Dat de nieuwe Star Wars-serie Skeleton Crew voortkomt uit jeugdherinneringen van jaren-80-kinderen, hoef je eigenlijk niet eens uit de mond van maker Chris Ford te horen. Vanaf de eerste minuten ademt de Disney+-reeks de sfeer uit van oude avonturenfilms van Steven Spielberg: kinderen die worden meegesleept in een piratenavontuur, ver van de veilige thuishaven, en met koppigheid en kinderlijke vindingrijkheid alle uitdagingen overwinnen. Het is „wensvervulling” voor kinderen, zegt Ford; het normale kind dat ineens in een magische wereld stapt.
Het is een format dat werkt. De eerste drie afleveringen van Skeleton Crew zijn fijne kinder-tv, vergelijkbaar met de vele kinderfilms met piratenthema die al decennialang worden gemaakt. Er wordt veel monter uitgelegd, vooral door de kinderen onder elkaar. Overal vallen verwijzingen naar klassieke piratenverhalen als Treasure Island. En natuurlijk weten de kinderen het uiteindelijk beter dan de volwassenen – ze prikken overal doorheen.
Wim (Ravi Cabot-Conyers), Fern (Ryan Kiera Armstrong), KB (Kyriana Kratter) en Neel (Robert Timothy Smith) wonen op de vreedzame planeet At Attin, waar alles in dienst staat van de ‘Great Work’ om de Republiek beter te maken. Wim is ongelukkig thuis, Fern worstelt met een moeder met hoge verwachtingen. Dan vinden ze het wrak van een ruimteschip. Eenmaal aan boord gaat de motor aan en komt het viertal per ongeluk op een piratenplaneet terecht. Daar blijkt dat niemand gelooft dat At Attin echt bestaat – de planeet is een fabeltje, deel van een mythe over een grote schat. De mysterieuze Jod Na Nawood (Jude Law) schiet de kinderen te hulp. Maar is hij wel te vertrouwen?
Foto Matt Kennedy
Prima kinder-tv, dus, goed voor een lekkere binge op de bank in de kerstvakantie. Maar in hoeverre is dit nog Star Wars? Voor de sets en de verhalen wordt duidelijk en nadrukkelijk meer inspiratie geput uit andere Disney-filmreeksen dan Star Wars. De Jedi-ridders, de aliens, de robots en de ruimteschepen lijken er wat opgeplakt. In gesprek met NRC spreekt Chris Ford over de „breedte van het Star Wars-universum, dat zo veel verhalen kan omvatten”. Bij het kijken van de serie vraag je je af of die rek er wel in zit.
Waarom vindt deze serie plaats in het Star Wars-universum? Er valt een lans voor te breken: de originele films waren feitelijk óók pastiches van avonturenboeken en -films, gericht op jonge mensen. In die zin is Skeleton Crew Star Wars als vanouds. Maar in de context van alle series en films die de afgelopen jaren zijn gemaakt, voelt de reeks als wéér een verdere verdunning van het merk.
Angstig
Na een aanvankelijk sterke start met de hypernostalgische film The Force Awakens in 2015, raakte Disney de Star Wars-fans steeds meer kwijt. Waar Force Awakens – geregisseerd door J. J. Abrams – vooral poogde om herinneringen op te roepen aan de originelen, wilde regisseur Rian Johnson met opvolger The Last Jedi (2017) een nieuwe richting inslaan. Minder Skywalkers, meer reflectie. Een luidruchtig deel van de fans was het niet eens met die beslissing. Dus gooide een angstig Disney het roer om. Rijkelijk te laat: de laatste film uit de trilogie, The Rise of Skywalker (2019), leek uit wanhoop bij elkaar geraapt.
Tegelijkertijd struikelde ook een reeks ‘bijfilms’ rond bekende personages en gebeurtenissen uit de oude Star Wars-films, met flop Solo (2018) als dieptepunt. Ineens leek Disney de weg kwijt – net zoals met de zwalkende Marvel-films, die na finalefilm The Avengers: Endgame (2019) al snel hun populariteit verloren.
Zoekend naar een hit vuurt Disney sindsdien in rap tempo allerlei Star Wars-projecten de wereld in. De oogst is een rommeltje. Het eerste seizoen van ruimtewestern The Mandalorian (2019) werd enthousiast ontvangen, maar kwam daarna vast te zitten in een moeras aan filmverwijzingen. Kenobi (2022) en Ahsoka (2023) moesten de superfan paaien met ingewikkelde live voortzettingen van oude (teken)filmverhalen, maar het resultaat was voor de meesten lastig te volgen. Dan maar een originele serie in een ander tijdperk, ver van de films? The Acolyte (2024) startte voor veel kijkers te sloom en leed onder lage kijkcijfers. Andor (2022) trok een nichepubliek door de onderhoudende, vaak politieke toon en de nadruk op sterke personages boven actie, maar de liefde van de massa bleef uit.
Foto Matt Kennedy / Lucasfilm Ltd.
Minder concurrentie
Het voelt alsof Star Wars-hoofdproducent Kathleen Kennedy wacht tot God zelf uit de hemel neerdaalt om haar te vertellen welke kant Star Wars op moet. Ze kan het zich veroorloven om zo te experimenteren want veel concurrenten op streamingvlak heeft Disney niet meer. Het bedrijf is met 112 miljoen abonnees qua streaming veel groter dan de meeste andere traditionele Hollywoodmegastudio’s; HBO Max (110 miljoen abonnees) heeft last van serieschaarste door de harde hand van nieuwe topman David Zaslav, die veel projecten in de prullenbak gooide. Alleen Netflix (282 miljoen abonnees) steekt erbovenuit, en is met 37 miljard dollar omzet per jaar nog steeds drie keer zo klein als Disney.
Maar de ontstane identiteitscrisis beschadigt langzaam het merk Star Wars. Kijkers kunnen er niet meer op vertrouwen dat ze bij een Star Wars-reeks kwaliteit krijgen, noch wat ze precies kunnen verwachten van een Star Wars-verhaal. De eerste zes films, gemaakt door bedenker George Lucas, zetten een helder beeld neer van wat dit universum was – avontuur en ridderheroïek rond een kern van thema’s over fascisme en rebellie. Wat er niet binnen viel, werd door Lucas hard tot onbelangrijk materiaal verklaard.
Die scherpe visie is er niet meer. In plaats daarvan wil Disney alle mogelijke verhalen kunnen vertellen, om zo alle mogelijke doelgroepen te bereiken. Juist daarom voelt Star Wars steeds meer als een slap aftreksel van wat het ooit was: een reeks symbolen die je op elk verhaal kan plakken. Dit universum snakt naar een leider, een consistente strategie, een idee van wat Star Wars moet zijn.
In de kern is het charmante Star Wars: Skeleton Crew hartstikke leuk als kerstuitstapje voor kinderen. Zonder te kunnen bouwen op een gezonde fundering van wat Star Wars is, bungelt de serie echter in het luchtledige. Maker Chris Ford ziet zijn schattige kinderen zo rondrennen in andere krochten van het Star Wars-universum, zegt hij. Maar van een afstand lijken Wim en zijn vrienden weinig gemeen te hebben met de getraumatiseerde, radicaliserende rebellen uit een serie als Andor. Het zijn andere werelden – andere visies op Star Wars. Gaat Disney ooit kiezen?
Star Wars: Skeleton Crew. Elke woensdag een nieuwe aflevering, Disney+.
De Amerikaanse president Donald Trump sprak in een eerste reactie sinds de plenaire vergadering van een „fantastische” NAVO-top. „Er waren geweldige mensen hier”, zei hij. „Iedereen was er: alle premiers en presidenten en koningen en koninginnen.” Hij benoemde zijn ontbijt met koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Beiden „prachtige mensen”, aldus Trump. Naast een glunderende Dick Schoof sprak hij vol lof over Nederland: „I love The Netherlands”.
Op de vraag of hij NAVO-artikel 5 nog wel onderschrijft, antwoordde Trump: „Natuurlijk doe ik dat, anders zou ik hier niet zijn.”
Nadat NAVO-chef Mark Rutte een toespraak gaf waarin hij vooral dingen uit de slotverklaring herhaalde, vroeg een journalist van de Britse nieuwszender Sky News of Ruttes liefkozende omgang met Trump niet een beetje „kleinerend” is. Dat vond Rutte niet. Zonder Trump waren de NAVO-lidstaten het immers nooit zo snel eens geworden over het verhogen van hun defensie-uitgaven, benadrukte Rutte, die daarna wederom Trumps „doortastende optreden” in Iran prees: de Amerikaanse president verdient simpelweg alle lof.
Liveblog NAVO-top
Slotverklaring NAVO-top: lidstaten akkoord over verhogen defensie-uitgaven naar 5 procent van bbp
De voorstelling Rekhalzen begint met zowel Yentl als De Boer die vanaf een metershoge blokkentoren wat in de verte turen. Vermoedelijk aan het rekhalzen, een woord dat later in de voorstelling wordt uitgelegd als oudHollands voor ‘reikhalzen’. Oftewel: „Uitkijken naar iets voorbij dit punt.” Maar ja, naar wat dan precies? Het gebrek aan een eenduidig antwoord wordt onderstreept door het betoverende decor vol Turner-achtige dramatische luchten.
Rekhalzen is de nieuwe voorstelling van Christine de Boer (42) en Yentl Schieman (39), die zich ooit op de Kleinkunstacademie verenigden als Yentl en de Boer. Het duo is zich steeds meer toe gaan leggen op bijna uitsluitend gezongen voorstellingen. Dit leverde Modderkruipers in 2023 de prijs voor beste kleinkunstvoorstelling van het jaar op. Ook opvolger Rekhalzen is erg goed gelukt.
Het duo blinkt uit door in zeer afwisselende liedjes zowel grote als minder grote levensvragen te bespreken. Soms op een dampende beat, dan in een walsje, maar vanuit een in eerste instantie klassiek klinkend cabaretliedje kunnen ze ook plotsklaps in een opera verzeild raken. Ook tekst en toon doseren ze strak: ze schuwen gevoelige liedjes en beeldspraken niet, maar sentimentaliteit wordt vermeden door daarna abrupt de sfeer te veranderen. Na een mooi, metaforisch lied zingschreeuwen ze grappig vilein over „alle beloofde cadeaus die ik nooit heb gekregen”: „Dus dan zoek je een kaartje, en schrijf je erop: ‘ik neem je mee uit eten’/ Dan lijk je gul, en gaat ervan uit, dat ik het wel zal vergeten.”
Lees ook
Cabaretduo Yentl en de Boer gaat meer de diepte in: ‘In alleen maar lolligheid zit toch een soort vrijblijvendheid’
Volmaakt geluk
Een staat van ogenschijnlijk volmaakt geluk blijkt veroorzaker van het gevoel reikhalzend te moeten uitkijken naar nieuwe uitzichten en dromen. Aan het begin van de voorstelling constateert het tweetal alles te hebben waar ze tot nu toe van droomden: een leuke man, fijne kinderen en een succesvolle carrière. Dat dit vooral het hardnekkige bééld van geluk is, oftewel buitenkant, blijkt als ze ironisch verder reflecteren op hun huidige situatie: „We zijn helemaal vrij van jeugdtrauma’s, hebben kinderen die alles lusten, aantrekkelijke mannen die gezellig met elkaar kletsen over de implementatie van een slimme thermostaat (…).”
In fijne liedjes maakt het duo duidelijk dat er van alles kan sluimeren achter het ideaalplaatje
In fijne liedjes maakt het duo duidelijk dat er bij iedereen van alles kan sluimeren achter de façades van een leven dat voldoet aan het ideaalplaatje. Zo kan achter iemand die één en al aardigheid uitstraalt een vat vol opgekropte woede en misgunnen schuilen, blijkt uit een komisch, extreem opgewekt gezongen liedje: „Ik troost je na een break-up, maar ik zie je wel het liefst alleen.”
Worstelingen kunnen zich in allerlei gedaantes aandienen: in leuke liedjes zingt het duo vanuit de perspectieven van mensen die zich héél moeilijk of juist héél makkelijk aanpassen aan anderen. Over eigen geworstel zingen ze onder meer in een geweldig beeldend nummer over beren op de weg.
De vraag die Yentl en de Boer vanuit verschillende oogpunten stellen, is of geluk wel automatisch resulteert in een ‘gratis happy end’. Het kan ook zomaar pardoes eindigen, zo ondervond De Boer vorig jaar bijna toen ze als een soort Tommy Cooper bewusteloos neerstortte op het podium. Pech kan je opeens overkomen. Misschien moet je het geluk daarom niet te veel tarten door alsmaar reikhalzend te verlangen naar méér geluk en méér nieuwe dromen. Dan kan het je immers onverwachts gebeuren dat je de randen van je geluk bereikt, kan je concluderen uit deze geweldige liedjesvoorstelling.
Een afzuigkap die na het koken uit gaat. Stratenmakers die hun trilapparaat aan de kant zetten. Een festival in een park verderop dat ten einde komt. Laagfrequent geluid is overal. Vaak vrij ongemerkt, tot het wegvalt. De plotse afwezigheid van het brommen en dreunen voelt weldadig. Een verrassend fysieke ervaring, want dit geluid is behalve te horen ook te voelen.
De diepe, lage tonen met een frequentie onder de 200 hertz gelden als laagfrequent. Dit soort geluid heeft lange golflengtes, en kan zich over grote afstanden verspreiden en door obstakels heen dringen. Vandaar dat het zo voelbaar is. Het maakt ook dat dit geluid lastiger te dempen is dan geluid in hoge frequenties.
Daar heeft de aan de TU Eindhoven verbonden start-up ATA Mute iets op gevonden: drie laagjes van kruislings over elkaar gelegde vezelachtige strengen die iets van elkaar af zijn geplaatst zodat gaatjes ontstaan. Lucht tussen de laagjes absorbeert het geluid.
Op het bureau van Mohammad Kojourimanesh, mede-oprichter en ceo van ATA Mute, liggen voorbeelden van de zogenoemde anechoic broadband compact-demper (ABC). Ze ogen verrassend simpel, als gevlochten matjes. De vergelijking met een matje komt behalve door de vorm ook door het materiaal, op dit moment werken ze veel met hennepvezels, vertelt Kojourimanesh. Zelf noemt hij het tape, omdat het geheel vrij dun is – enkele millimeters – en tamelijk flexibel, waardoor het op veel plekken aan te brengen is. Aan de binnenkant van de kast die om een warmtepomp heen zit bijvoorbeeld.
Op een standaard naast het bureau staan ook varianten van koolstofvezel, glasvezel, aluminium, koper en zelfs textiel. „De materialen zijn anders maar de werking is steeds hetzelfde”, zegt Kojourimanesh. „Het verschil zit hem vooral in de grootte van de gaatjes aan het oppervlak en de afstand tussen de laagjes. Daarmee is af te stemmen op de geluidsfrequentie die je wil dempen, want elk apparaat brengt net een ander geluid voort.”
De Wereldgezondheidsorganisatie noemt het vele laagfrequent geluid in de omgeving ‘geluidsvervuiling’, vertelt Kojourimanesh. Het kan bij mensen en dieren onder meer stress en slaapproblemen veroorzaken. „De energietransitie zorgt ervoor dat geluidsvervuiling flink toeneemt, weinig mensen zijn zich bewust van dit nadeel. Windmolens produceren laagfrequent geluid, net als de airco’s die draaien in elk kantoorgebouw en de buitenunits van warmtepompen die oprukken in menig buurtje.”
Het geluid wordt veroorzaakt door de bewegende onderdelen in zulke apparaten, zoals de compressor en de ventilator. Deze onderdelen zijn onontbeerlijk, maar bewegen leidt tot stromingsgeluid en mechanische trillingen die worden overgedragen aan de omliggende luchtdeeltjes waardoor deze ook gaan trillen en geluidsgolven worden. Het geluid kan verder versterken door resonantie, andere onderdelen die mee gaan trillen.
„Geluid is zelfs een van de belangrijkste redenen waarom mensen twijfelen over de overstap naar een warmtepomp”, zegt Kojourimanesh. „Ze vinden het zelf vervelend of willen geen last veroorzaken voor de buren die het misschien wel gaan horen als ze in de tuin zitten omdat het apparaat buiten moet staan.”
Hoewel al het laagfrequente geluid met de aanpak van ATA Mute te dempen is, richt Kojourimanesh zich nu vooral op toepassingen in de energiesector. „Een veelbelovende en zinvolle markt.” Hij werkt samen met warmtepompmakers Weheat, Zehnder en Intergas. Ook fabrikanten van andere ‘lawaai-apparaten’ hebben interesse getoond en apparaten gestuurd om de demper op te testen, vertelt hij.
Ons ontwerp is eenvoudig na te maken, dus patenten zijn heel belangrijk om ons staande te kunnen houden in de markt
In 2016 kwam Kojourimanesh uit Iran naar Nederland. Aan de Universiteit Twente deed hij onderzoek naar geluidsreductie van ventilatiesystemen. Daarna begon hij aan een promotietraject aan de TU Eindhoven om het geluid dat gepaard gaat met thermo-akoestische verbranding (in bijvoorbeeld verwarmingsketels op waterstof) te reduceren. Dit leidde tot de eerste versie van de demper – een metalen variant met ronde gaatjes – én tot het eerste patent.
„Inmiddels hebben we vierpatenten”, zegt Kojourimanesh. „Ons ontwerp is eenvoudig na te maken, dus patenten zijn heel belangrijk om ons staande te kunnen houden in de markt.”
Een tekening in een van de patenten laat duidelijk zien waar het dempende effect hem in zit. Twee lagen met openingen – ronde gaatjes in het geval van de metalen demper, vierkante gaatjes in de versie van hennep- en koolstofvezel – die zo zijn geplaatst dat de gaatjes precies niet boven elkaar zitten. Ook zit tussen de lagen een beetje ruimte – hoeveel precies kan variëren. De geluidsgolven gaan een soort doolhof in, waar warmte- en wrijvingseffecten de voortplanting van geluid sterk beïnvloeden. Oftewel: de luchtweerstand absorbeert het geluid.
De prestaties van geluidsdempers worden uitgedrukt in een getal: de akoestische reflectiecoëfficiënt. De reflectiecoëfficiënt van de demper die Kojourimanesh voor zijn proefschrift ontwierp voor thermo-akoestische verwarmingsketels in woningen was (in labsetting) lager dan 0.1, wat betekent dat 99 procent van het geluid werd geabsorbeerd.
Op zijn laptop toont Kojourimanesh grafieken met golvende lijnen die laten zien hoe andere varianten van de demper goed scoren voor uiteenlopende geluidsfrequenties. Materialen verschillen, en de ruimte tussen de lagen ligt tussen enkele millimeters tot een centimeter. „Ook binnen productgroepen verschilt de geluidsfrequentie per apparaat”, zegt Kojourimanesh. „De ene warmtepomp produceert geluid van 80 hertz, de andere 120 en weer een andere 200. Een fabrikant kan ervoor kiezen een variant te maken die hier heel precies op inspeelt.”
De tape met hennepvezels is juist gericht op brede toepasbaarheid. Die dempt gemiddeld 50 procent van het geluid op veel laagfrequente golflengtes, zegt Kojourimanesh. „Meer dan 50 procent is mogelijk, door verschillende lagen van de tape over elkaar aan te brengen. Elke laag dempt 50 procent van het resterende geluid.”
Hij haalt een plakkaat noppenschuim uit de kast. „Dit kennen veel mensen wel als geluiddempend materiaal. Hiervan is een tien centimeter dikke laag nodig om tot vergelijkbare demping te komen als bij ons met nog geen centimeter dikte. Het is onhaalbaar om tien centimeter noppenschuim in apparaten te integreren.”
Actieve noise cancelling – de geluiddemping die onder meer in koptelefoons zit – is net als noppenschuim ongeschikt voor de toepassingen die ATA Mute voor ogen heeft. „Zo’n systeem meet omgevingsgeluid en een klein speakertje produceert tegengestelde geluidsgolven die het geluid neutraliseren”, zegt Kojourimanesh. „Het is compact, daarom past het in koptelefoons, maar het dempt vooral hoogfrequent geluid goed. Voor laagfrequent geluid zou je grote speakers nodig hebben. Bovendien vraagt het stroom, onze demper werkt passief.”
Tegen het einde van zijn promotietraject richtte Kojourimanesh ATA Mute op. Drie van zijn begeleiders werden mede-oprichters – die een adviserende rol hebben – en inmiddels heeft hij vier werknemers in dienst. Na zijn promotie was Kojourimanesh nog twee jaar als postdoc in dienst van de TU Eindhoven, waar hij zijn tijd volledig mocht inzetten voor ATA Mute. Hij huurt kantoor- en een beetje labruimte tegen gereduceerd tarief en kreeg hulp van de universiteit bij het aanvragen van patenten. In ruil is de universiteit aandeelhouder.
Spannend jaar
In het academische start-upveld maakt ATA Mute indruk. Kojourimanesh werd in 2023 geselecteerd voor het twee jaar durende NWO-programma Faculty of Impact. Hij kreeg 200.000 euro en begeleiding op het vlak van ondernemen. Afgelopen april won ATA Mute de nationale Academic Startup Competition 2025.
Het komende jaar is spannend, het wordt erop of eronder, vertelt Kojourimanesh terwijl we van zijn kantoor in start-upgebouw Alpha op de universiteitscampus naar het lab iets verderop lopen. De technologie werkt, daar heeft hij veel vertrouwen in. Nu moet de start-up een scale-up worden. Daar is focus voor nodig, besefte Kojourimanesh tijdens het impactprogramma. En dus richt ATA Mute zich vooralsnog op de energiesector en gaat het als eerste de tape van hennepvezel op grotere schaal produceren.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-description="De geluiddempende tape, gemaakt van koolstofvezel.” data-figure-id=”0″ data-variant=”row” readability=”1.5″><img alt data-description="De geluiddempende tape, gemaakt van koolstofvezel.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/25144726/data134055231-285e35.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-5.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-3.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-4.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-5.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/F5GnaDr9bHvMGIciZnm7R_7lXok=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/25144726/data134055231-285e35.jpg 1920w”>
De geluiddempende tape, gemaakt van koolstofvezel.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-description="De geluiddempende tape van ATA Mute, gemaakt van hennepvezel.” data-figure-id=”1″ data-variant=”row” readability=”1.5″><img alt data-description="De geluiddempende tape van ATA Mute, gemaakt van hennepvezel.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/25144724/data134055226-366b32.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-8.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-6.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-7.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-8.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/in-een-eindhovense-vinding-kun-je-de-brom-van-warmtepompen-smoren-9.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/5wpQIGxIMGsFn6WbEyKL9gV_KMQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/25144724/data134055226-366b32.jpg 1920w”>
De geluiddempende tape van ATA Mute, gemaakt van hennepvezel.
Een productiefaciliteit in Duitsland gaat binnenkort de eerste vierkante meters maken. Het doel is om volgend jaar 50.000 vierkante meter tape te produceren (genoeg om geluid van 25.000 warmtepompen te dempen). De prijs per vierkante meter ligt rond de 150 euro. „Een hoge prijs kan niet anders in deze eerste fase, uiteindelijk mikken we op zo’n 50 euro per vierkante meter”, zegt Kojourimanesh.
Het liefst wil hij zo snel mogelijk zelf gaan produceren, en naar 1 miljoen vierkante meter per jaar. Daarvoor is wel nodig dat een of meerdere grote bedrijven waar hij contact mee heeft gaan investeren in ATA Mute, zegt Kojourimanesh enigszins bezorgd. „Subsidies, prijzen en het impactprogramma zijn heel belangrijk geweest, maar nu er eigen faciliteiten nodig zijn worden de benodigde bedragen serieuzer.”
Kojourimanesh droomt al van verdere innovaties. „De buitenunit van een warmtepomp is voornamelijk zo groot vanwege de afmetingen van de ventilator. Een kleinere variant moet sneller draaien en produceert dan te veel lawaai. Betere geluiddemping zou er dus voor kunnen zorgen dat de buitenunit kleiner kan.”
Toepassing in de bouw
In het lab, waar veel testapparatuur staat, snort ook een 3D-printer. Erin ligt een half voltooid klein rotorblad met aan de oppervlakte ronde inkepingen. „Over die inkepingen komt onze tape. Dit kan een uitkomst zijn voor drones, ventilatoren en windturbinebladen. Windmolens zijn beperkt in hun rotatiesnelheid omdat ze anders te veel geluid produceren. Door dat geluid te dempen kunnen windmolens meer energie produceren, of dichter bij bebouwing geplaatst worden.”
Zelfs toepassing in de bouw is mogelijk, zegt Kojourimanesh. Onlangs is ATA Mute een samenwerking begonnen met betonstart-up CarbonsAI die ook aan de TU Eindhoven verbonden is. Op normaal beton weerkaatst geluid ontzettend. Woningen en werkplekken van beton staan en hangen vol met meubels, vloerkleden, gordijnen en vaak ook akoestische panelen om die galm tegen te gaan. „CarbonsAI maakt CO2-neutraal beton, en ze gaan het nu ook poreus maken zodat het gecombineerd kan worden met onze aanpak. Een behang-achtige variant van onze demper die samenwerkt met de lucht in het poreuze beton kan 80 procent van het omgevingsgeluid absorberen. Je wil dan vast nog wel gordijnen, maar voor het geluid zijn ze niet meer nodig.”
De factor geluid is al een verkoopargument voor stofzuigers en koelkasten en het krijgt alleen maar meer waarde, daar is Kojourimanesh van overtuigd. „Zowel voor de eindgebruiker als economisch gezien is het waardevol. Op energielabels staat tegenwoordig ook informatie over geluid. Het is na energieverbruik het belangrijkste onderdeel voor mensen om een beslissing voor het ene of het andere product op te baseren. Voor fabrikanten is het van belang daar een laag getal te hebben staan. Hoe zachter het geluid, hoe hoger je kunt gaan zitten met je prijs.”