolde
Dat is geen denkbeeldig risico, want het is verboden om jezelf voor te doen als politiemedewerker. „Als burger mag je niet zomaar auto’s aanhouden, mensen om identiteitskaarten vragen en auto’s doorzoeken”, zegt de woordvoerder van de gemeente Westerwolde. „Dat is voorbehouden aan de politie.”
Maar in de politie heeft deze groep geen vertrouwen meer, zegt Krista Schram, lector Publiek vertrouwen in veiligheid aan de Hogeschool InHolland. „Deze mensen zijn ten einde raad. Ze hebben het gevoel dat de autoriteiten dit niet meer in goede banen kunnen leiden en dat ze het zelf maar moeten doen.”
Maar volgens Schram is het niet de bedoeling dat burgers mensen aan de grens aanhouden. „Ook migranten kunnen om allerlei redenen de grens oversteken. Dat kan gewoon legaal zijn, bijvoorbeeld als ze binnen de EU reizen. Het is aan autoriteiten om dat te controleren. Want wat gebeurt er als deze burgerwachten iemand tegenkomen die in hun ogen illegaal de grens passeert? Gaan ze die tegenhouden, gaan ze ermee op de vuist? Het riekt naar eigenrichting.”
Er zijn vooralsnog geen arrestaties verricht. „Toen de politie bij de eerste actie ter plaatse was, stond men op de parkeerplaats en deed niks. Dat mag”, zegt de woordvoerder van de gemeente. Wel worden de acties scherp in de gaten gehouden. „De politie heeft in beeld wie deze mensen zijn”, zegt de woordvoerder van Westerwolde. De politie Noord-Nederland zei op vragen van NRC: „Grenscontroles zijn in Nederland nadrukkelijk voorbehouden aan de Koninklijke Marechaussee. Burgers moeten het recht niet in eigen hand nemen. Als wij strafbare feiten constateren, treden we op.”
Jan Huzen is niet van plan te stoppen met de acties. Hij weet dat de politie hem in de gaten houdt. „Daarom zeg ik niet waar we de komende avonden gaan controleren”, zegt hij. „Dat kiezen we pas op het laatste moment. We doen tien grensovergangen in een grabbelton, iemand pakt er een kaartje uit, en daar gaan we heen.”
Dit bericht is dinsdagavond geactualiseerd met een reactie van de politie Noord-Nederland.
Of hij een Palestijn was. Issa Amro knikte, met de gelatenheid van iemand die die vraag meermaals per dag moet beantwoorden. De soldaat die hem ditmaal had gesteld oogde jong, puberaal; veel te jong en puberaal om te worden uitgerust met geweren en autoriteit. Als kijker wilde dat beeld niet wennen, ook al had je het op driekwart van The Settlers al veelvuldig gezien. Louis Theroux en zijn team werden in de documentaire over Israëlische religieus-nationalistische kolonisten om de haverklap staande gehouden door zwaarbewapende tieners. Dan moesten de Britten hun paspoorten laten zien en vertellen wat ze in Israël kwamen doen. Of in gebieden die niet Israëlisch zijn, maar door de soldaten voor het gemak wel alvast zo werden beschouwd. Alsof het toch maar een kwestie van tijd was.
Na de legitimatiecheck in Hebron taaiden de soldaten vaak weer af. Maar nu was Theroux in het gezelschap van Amro, die hier woonde, en voor Amro golden andere regels. Een paspoort zou hem niet helpen. Zodra hij ‘ja’ had geantwoord op de vraag of hij een Palestijn was, wees de soldaat naar een zebrapad een paar meter verderop. „Zie je die lijn? Daar mag je niet overheen.” Theroux mocht wel blijven. Terwijl Amro naar de achtergrond verdween, vroeg de documentairemaker: „Waarom mag hij niet bij ons staan?” „Er zijn beperkingen voor Palestijnen”, zei de soldaat. Zijn antwoorden werden warriger, zijn toon koeler naarmate Theroux bleef doorvragen. Het was beleid. Het mocht niet. Stop met filmen. Zout op.
In Engeland werd deze BBC-documentaire in april uitgezonden, in Nederland gebeurde dat donderdag. In de tussentijd sprak Theroux in The Guardianover de vele reacties die The Settlers – het vervolg op The Ultra Zionists (2011) – losmaakte bij het publiek. Veel kijkers waren geschokt over wat ze hadden gezien: de voortdurende dreiging van geweld, het onbeschaamde landjepik, de felheid van de settlers in kwestie. Over die reacties zei Theroux: „Als je geschokt was door mijn film over Israëlische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever, heb je niet goed opgelet.”
Niet tegenop te redeneren
Geen van de dingen die hij heeft vastgelegd is nieuw, zegt Theroux, al is de expansiedrift van deze beweging flink opgeschroefd sinds de Hamas-aanvallen op 7 oktober 2023. Dat gegeven was voor hem de aanleiding om een vervolg te maken, op een onkarakteristiek sobere manier. De lichte ondertoon uit eerder werk als Weird Weekends heeft hier volledig plaatsgemaakt voor de ernst die past bij het onderwerp. Waar hij zich in het verleden nog wel eens wilde opstellen als welwillende kneus om mensen openhartige uitspraken te ontlokken, was dat hier ook niet nodig: de geïnterviewde kolonisten droegen graag hun extremistische visie uit, waar niet tegenop te redeneren viel.
Zo had je Ari uit Texas, die meende in Israël de gehele westerse samenleving te verdedigen. „En niet alleen de westerse wereld – iedereen die ook maar enige vrijheid in z’n leven wil.” „Toch zijn er miljoenen mensen, overal in de regio – Arabieren, moslims – die niet vrij leven”, zei Theroux. Ari’s stem werd luider. „Ik heb niet zo veel medelijden voor een samenleving die een onlesbare, genocidale, theologische bloeddorst heeft.” Als je Palestijnen zo wegzet, zei Theroux, „kun je daar bijna een spiegelbeeld van creëren: ‘Als zij dat ons willen aandoen, moeten wij hén dat aandoen’.” Maar Ari was onwrikbaar. Dit was geen man die in spiegels keek.
Net zo machteloos kon je je voelen door de gesprekken met Daniella Weiss, die al vijftig jaar een voortrekkersrol heeft in het stichten van illegale nederzettingen in Palestijnse gebieden, en in het vervolgens laten erkennen van die nederzettingen door de Israëlische overheid. Bij de huidige regering heeft ze een flinke vinger in de pap. Ze keek geamuseerd toe hoe Theroux haar uitlegde dat het verplaatsen van burgerpopulaties naar bezet gebied een oorlogsmisdaad is en lachte toen hij was uitgesproken. Een vrouw van bijna tachtig, giechelend, met haar leesbril in haar hand. Ze zei: „Het is een licht vergrijp.”
Met die „lichte vergrijpen” was Issa Amro, die in de schaduw van al het wapenvertoon al jaren pleit voor geweldloos verzet, heel goed bekend. Ze maakten de situatie in Hebron onleefbaar voor de Palestijnse bevolking. Dat was geen nieuwe ontwikkeling, maar wel eentje die steeds sneller verergerde. „Wist je dat dit ging gebeuren?”, vroeg Theroux hem nadat Amro door de soldaat was weggestuurd. „Nee”, zei Amro. Hij was eraan gewend dat hij op veel plekken niet mocht komen, maar deze lijn was nieuw. Opgeschoven. „Ze hebben het verboden gebied uitgebreid.” Zo slinkt de bewegingsruimte elke dag een beetje, tot er uiteindelijk niets overblijft.
Woensdagmiddag in Scheveningen: overal kleine prinsesjes. Ze druppelen uit de tram, uit de parkeergarage, uitgedost in lichtblauw satijn, al dan niet met wapperende cape. Drie geluksvogels worden afgezet door een knalroze limousine. De prinsessen (m/v) stromen richting het Circustheater, of klauteren nog even in de grote letters op het plein. Ouders trekken hun telefoons tevoorschijn.
„1, 2, 3, Elsaaa!”
Frozen de musical is een ideaal gezinsuitje, dat hoef je Daan Oomen niet te vertellen. Hij is bekend in showbizzland, werkt als lichtontwerper aan internationale producties. Alysee, zijn jongste dochter, kreeg voor haar verjaardag kaartjes voor het hele gezin. Oomen geeft haar een bemoedigend duwtje. „Ga hier maar staan, doen we even een fotootje, is dat meteen geregeld.”
Daar komt nog een vader: Alejandro Parada Casaleiro (45), met zoons Manu (9) en Xavi (12). De jongste (3) is thuis. Alejandro en zijn vrouw Carmen hebben samen al veel musicals gezien, Frozen stond nog op hun verlanglijst. Hij kon een middag gemist worden op zijn werk in het ziekenhuis, zij is ’s woensdags altijd vrij. Ook Jan van der Veen (43) hoefde niet op kantoor te verschijnen, vertelt hij terwijl dochter Nina (4) zich verstopt achter zijn benen. „Ik heb twee maanden vitaliteitsverlof. We dachten: wat gaan we doen vandaag? Toen vertelde mama over de Elsa-musical. Dat leek ons wel wat, toch Nien?”
Verlofregelingen
De vaders in Scheveningen zijn eensgezind: ze vinden dat ze genoeg tijd doorbrengen met hun kinderen. Bijna allemaal werken ze minder dan 38 uur per week. Ze hebben flexibele werkgevers of een eigen bedrijf. Ze zijn van de generatie die kon profiteren van verlofregelingen die sinds 2018 stapsgewijs zijn uitgebreid. Lange tijd hadden partners na de geboorte van hun kind recht op twee vrije dagen – een om bij de bevalling te zijn en een om het kind aan te geven bij de gemeente. Tegenwoordig kan een jonge vader in loondienst bijna vier maanden betaald vrij nemen.
„Als je kiest voor kinderen, dan moet je het samen doen”, vindt Alejandro Parada Casaleiro. Hij doet deels het huishouden, kookt en doet boodschappen. „Alleen de was, daar bemoei ik me niet mee.” Hij onderneemt bewust veel met zijn zoons, zoals laatst een bezoekje aan een autobeurs. „Je kunt het niet meer inhalen.”
Alejandro Parada Casaleiro gaat met zijn zoons Xavi (12) en Manu (9) naar ‘Frozen’.
Foto Simon Lenskens
Dat beaamt Daan Oomen, die soms eenzaam was nadat zijn ouders uit elkaar gingen, al groeide hij op in een groot gezin. Nog niet zo lang geleden reisde hij voor zijn werk de halve wereld over, maar sinds hij vader is ging hij anders denken over wat belangrijk is. Met zijn dochters (4 en 7) doet hij het liefst creatieve dingen: „Tekenen, muziek maken, op avontuur. Omdat ik ondernemer ben, heb ik daarin veel vrijheid. Ik moedig hen aan vrij te denken, een open blik te hebben. Hoe is het om méns te zijn? Dat soort dingen leer je niet zo snel op school.”
Hoeveel tijd ouders in Nederland spenderen in gezelschap van hun kinderen, werd in 2016 voor het laatst gemeten. Voor het Sociaal en Cultureel Planbureau hielden 1.893 respondenten een week lang een dagboek bij. De uitkomst: bij heterostellen brachten vaders gemiddeld dertig uur met hun kinderen door, moeders veertig uur. Een ding is zeker: ook bijna tien jaar later is de verdeling van arbeid en zorg bij veel man-vrouw koppels niet gelijk. Vaders doen nog altijd meer betaald werk. Mannen met kinderen onder de twaalf jaar werken volgens het CBS gemiddeld veertig uur, vrouwen 28 uur per week. Vaders die evenveel of meer tijd aan het huishouden en zorgtaken besteden als hun vrouwelijke partner, zijn in de minderheid.
Hoe komt dat? Is het erg? Kunnen de vaders van tegenwoordig – als ze dat willen – volop vader zijn?
‘Waar is je vrouw?’
Toen David Borman zeventien jaar geleden na de geboorte van zijn eerste kind een aantal weken verlof nam, was dat nog allesbehalve vanzelfsprekend. „Op het consultatiebureau kreeg ik te horen: ‘Waar is je vrouw?’ of ‘O, wat leuk, ben je een dagje vrij?’” Sindsdien, zegt hij, is er een hoop veranderd. Zeker sinds partners extra geboorteverlof kunnen opnemen – iets wat ongeveer driekwart ook daadwerkelijk doet – is het draagvlak voor betrokken vaderschap gegroeid. Je ziet het terug op straat, zegt Borman, maar bijvoorbeeld ook in de wetenschap, in het aanbod van podcasts, in de boekwinkel: „Een hele plank met vaderhandboeken.”
Kinderen van betrokken vaders scoren beter op school en vertonen minder gedragsproblemen
Borman, auteur van twee van dat soort boeken, kun je gerust een vaderexpert noemen. Het begon toen hij als verloskundige in het ziekenhuis mannen tegenkwam die eigenlijk geen idee hadden wat een bevalling inhield. Borman merkte dat hun onwetendheid het proces in de weg kon zitten. Pas toen zijn echtgenote in verwachting raakte, kreeg hij door hoezeer alle informatie rond zwangerschap en bevalling op vrouwen was gericht. Het resulteerde in de cursus ‘Aanpakken voor aanstaande vaders’, waarin partners in twee avonden door hem worden bijgespijkerd. Daarnaast traint hij bedrijven en professionals in onder meer de geboortezorg: hoe kunnen zij vaderinclusiever zijn?
Voor een actieve vaderrol valt veel te zeggen. Kinderen van betrokken vaders scoren beter op school, ontwikkelen sterkere sociale vaardigheden en vertonen minder gedragsproblemen, blijkt uit onderzoek van onder meer Unicef. Een Noorse studie wees uit dat er minder geweld is tegen kinderen in huishoudens waarin zorgtaken evenredig zijn verdeeld. Zorgende vaders, aldus een WHO-rapport, zijn zowel lichamelijk als mentaal gezonder. Ze ervaren meer zelfvertrouwen, emotionele groei en verbinding en vertonen minder risicovol gedrag zoals middelenmisbruik. De kans is kleiner dat ze jong sterven. Hun leven kent meer zingeving en structuur.
Traditioneel
Toch is de betrokken vader – Borman spreekt van „de optelsom van liefde, betrouwbaarheid, beschikbaarheid, zorgzaamheid en verantwoordelijkheid” – niet vanzelfsprekend. Een veelzeggend statistiekje: de helft van de stellen met kinderen wil de zorg gelijk verdelen, slechts 9 procent slaagt daarin. De praktijk, constateert het CBS in de laatste Emancipatiemonitor, is „traditioneler dan de wens”. Waarom?
Ten eerste, denkt Jens van Tricht, door de tijd waarin we leven. Van Tricht is oprichter en directeur van Emancipator – een organisatie die werkt aan het veranderen van normen voor mannen en mannelijkheid – en auteur van twee boeken over mannen en feminisme. Om de status quo te duiden, gebruikt hij vaak de metafoor van twee over elkaar schuivende aardplaten: „Op de oude, patriarchale plaat wordt jongens en mannen verteld dat ze vooral man moeten zijn en mannelijk moeten doen en dus never nooit vrouwelijk mogen zijn of lijken. De moderne, geëmancipeerde plaat koestert idealen als gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid en verwacht van jongens en mannen dat ze daaraan bijdragen.”
Jan van der Veen (43) met dochter Nina (4) bij de musical ‘Frozen’.
Foto Simon Lenskens
Mannen, aldus Van Tricht, zitten in een spagaat tussen die twee werelden. Enerzijds willen ze geëmancipeerd zijn, anderzijds leven ze volgens het „dominante patriarchale script” dat succes definieert in meetbare prestaties als een goedbetaalde baan. „Mannen die niet voldoen aan het mannelijkheidsideaal worden gestraft. Dat zie je ook rond vaderschap: wie zijn kinderen voorrang geeft, betaalt daarvoor. Met minder serieus genomen worden. Of in z’n carrièreperspectief.”
Daar komt bij dat Nederland nogal moedergericht is. Een kwart van de Nederlanders vindt dat vrouwen beter voor kinderen kunnen zorgen dan mannen – al is dat idee allang wetenschappelijk achterhaald. De ‘moederschapsideologie’ kreeg vooral vorm na de Tweede Wereldoorlog, toen de overheid het financieel aantrekkelijk maakte voor mannen om fulltime te werken en voor vrouwen om thuis te blijven – denk aan partnerpensioenregelingen en schaarse, kostbare kinderopvang. Pas in 1956 werden getrouwde vrouwen ‘handelingsbekwaam’ en móchten ze werken. Met de erfenis hiervan leven we nog steeds, zei hoogleraar familiesociologie Renske Keizer eerder in NRC, want beleid beïnvloedt cultuur en andersom. „Je kunt wel evenveel willen zorgen voor je kind maar als dat heel duur is, doe je het niet.”
Weinig steun
Ook in de zorg rond zwangerschap, geboorte en opvoeding draait het meestal om de moeder. Vaders krijgen zelden vragen van de verloskundige, vinden weinig steun als ze het zwaar hebben, worden alleen zijdelings aangesproken in folders, voelen zich – soms letterlijk – over het hoofd gezien. Daarom deden deskundigen en organisaties vorig jaar een oproep om vaders serieuzer te nemen in het zorgsysteem: geef hen dezelfde status als moeders, schreven ze, erken hun behoeften via de Zorgverzekeringswet. Betrek hen, als volwaardig ouder, vanaf het prille begin.
Er zijn natuurlijk mannen die dat niet per se willen, een gelijke verdeling. Misschien zien zij een veertig- of vijftigurige werkweek juist als een vorm van zorg: als kostwinner brengen zij hun gezin welvaart en stabiliteit. Misschien maakt het hen gelukkig. Misschien hebben ze een partner die niet kán werken, of die bewust thuis blijft.
En jonge vader in loondienst kan bijna vier maanden betaald vrij nemen
Steeds minder gezinnen leven van één inkomen, maar ondertussen maakt het idee dat mannen providers en protectors zijn en vrouwen verzorgers een comeback. Het meest zichtbaar is dat op sociale media en in de politiek. Radicaal-rechtse partijen zijn zich gaan richten op de maatschappelijke positie van mannen en mannelijkheid. Zo schreef FvD-leider Thierry Baudet enkele jaren geleden in een veelbesproken essay dat werkende vrouwen de oorzaak zouden zijn van „constant conflict, constante competitie en – uiteindelijk – ruzies, scheiding en sociale isolatie, en een nieuwe generatie van jongens en meisjes die opgroeien in een verminkte setting”.
De PVV – in haar laatste verkiezingsprogramma fel gekant tegen „genderwaanzin” en „diversiteitsgeneuzel” – beperkte de steun voor vrouwenrechten en gendergelijkheid door ongekend te bezuinigen op ontwikkelingshulp.
Manfluencers
Of het werkt? Jonge mannen – Gen Z’ers – in Nederland zijn volgens onderzoeksbureau Ipsos niet per se conservatiever geworden. Internationale studies, zoals die van de Universiteit van Oxford, laten wel een verschuiving naar uiterst rechts zien. In 2024 overwoog bijna 60 procent van de mannen onder de dertig jaar in de Europese Unie op een radicaal-rechtse partij te stemmen; 30 procent deed dat ook daadwerkelijk. Het is een tegenreactie, denken de onderzoekers, op de #MeToo-beweging en het streven naar gendergelijkheid. Ook wijzen ze op de invloed van online media en de polariserende werking van algoritmes.
Jongens en mannen krijgen vaak te horen wat er mis is met mannelijkheid en zoeken houvast op YouTube, TikTok en Instagram
„De manosphere is mainstream geworden”, zegt Jens van Tricht van Emancipator. Hij verklaart de aantrekkingskracht van conservatieve gendernormen als volgt: jongens en mannen zijn door de emancipatie van vrouwen en lhbtqia+-personen onzeker geworden over hun rol. Ze moeten mee-emanciperen én voldoen aan de oude norm, en zoeken houvast op YouTube, TikTok en Instagram. Daar vinden ze manfluencers die een simpele oplossing lijken te hebben voor dit complexe probleem: je moet gewoon weer een echte man worden. „Je kamer opruimen, vaak naar de sportschool – prima adviezen, zou je denken. Maar daarachter blijkt een heel compleet en beperkend ideaalbeeld van mannelijkheid te zitten: je moet presteren, concurreren, de controle houden, onafhankelijk, rijk en succesvol zijn. Pas dan ben je, tussen aanhalingstekens, een echte man.”
En dan gaat het nog een stap verder: namelijk met het idee dat mannen daarin gehinderd worden door vrouwen en alles wat ‘woke’ is. De Amerikaans-Britse Andrew Tate (10,7 miljoen volgers op X, verbannen van Facebook, Instagram en TikTok) is momenteel het boegbeeld van dat gedachtegoed. Tussen de pronkerige video’s en adviezen over hoe je net zo’n vermogende ‘G’ (gangster) kunt worden als hij, deelt hij misogyne opvattingen („Vrouwen doen het werk van Satan. Zonder een man die hen onder controle houdt, brengen zij alle grote vernietigingen teweeg.”)
Ruim de helft van de jonge vaders en bijna een kwart van de vijftien- en zestienjarige jongens heeft een positief beeld van Tate, bleek in 2023 uit een uitgebreide enquête van een Britse organisatie die zich bezighoudt met online veiligheid.
Max Verstappen
„Schokkend”, vindt David Borman. Al merkt hij in zijn dagelijkse werk niets van die conservatieve tendensen. „Het is natuurlijk een bubbel, maar ik zie in mijn cursus alleen maar vaders die écht willen, écht doen.” Anders dan een paar jaar geleden, zegt Borman, vertellen deze mannen trots aan vrienden en collega’s dat ze zijn cursus volgen. „En dat terwijl ze weinig rolmodellen hebben. Zie Max Verstappen, die twee dagen na de geboorte van zijn kind alweer op het circuit stond.”
Wat voor vader wil je zijn? Of wil je zien in de wereld? Het zou goed zijn, zegt Van Tricht, om daar deze zondag – op Vaderdag – eens stil bij te staan. Dat is ook wat hij probeert te doen met Emancipator. „Als we het hebben over problemen in de samenleving, kijken we niet vaak naar onszelf. Voor veel mannen is hun man-zijn blijkbaar heel belangrijk. Maar kunnen we het zo invullen dat we volledig onszelf mogen zijn?”
Eigenlijk mag je er niet fietsen zeggen de gele borden, maar ik ben ongehoorzaam. Ik stap niet af.
Vanaf de walkant leidt een pad belegd met rubberen matten me van de oever. Haakse bocht naar links, stukje naar beneden. Dan rechts, meteen weer rechts, en nog wat verder naar beneden. Je moet goed sturen tussen de hekken door, het pad is smal. Links, meteen weer rechts, nog een heel klein stukje naar beneden en nu ben ik op waterhoogte. De brug wordt hier breder, ik kan een wijde bocht naar links maken en daar zoef ik met een vaartje over de pontons op het Zwolle-IJsselkanaal heen.
Nu volgt het stuk omhoog, naar de andere walkant. Dat is het lastigste stuk. Terugschakelen, haakse bocht naar links. Het pad is hier weer smal. Nog een keer terugschakelen, rechts, en meteen weer rechts. Verder omhoog, links, een paar meter rechtdoor, en opnieuw naar links. Nu volgt de moeilijkste bocht, een echte u-turn. Het vergt behoorlijk wat kunde om niet je voet aan de grond te zetten bij het draaien van deze superkrappe bocht. Bijna vanuit stilstand duw ik hard op de pedalen om weer vaart te maken, verder omhoog, links en daarna nog eens links. Dat was ’m. Water overgestoken. Tijdelijke brug bedwongen.
Er wordt al een tijd aan de sluis in het Zwolle-IJsselkanaal gewerkt. De weg is er afgesloten voor auto’s. Aanvankelijk dacht ik ook voor fietsers, dus reed ik telkens om, tot iemand me vertelde dat er een brug in het kanaal gelegd was. En nog een leuke ook. Het was waar. Zo eentje had ik nog nooit gezien. De fietsbrug doet nog het meest denken aan een veldritparcours. De krappe bochtjes, tussen de hekken. Beetje omlaag, beetje omhoog.
Ik ben niet de enige die niet afstapt. Eigenlijk doet niemand dat. Alleen de dame met haar bakfiets die de krappe bochten echt niet fietsend nemen kan. Ik zie haar aan de overkant bij de u-turn, ze hannest heen en weer, moet steken met haar lange fiets en rondt de bocht dan toch. „Lastig voor jou zeg”, knik ik terwijl ik haar passeer. Ze lacht. „Geeft niks!” In de gezichten van alle mensen die ik tegenkom, die vanaf de andere oever hetzelfde parcours nemen, zie ik schittering in de ogen. Concentratie. Blik op de volgende bocht.
De een stuurt wat wiebelig tussen de hekken door, de ander met veel lef. Het meisje met de schooltas heeft er rode wangen van. De keurige meneer met zijn koffer achterop grijst breed als hij me passeert. Er is niemand die er geen spelletje van maakt, van die bochten, van het sturen en het balanceren. Voor me pakt een man als een volleerd veldrijder de paal in de u-turn vast, met een vaartje swingt hij zichzelf door het onmogelijke bochtje heen. Hij grinnikt, en kijkt stiekem over zijn schouder of ik het zag.
De jeugd speelt steeds minder buiten, de fietsvaardigheid holt met zevenmijlslaarzen achteruit. Volwassenen bewegen veel te weinig, en ze zijn zo gestresst en serieus. We denken na over campagnes, over dure oplossingen om daar wat aan te doen. Maar het kan zo simpel. Maak van elk obstakel een uitdagend parcoursje, en iedereen wordt zo blij en speels als een kind.