N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ziekenhuis-cao Donderdag staakt het ziekenhuispersoneel. Wat merkt de patiënt daarvan? En komt er weer schot in het cao-overleg?
Ziekenhuispersoneel legt donderdag het werk neer. Althans, voor zover dat mogelijk is. Net als eerder de vuilnisophalers en buschauffeurs gaan nu werknemers van ziekenhuizen staken nadat de cao-onderhandelingen met ziekenhuiskoepel NVZ zijn vastgelopen. Zij zullen 24 uur lang werken alsof het zondag is: alleen de hoognodige zorg wordt geleverd, planbare zorg wordt uitgesteld.
Onder de ziekenhuis-cao vallen 200.000 mensen. Universitaire ziekenhuizen – de UMC’s – doen niet mee aan de acties; zij hebben een andere cao, waarin eind vorig jaar een salarisstijging van 10 procent is afgesproken. En ook medisch specialisten zijn met hun eigen arbeidsvoorwaardenregeling niet betrokken bij de huidige onderhandelingen en acties.
Op verschillende locaties hielden ziekenhuismedewerkers eerder al acties waarbij ze in de hal van het ziekenhuis gingen zitten. Deze donderdag zijn er acties op 64 ziekenhuislocaties. In veel ziekenhuizen hangen al maanden spandoeken met teksten als: „Wij moeten staken, anders liggen we straks zelf onder dit laken”, „De NVZ zegt nee, wij worden wel zzp” en „Werkt de NVZ niet mee, dan gaan we naar een UMC”.
Waar draaien de stakingen precies om en wat betekenen ze voor patiënten? Vier vragen.
1 Wat wil het ziekenhuispersoneel?
Allereerst: meer salarisverhoging dan de werkgevers bieden. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen biedt 13 procent, voor een periode van twee jaar. Beter wordt het niet, stelt de NVZ. Maar het gaat in stapjes – nu 5 procent, in december opnieuw, en in juni volgend jaar de laatste 3 procent – en daarom vinden de zorgvakbonden het niet genoeg, zeiden zij eerder tegen NRC. Bovendien willen de bonden zich niet laten vastpinnen op 3 procent stijging in 2024. Als tegen die tijd meer zicht is op de inflatie, moet op dat moment maar een besluit vallen. De bonden willen dít jaar 10 procent meer loon, net als de universitaire ziekenhuizen.
Ten tweede: een betere reiskostenvergoeding. Ziekenhuismedewerkers mogen nu 8 cent per kilometer declareren, voor hooguit 30 kilometer. De werkgevers willen het tarief dit jaar verhogen naar 11 cent en volgend jaar naar 14 cent. In andere sectoren betalen de meeste werkgevers ten minste het bedrag dat zonder belastingen mag worden uitgekeerd: 21 cent per kilometer. Volgend jaar wordt dat 23 cent.
Voor parkeren op het terrein van het ziekenhuis moet personeel ook nog vaak betalen. En treinkaartjes worden niet volledig vergoed. Dat betekent in wezen dat medewerkers moeten betalen om te kunnen werken, zeggen de bonden.
Een derde punt voor de werknemers zijn de oproepdiensten. Als een medewerker binnen 72 uur een extra dienst aanneemt, krijgt die daar een extra vergoeding voor, als beloning voor de flexibiliteit. De bonden willen dat medewerkers zich óók in tijd kunnen laten uitbetalen, om te herstellen van de extra werkuren.
2 Wat zijn de gevolgen van de acties donderdag voor patiënten?
Ziekenhuizen die meedoen aan de acties, werken grotendeels volgens een zondagsrooster. Er is minder personeel en veel geplande zorg is vervallen. Patiënten voor wie bijvoorbeeld een knieoperatie is ingepland, hebben bericht gekregen dat hun ingreep wordt verplaatst. De spoedzorg gaat in ziekenhuizen gewoon door. De spoedeisende hulp blijft open, opnames op de intensive care, de kraamafdeling, de oncologie en de hartbewaking gaan door, net als fertiliteitsbehandelingen.
Wat patiënten verder van de acties merken, hangt af van het ziekenhuis dat ze bezoeken – en welke afdelingen er meedoen. In het OLVG in Amsterdam wordt gestaakt, maar blijven alle poliklinieken open, in het Franciscus Gasthuis & Vlietland in Rotterdam sluiten er twee: de dermatologie- en de vaccinatiepoli.
In het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis in Amsterdam, voor oncologie, leggen medewerkers voor het eerst het werk neer. Op de verpleegafdelingen is donderdag minder personeel aanwezig. Er worden geen „grote patiëntenvisites” gelopen, legt de woordvoerder uit, en als artsen patiënten bezoeken, is daar die dag bijvoorbeeld geen verpleegkundige bij. Ook het personeel van de ondersteunende zorg staakt: psychologen en diëtisten werken niet, de fysiotherapeut komt alleen voor spoed bij patiënten langs. Het laboratorium en de poliklinieken blijven open, radiotherapie gaat door. Het bedrijfsrestaurant is dicht. Er worden – onder verwijzing naar de cao – soesjes zonder room uitgedeeld.
3 Wat kunnen de stakingen betekenen voor de onderhandelingen?
Ad Melkert, voorzitter van de NVZ, zegt zo snel mogelijk terug te willen naar de onderhandelingstafel. Maar meer ruimte is er niet, zegt hij er meteen bij. „We kunnen prioriteiten bespreken. Reiskostenvergoedingen zijn een belangrijk punt voor werknemers: daar kunnen we het opnieuw over hebben. Maar meer geld kan er vanuit ons niet bij.” Ofwel: als de NVZ eisen van de bonden inwilligt, zal dat ten koste gaan van andere punten uit het bod. „Tenzij de overheid en zorgverzekeraars bijspringen”, voegt Melkert toe.
Het maakt de kans klein dat de bonden snel weer aanschuiven: zij willen alleen opnieuw onderhandelen op voorwaarde dat er méér geld wordt uitgetrokken. „Anders heeft het voor ons geen enkele zin”, zegt Elise Merlijn, bestuurder bij FNV Zorg & Welzijn. „We hebben dit bod niet voor niets afgewezen.”
Als er geen geld bijkomt, wordt de volgende actie „nog groter”, zegt Merlijn. „De NVZ kan ook zeggen: we gaan gewoon betalen. Ja, dan ontstaan er problemen – maar laat Den Haag die dan achteraf maar oplossen.”
Is er sprake van een impasse? Merlijn denkt van wel. „Het is nu aan de NVZ om die te doorbreken.” Melkert denkt van niet. „We komen er wel uit met elkaar. We móéten er wel uitkomen met elkaar.”
Ja, dan ontstaan er problemen – maar laat Den Haag die dan achteraf maar oplossen
4 Wat betekent het als de werkgevers meegaan in de eisen?
De ziekenhuizen zoeken met het huidige bod al de randen op van wat financieel mogelijk is, aldus de NVZ. Accountants- en adviesorganisatie KPMG berekende op basis van jaarrekeningen uit 2021 wat het voor ziekenhuizen betekent als zij inderdaad dit jaar een loonstijging van 10 procent toezeggen. Alle ziekenhuizen zouden daardoor verlies draaien, luidde de conclusie. En in die berekening was enkel de loonstijging meegenomen, geen stijgende kosten voor energie en materialen.
Maar, nuanceert Arno de Vries, een van de onderzoekers: de meeste ziekenhuizen kunnen terugvallen op buffers en daarom wel één of twee jaar verlies lijden. De Vries werkt voor de gezondheidstak van KPMG en noemt de gevraagde loonsverhoging gerechtvaardigd: „Voor bepaalde functies in de zorg bestaat al een loonkloof ten opzichte van vergelijkbare functies in andere sectoren.” Uit een rapport van de Sociaal-Economische Raad uit 2021 blijkt inderdaad dat de lonen in de zorg gemiddeld 6 tot 9 procent lager liggen dan voor vergelijkbare functies in andere sectoren – een verpleegkundige tegenover een beveiliger, bijvoorbeeld.
Om te voorkomen dat ziekenhuizen te ver in het rood komen, zouden verzekeraars kunnen bijspringen, zegt De Vries. Eerder vroeg NVZ-voorzitter Ad Melkert al zorgverzekeraars en minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) mee te betalen aan de cao. Maar gevolg daarvan zou logischerwijs een stijging van de zorgpremie voor burgers zijn. Afgelopen vrijdag waarschuwde Kuipers nog voor flink stijgende zorgkosten.
Volgens De Vries is „spreiden van de pijn” de beste optie: ziekenhuizen moeten interen op het eigen vermogen en ook zorgverzekeraars zouden reserves kunnen aanboren, zodat de premiestijging niet al te fors uitpakt. „Zo dragen we samen de lasten.”
Dat zijn tijdelijke maatregelen, volgens De Vries. Hij pleit ook voor structurele oplossingen: slimmer werken, en dan vooral de regeldruk en administratieve lasten verminderen. „Ongeveer de helft van de tijd van zorgmedewerkers gaat naar administratie. Als je dat met 10 procent vermindert, scheelt dat al veel onnodige uren.”