Hij vindt het verschrikkelijk wat er is gebeurd, zegt de chauffeur van de vrachtwagen die inreed op een buurtbarbecue in Zuidzijde

De meeste nabestaanden en slachtoffers zien chauffeur Juan S. (48) voor het eerst op deze eerste zittingsdag in de Rotterdamse rechtbank. Hij reed in augustus 2022 met zijn roodwitte vrachtwagen van een dijk in Nieuw-Beijerland, bij het gehucht Zuidzijde, en kwam terecht op een buurtbarbecue. Zeven mensen werden gedood, onder wie een ongeboren baby.

Juan S. reed niet met opzet van de dijk, dat stelt de rechter meteen bij aanvang. Niemand heeft deze tragedie gewild. Ook de chauffeur niet. Maar volgens het openbaar ministerie heeft hij wel schuld aan het ongeluk. Hij mocht immers vanwege zijn epilepsie geen vrachtwagen besturen. Hij zou zijn medicijnen niet volgens voorschrift hebben ingenomen. En hij zou cocaïne hebben gebruikt.

Dicht naast de verdachte zit de tolk Spaans. Of de chauffeur vast wat kwijt wil, vertaalt ze de woorden van de rechter. Hij biedt alle nabestaanden zijn verontschuldigingen aan, zegt hij. En dan: „Ik ga hier ook gebukt onder.”

‘Achtste dode’

Hij vindt het verschrikkelijk wat er is gebeurd, zal hij gedurende de dag een paar keer zeggen. Maar hij is óók slachtoffer. Hij verloor alles. Zijn vrouw (van wie hij scheidde), zijn dochter, zijn huis en werk. Er zijn tranen op de publieke tribune als hij zegt dat hij de achtste dode is. Na een schorsing legt hij uit dat hij bedoelde te zeggen dat hij zelf ook liever was omgekomen.


Lees ook

Had de vrachtwagenchauffeur een epileptische aanval? En andere vragen over het dodelijke ongeval in Zuidzijde

Bloemen ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het fatale ongeval in Nieuw-Beijerland. Foto Jeffrey Groeneweg / ANP

Hoe het ongeluk kon gebeuren, daarover gaat het. Minutieus wordt de rampzalig geëindigde zaterdag van de ramp uitgeplozen. Die dag had Juan S. lading gelost in Rotterdam, hij was onderweg naar een rustplaats om uit te rusten en dan verder te rijden naar huis, in Spanje. Vanwege omleidingen verdwaalde hij op de smalle wegen van de Hoeksche Waard, een gebied waar je met een vrachtwagen juist níét wil verdwalen, alleen al omdat keren vrijwel onmogelijk is. Het GPS-systeem stuurde hem alle kanten op, zegt hij.

Hij herinnert zich dat een bewoner, een man met een bril, bij hem in de cabine klom en hem de weg wees met een wegenkaart. Van het ongeluk dat daarna gebeurde weet hij niets meer. „Ik weet dat ik aan het rijden was, en dat ik daarna in een politieauto zat.”

Cocaïnepijpje

Door het OM geraadpleegde deskundigen stellen dat S. een epileptische aanval had. Hij was zeker vier keer eerder na een aanval in het ziekenhuis beland. Op de dag van het ongeluk zou de aanval getriggerd kunnen zijn door eerder cocaïnegebruik. Juan gaf toe dat hij cocaïne had gebruikt, een week eerder op een feestje. Volgens de toxicoloog was dat korter dan 48 uur voor het ongeluk. Tijdens het ongeluk had hij een cocaïnepijpje in zijn zak.

Zelf verklaarde hij eerder ook dat hij een epilepsie-aanval had gehad. Hij had na het ongeluk hoofdpijn. Toen gevraagd werd hoe dat kwam, zei hij destijds: „Door mijn epilepsie.” Een politieman vroeg hem wanneer hij voor het laatst een epileptische aanval had gehad: „27 augustus 2022, in Nederland.”

Nu ontkent hij dat stellig. Hij had geen symptomen van epilepsie, zegt hij. Als het wel zo zou zijn geweest, had hij het voelen aankomen. Dan neemt hij meteen medicijnen in. Medicatie nam hij altijd trouw, zegt hij. Zijn raadsvrouw Ten Doesschate wijst erop dat hij vlak na het ongeluk vooral zei dat hij zich niets kon herinneren. Zij denkt dat hij daarna vooral aan het ‘invullen’ was.

Lang gaat het over de mogelijke epileptische aanval. De rechter leest getuigenverklaringen voor waaruit blijkt dat na het ongeluk geen contact te krijgen was met de chauffeur. „Ik zag aan zijn gezicht dat hij afwezig was. Ik heb hem uit de vrachtwagen getrokken, hij kon niet op zijn benen staan.” Een ander zag een verkramping in zijn handen.

Juan S. woont momenteel bij zijn vader. Hij heeft zelf geen inkomsten, want hij mag niet rijden, ook niet in een personenauto. Hij heeft een rijbewijs nodig om bij een werkplek te komen. Zijn vader en broer steunen hem financieel. Die betalen ook de school voor zijn dochter, die het downsyndroom heeft en naar een speciale school gaat. Zijn baas bij truckersbedrijf El Mosca heeft gezegd dat hij weer aan het werk mag zodra hij zijn rijbewijs heeft teruggekregen.


Lees ook

Een jaar na de ramp in de Hoeksche Waard: het gevaar van de verdwaalde vrachtwagens

Tientallen keren per uur dendert een vrachtwagen  met hoge snelheid op anderhalve meter langs het raam van Marko Siepelinga.