N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Atletiek Sifan Hassan (30) wil dit jaar in Londen haar debuut maken op de marathon. De Nederlandse atlete blijft ook op de baan lopen. „Het is een uitdaging waar ik motivatie van krijg.”
Tweevoudig olympisch kampioen Sifan Hassan maakt een overstap van de baan naar de weg. Eind april debuteert ze op de langste afstand in de atletiek bij de marathon van Londen. Ze zal het daar onder meer opnemen tegen de wereldrecordhoudster Brigid Kosgei uit Kenia en haar landgenote Peres Jepchirchir, de olympisch kampioene van Tokio over 42.195 meter.
Het sterke deelnemersveld – volgens de organisatie de sterkste line-up ooit – was voor de dertigjarige Hassan een reden om voor Londen te kiezen en niet bijvoorbeeld voor de marathon van Rotterdam, die een week eerder op het programma staat. Dat vertelde ze woensdagmidag in een digitale persconferentie. „Ik wil mezelf met de besten meten en Londen heeft een sterker veld dan Rotterdam. Het is altijd een spannende wedstrijd. Je gaat ervoor zitten om naar te kijken, want je weet nooit wie er gaat winnen.”
Hassan temperde evenwel de verwachtingen voor haar debuut. Ze zei vooral te willen voelen hoe het is om een marathon te lopen – in trainingen liep ze nooit verder dan 37 kilometer. De wedstrijd in de Britse hoofdstad wordt dan ook een test. „Toen ik de 10.000 meter ging lopen, wist ik ook niet wat ik ervan zou vinden. Dat vond ik heel leuk. Nu ben ik benieuwd hoe dit zal zijn.” Hassan wilde niet zeggen op wat voor tijd ze mikt, al moest ze glimlachen toen er een tijd van 2 uur en 30 minuten werd genoemd – veel te langzaam, leek ze te denken.
Baan én weg
Twee jaar geleden schreef Hassan geschiedenis door in Tokio op drie tot dan toe niet te combineren geachte afstanden – de 1.500, 5.000 en 10.000 meter – een medaille te winnen. Ze won olympisch goud op de twee langste afstanden en pakte brons op de mijl. Nu wil ze de marathon gaan combineren met haar baanprogramma, opnieuw een bijzondere uitdaging. „Ik ben nieuwsgierig of het mogelijk is. Het is heel erg moeilijk te combineren, het is alsof ik twee versies van mezelf moet zijn. Ik weet niet of het gaat werken, maar ik heb zin in die uitdaging.”
Naast de marathon van Londen zal Hassan ook een aantal Diamond League-wedstrijden gaan lopen en op de WK atletiek in Boedapest in actie komen dit jaar. Als de combinatie baan-weg haar bevalt, wil ze het vaker gaan doen, misschien wel op de Zomerspelen van Parijs volgend jaar.
Na de Spelen van Tokio in 2021 liep Hassan lang geen wedstrijden en vorig jaar bij de WK in Eugene greep ze naast de medailles. Maar nu is Hassan fit en voelt ze zich goed. Sinds november is ze weer aan het trainen in Ethiopië. „Het is een uitdaging waar ik motivatie van krijg. Op de Spelen van Tokio wilde ik graag op drie afstanden uitkomen, dat was mijn droom en daar wilde ik hard voor werken. Nu heb ik hetzelfde met de marathon. Dat is goed voor mij, het geeft me plezier.”
Als onderdeel van het staakt-het-vuren komen tijdens de eerste fase van het bestand 33 Israëlische gijzelaars in Gaza vrij, net zoals honderden gevangengenomen Palestijnen uit Israëlische gevangenissen. Zondag kwam er, met enige vertraging, een einde aan de gevechten in Gaza, inclusief de Israëlische bombardementen.
NRC profileerde drie Palestijnse mensenrechtenactivisten die werden gedood voor het bestand in kon gaan en drie Israëlische gijzelaars in Gaza die mogelijk met het bestand vrijkomen.
Palestijnse slachtoffers
Terwijl de eerste positieve berichten over een staakt-het-vuren naar buiten druppelen, werden Gazanen Ahmed Abu Al-Rus, Raafat Salha en Ihab Faisal gewikkeld in witte lijkzakken. In tegenstelling tot de gegijzelde Israëliërs is er weinig bekend over het leven van deze Palestijnen buiten de oorlog om. De oorlog tekende de laatste maanden van hun levens.
Ahmed Abu Al-Rus
Ahmed Abu Al-Rus wist dat dit moment ging komen. Een paar dagen voor zijn dood filmde de activist en journalist zijn wil in een videoboodschap. „Misschien kijk je deze video en kan je je niet voorstellen dat ik een martelaar ben geworden”, zegt Al-Rus rustig. De video nam hij op in zijn auto, door de achterruit zijn verwoeste gebouwen te zien. Zijn boodschap deelde hij aanvankelijk met één persoon. Journaliste Noor Hazeen plaatste de video donderdag op Instagram. „We maakten er altijd grapjes over, maar ik had nooit gedacht dat ik het zou delen”, staat in het bijschrift van het filmpje.
Woensdag, de dag van het nieuws over een succesvol vredesbestand tussen Israël en Hamas, werd Al-Rus gedood door een Israëlische luchtaanval op het Nuseirat vluchtelingenkamp. Met hem kwamen vier anderen om, onder wie zijn broer Mohamed.
„Ik heb er vrede mee”, verzucht al Al-Rus in zijn afscheidsvideo. Op zijn Instagrampagina deelde hij zijn leven. In een van zijn campagnes deelde hij slippers uit aan kinderen die op blote voeten door hun tentenkamp liepen. Slippers met Spiderman voor de jongens, felroze kattenslippers voor de meisjes. Hij bedankt zijn volgers in zijn videoboodschap: „Ik ben blij met alles wat ik heb gedaan in Gaza.”
Raafat Salha
Het familiehuis van mensenrechtenadvocaat Raafat Salha in Deir Al-Balah werd in de nacht van dinsdag op woensdag gebombardeerd door het Israëlische leger. Salha overleefde de aanval aanvankelijk, maar verloor zijn vingers en een been. Zijn vrouw Faten en vier kinderen Moahammed, Ahmad, Hala en Saba werden meteen gedood. Salha werd naar het Al-Aqsa ziekenhuis gebracht, maar overleed woensdag aan zijn verwondingen.
Salha was directeur van de Onafhankelijke Commissie voor Mensenrechten (ICHR) in Gaza. In een verklaring zegt de organisatie de „bezettende macht Israël volledig verantwoordelijk te houden voor deze gruweldaad”. Regelmatig verscheen Salha bij internationale nieuwszenders, waar hij de humanitaire situatie in de Gazastrook met veel passie besprak.
Zijn Facebookaccount staat vol condoleanceberichten aan mensen die hij kende, en oproepen tot het beëindigen van de genocide. Afgelopen oktober verloren zijn twee zoons nog een „loyale trouwe vriend”. „Glorie aan de martelaren”, schrijft Salha in een bericht dat hij opdraagt aan de vriend van zijn zoons.
Ihab Faisal
Het huis waar humanitair hulpverlener Ihab Marwan Kamal Faisal zich in bevond was donderdag doelwit van een Israëlisch bombardement. Faisal, zijn vrouw Henin en twee jonge dochters Reem en Najma werden daarbij gedood. Faisal werkte voor het Palestinian Center for Human Rights (PCHR), een Britse christelijke mensenrechtenorganisatie die als een van de weinigen nog steeds in Gaza opereert.
Eerder verloor Faisal zijn twee broers bij een Israëlische luchtaanval op hun familiehuis in Gaza-Stad, afgelopen september. „Op dat moment voelde ik iets vreemds in mijn lichaam, alsof ik mijn bewustzijn verloor. Ik kon mijn ogen niet openen vanwege de as en het stof, maar ik vocht om wakker te blijven, en probeerde mijn dochters en mijn vrouw te redden”, vertelde hij destijds tegen PCHR. Dat lukte: Faisal en zijn gezin overleefden de aanval.
Maanden later haalden de Israëlische bommen het gezin alsnog in. „Ihab was een man met een groot karakter, altijd toegewijd aan zijn werk, zelfs onder de moeilijkste en gevaarlijkste omstandigheden”, zei de directeur van zijn organisatie vlak na zijn dood. Faisal is het derde PCHR-lid dat door Israël werd gedood in de vijftien maanden woedende oorlog.
Israëlische gijzelaars
Kfir Bibas, Oded Lifshitz en Omer Shem-Tov staan op de lijst die de Israëlische krant The Times of Israel vrijdag publiceerde. De lijst bevat de namen van 33 gijzelaars die tijdens de eerste fase van het staakt-het-vuren zouden worden vrijgelaten. „Bring them home now”, luidde de boodschap van familie en vrienden van gijzelaars de afgelopen vijftien maanden. Maar niet van alle mensen die worden vastgehouden in Gaza is bekend of ze nog in leven zijn. Dat geldt ook voor de namen op de vrijdag verschenen lijst.
Kfir Bibas
Afgelopen zaterdag was de tweede verjaardag van Kfir Bibas, daarmee is hij de jongste van de zo’n 250 gijzelaars die vijftien maanden geleden zijn ontvoerd naar Gaza. Hamas-militanten namen hem samen met zijn broertje Ariel (5) en moeder Shiri Silberman Bibas mee uit de Nir Oz kibboets. Een video, gemaakt door Hamas, waarin moeder Shiri haar kinderen tijdens de ontvoering wanhopig tegen haar borst klampt, behoort tot de beelden die in Israël symbool kwamen te staan voor het nationale trauma van 7 oktober. Vader Yarden, die ook is ontvoerd, was daar niet op te zien. Vermoed wordt dat Hamas hem gescheiden van zijn familie vasthoudt in Gaza. De grootouders van Kfir Bibas zijn op 7 oktober vermoord.
In november 2023 bracht Hamas het nieuws naar buiten dat de moeder en twee kinderen waren gedood bij een Israëlische luchtaanval, maar omdat het Israëlische leger dit nooit heeft bevestigd, leeft in Israël de hoop dat ze nog in leven zijn. De afspraak met Hamas is dat ook de stoffelijke overschotten van gijzelaars die zijn gedood of overleden, worden vrijgegeven door Hamas.
Oded Lifshitz
Vredesactivist en journalist Oded Lifshitz (84) werd ook op 7 oktober door Hamas uit de Nir Oz kibboets weggevoerd. Samen met zijn vrouw Yocheved was hij een van de oprichters van die kibboets, waarvandaan patiënten uit Gaza naar ziekenhuizen in Israël werden gebracht voor behandeling. Zijn vrouw werd na zestien dagen vrijgelaten. In de tunnel waar ze vastzat ontmoette ze de – inmiddels door Israël gedode – Hamasleider Yahya Sinwar. „Schaam je je niet?”, zou ze hem hebben gevraagd. Maar een antwoord kreeg ze niet.
Oded Lifshitz zit nog vast in Gaza. Volgens zijn familie kan hij niet zonder medicijnen. Lifshitz’ kleinzoon Daniel Lifshitz noemt hem in de media „de enige overgrootvader ter wereld die gevangen zit”.
Omer Shem-Tov
De ouders van Omer Shem-Tov (21) konden de live locatie op 7 oktober volgen via zijn mobiel. Shem-Tov belde ze eerder vanaf het Supernova muziekfestival in de woestijn. Er klonk steeds meer paniek in zijn stem terwijl Hamas-militanten het festival aanvielen. Het lukten Shem-Tov en zijn vrienden aanvankelijk weg te komen in een auto. Maar tot schrik van zijn ouders bewoog Shem-Tov’s locatie zich de verkeerde kant op: de auto reed naar Gaza. Hun zoon nam de telefoon niet meer op. Later zagen ze een video van Hamas waarin hij samen met zijn op de grond in Gaza ligt, ze herkenden hem aan zijn tatoeages.
Maya Regev, een vriendin van Shem-Tov die eerder uit Gaza vrijkwam, beschreef hoe Omer haar hielp tijdens hun gevangenschap. Regev was tijdens haar ontvoering in haar been geschoten en had veel pijn bij het vervangen van haar verband. Shem-Tov kalmeerde haar tijdens die momenten. Door een hand op haar mond te leggen voorkwam hij dat ze het zou uitschreeuwen van de pijn. Hun ontvoerders hadden haar dat verboden.
De aankomende Amerikaanse president Donald Trump wil dinsdag, op zijn eerste volledige werkdag, meteen beginnen met het inlossen van zijn centrale campagnebelofte van zogenoemde ‘massadeportaties’ van ongedocumenteerde immigranten. Dat hebben kopstukken van de regering bevestigd na berichtgeving in de Amerikaanse zakenkrant The Wall Street Journal, vrijdagavond, over ophanden zijnde razzia’s in Chicago. Met invallen in die linkse stad kan Trump meteen het conflict opzoeken met de Democratische oppositie.
Tom Homan, de voorgedragen nieuwe directeur van deportatiedienst ICE, bevestigde dat er gewerkt wordt aan een operatie. Hij zei echter ook dat die niet beperkt zal blijven tot Chicago: „Er zullen door het hele land grote razzia’s zijn. Chicago is slechts een van de vele plekken. We hebben 24 kantoren door het hele land”, stelde Homan op Fox News. ‘Operation Safeguard’ zou vanaf dinsdag een week moeten gaan duren, meldden andere media.
De afgelopen weken dreigde Homan al te beginnen met invallen in Chicago, omdat dit een zogeheten ‘sanctuary city’ is in een overwegend Democratisch stemmende staat, Illinois. Zoals meer Democratische staten en steden hebben Illinois en Chicago zich de afgelopen jaren tot ‘verwelkomende’ vrijhavens voor ongedocumenteerden uitgeroepen. De autoriteiten speuren niet actief naar mensen zonder juiste verblijfspapieren en vragen arrestanten en aangehouden personen hier ook niet naar.
Voor Trump en zijn Republikeinen is het qua beeldvorming aantrekkelijk om juist in deze steden en staten zwaarbewapende federale arrestatieteams immigranten te laten oppakken. Zeker als de lokale en deelstaat-autoriteiten daaraan niet meewerken, kan de nieuwe regering zichzelf als ‘daadkrachtig’ presenteren. Ongecontroleerde immigratie is een belangrijke zorg van kiezers.
‘Handboeien gaan af’
De Verenigde Staten tellen naar schatting elf tot twaalf miljoen inwoners zonder papieren, naast 1,1 miljoen immigranten die een tijdelijke beschermde status genieten en 2,6 miljoen mensen die een asielaanvraag hebben lopen. Tijdens de campagne dreigde Trump afwisselend dat alleen „illegale criminelen” uitzetting moesten vrezen, dan weer dat alle ,,illegale vreemdelingen” dit lot wachtte. De inkomende president noemde daarbij aantallen oplopend tot 20 à 25 miljoen.
Homan zei vrijdagavond op Fox News dat zijn dienst onder Trump „er eindelijk weer opuit gaat om haar werk te doen. We doen de handboeien af en laten ICE weer criminele vreemdelingen arresteren. Dat is wat er gaat gebeuren.”
Een dag later zei Homan tegen The New York Times dat het uitlekken van de operatie in Chicago „de risico’s voor agenten vergroot”. „Chicago is nog niet van tafel, maar er staat ook nog niets vast.” Volgens de krant is ICE-agenten gevraagd om extra diensten te draaien voor de „post-inauguratie” operatie.
De dreigementen zaaien angst en onzekerheid binnen immigrantengemeenschappen, melden plaatselijke media en belangenorganisaties. Burgemeesters van verscheidene ‘sanctuary cities’ en Democratische gouverneurs hebben de afgelopen weken ook gezegd dat zij niet zullen meewerken aan federale invallen. Homan heeft hen gedreigd met juridische actie als zij zijn dienst hinderen. „Als de burgemeester van Chicago niet wil helpen, kan hij een stap opzij doen. Maar als hij in de weg staat, als hij met opzet een illegale vreemdeling verbergt of huisvest, zal ik hem vervolgen.”
Lees ook
Trumps ‘massadeportaties’ leiden tot lege schappen of nieuwe inflatie, voorziet tuinbou wstadje Plant City
Enthousiast blijft paleontoloog Jelle Reumer stilstaan bij een fossiele coelacanth. „Kijk hoe mooi die vinnen geprepareerd zijn! Sowieso is dit natuurlijk een fascinerend beest. Een vis waarvan iedereen dacht dat-ie allang was uitgestorven, tót er vorige eeuw opeens levende exemplaren werden ontdekt. Dit is wel een van mijn favoriete fossielen hier.”
En dat terwijl het moeilijk kiezen is in Teylers Museum: de vitrines zitten tjokvol versteende hyenakeutels, ammonieten en mammoetkiezen, verzameld in de loop van zo’n tweeëneenhalve eeuw. Opgericht in 1784 geldt het Haarlemse museum (vernoemd naar filantroop Pieter Teyler van der Hulst) als een van de eerste musea ter wereld: ouder dan het Louvre (1793) en jonger dan het British Museum (1753). Behalve fossielen zijn er bijzondere stenen te zien (waaronder het topje van de Mont Blanc), ingenieuze uitvindingen (waaronder de eerste generatie gloeilampen van Thomas Edison), eerste drukken (waaronder On the Origin of Species van Charles Darwin) en beroemde schilderijen (waaronder een zelfportret van Marlene Dumas). „En alleen al de architectuur van het gebouw is een bezoek waard.”
Jelle Reumer in het Teylers Museum.
Foto’s: Jagoda Lasota
In het nieuwste boek van Reumer, De reuzensalamander, speelt het museum een hoofdrol. „Dat kón haast niet anders, in een boek waarin de geschiedenis van de paleontologie centraal staat.” Zelf kwam hij er tientallen jaren geleden voor het eerst, als docent aan de Universiteit Utrecht. „Dan werden we rondgeleid door John de Vos, paleontoloog en honorair conservator bij het museum. Op een bankje hier voor Teylers, terwijl John en ik keken naar de voorbijvarende boten op het Spaarne, is het idee voor dit boek ooit ontstaan.”
Nergens is de historie van fossielen zo mooi te zien als hier, wil Reumer maar zeggen. En dus is het tijd voor een rondleiding langs enkele fossiele topstukken (en een paar nepperds).
1De mammoet van Heukelum – Mammuthus primigenius
„Vóór de inpoldering van Nederland en de aanleg van de Afsluitdijk, toen de Zuiderzee nog woest en ongetemd was, raakten de Lage Landen regelmatig overstroomd: neem de Sint-Elizabethsvloed van 1421 en de Watersnoodramp van 1953. Catastrofes die dood en verderf zaaiden maar óók fossielen aan het licht brachten, bijvoorbeeld een reusachtige mammoetschedel bij het Betuwse stadje Heukelum, aan de oever van de Linge. Die kwam op 26 januari 1820 bloot te liggen tijdens een dijkdoorbraak.
„Inmiddels zijn we in Nederland een beetje verwend geraakt wat mammoetfossielen betreft, maar toen was het heel bijzonder. Eerst werd er met de schedel langs kermissen gereisd, maar in 1824 werd hij te koop aangeboden. De conservator van Teylers Museum destijds, Martinus van Marum, wilde dolgraag tot aankoop overgaan maar de museumdirecteuren werkten niet mee – ze vonden de manier van bieden, met gesloten briefjes bij de notaris, ongepast.
„Van Marum kreeg zo’n ruzie met de directie dat niemand van hen later zijn begrafenis nog zou bijwonen, in 1837. Maar hij kocht de schedel alsnog aan: niet voor Teylers Museum maar voor het Kabinet van Naturaliën van de Hollandse Maatschappij der Wetenschappen, aan de overkant van het Spaarne. Pas toen dat Kabinet werd opgeheven, in 1866, verhuisde de mammoet naar het Spaarne. Van mammoetschedels werd vroeger trouwens ook wel gedacht dat het cyclopenschedels waren – het gat in het midden zou dan de oogkas zijn geweest – maar Van Marum wist wel beter.”
2De Zondvloedmens – Homo diluvii testis et theoscopos
„Nog los van die échte ‘zondvloeden’ in de Betuwe en elders waren er in vroeger eeuwen nogal wat mensen de in de Bijbelse Zondvloedmens geloofden, onder wie de Zwitserse arts Johann Jakob Scheuchzer, geboren in 1672. Zoals wel vaker in die tijd had hij naast geneeskunde nog een heleboel andere interesses, waaronder geologie en zoölogie, én hij was nogal godsdienstig aangelegd. In al zijn ijver had hij zich voorgenomen om te bewijzen dat de goddelijke Zondvloed écht had plaatsgevonden, en hij zag daarvoor overal tekenen, tot en met versteende vissen aan toe.
„Maar één Duitse vondst deed zijn hart sneller kloppen: die van een mensachtig fossiel. De Zondvloedmens, oordeelde Scheuchzer. Of zoals hij in zijn publicatie in 1726 schreef: Homo diluvii testis et theoskopos. De mens die de zondvloed heeft meegemaakt en God heeft aanschouwd. Meer dan een verwrongen ruggengraat en een schedel was er niet te zien.
„Lang niet iedereen geloofde Scheuchzers theorie – Van Marum bijvoorbeeld dacht dat het een fossiele meerval betrof. Maar pas in 1811 kwam er opheldering, toen de beroemde paleontoloog Georges Cuvier met zijn assistent Charles Léopold Laurillard Teylers Museum bezocht. Cuvier had eind achttiende eeuw wereldfaam verworven als paleontoloog, doordat hij als eerste fossiel bewijs had gevonden voor de theorie dat dieren konden uitsterven. Onder zijn supervisie en die van Van Marum beitelde Laurillard nog wat steen weg rond de ruggengraat van het fossiel los en voilà, daar kwamen amfibieachtige pootjes tevoorschijn. De Zondvloedmens was geen mens maar een reuzensalamander.”
3Het monster van Maastricht – Mosasaurus hoffmannii
„Er is nóg een fossiel dat Cuvier aan Haarlem verbindt en dat is de Mosasaurus hoffmannii – de Maashagedis. Vernoemd naar Johann Leonard Hoffmann, de Maastrichtse eigenaar van een naturaliënkabinet. Hoffmann schreef als eerste over de markante schedels die twee andere Maastrichtse verzamelaars in hun bezit hadden en die hij ten onrechte als fossiele krokodillenkoppen bestempelde.
„Beide schedels waren afkomstig uit de kalksteengroeve in de Sint-Pietersberg, ten zuiden van Maastricht. De eerste, in 1764 gevonden, werd aangekocht door Van Marum. Maar de ándere, uit 1778, werd door Franse revolutionaire troepen meegenomen naar Parijs, als oorlogsbuit. Volgens de overlevering was de schedel geruild ‘tegen 600 flessen goede wijn’ maar daar is niets van waar.
„Hoe dan ook: het was mede dankzij de mosasaurus dat Cuvier besefte dat soorten konden uitsterven. Weliswaar niet met het exemplaar uit Teylers Museum maar met het Parijse exemplaar, dat daar nog altijd ligt, in het natuurhistorisch museum. Ten onrechte, volgens sommige Nederlandse paleontologen: die vinden dat het gestolen fossiel terug moet keren naar Maastricht. Juist in deze tijd een actueel onderwerp, nu er ook volop wordt gediscussieerd over teruggave van de collectie-Dubois aan Indonesië. Dubois ontdekte in 1891 de oermens Homo erectus, waarvan de fossielen in Naturalis in Leiden liggen. Hier in Teylers Museum zijn afgietsels ervan te zien.”
4De Piltdownmens & de Lügensteine
Foto’s: Teylers Museum
„Bij die afgietsels van Homo erectus in de vitrine zie je ook een van de nepfossielen die Teylers Museum rijk is: de Piltdown-mens. Keurig met een bordje erbij dat het namaak betreft. De Engelsen waren rond 1900 nogal chagrijnig als het ging om paleo-antropologie: de Duitsers hadden een neanderthaler gevonden, de Fransen hadden hun cro-magnonmens en Nederlanders hadden hun Homo erectus. In Groot-Brittannië wilden ze óók een uitgestorven mensachtige.
„En warempel, daar dook opeens een fossiele oermens in 1908 op bij het plaatsje Piltdown, in Sussex. Pas in 1953 werd het ontmaskerd als een nepfossiel, met de onderkaak van een chimpansee. Wie er achter het bedrog zat is nooit bekend geworden. Sommigen noemen zelfs de naam van Sherlock Holmes-auteur Arthur Conan Doyle.
„Andere nepfossielen in Teylers zijn de Lügensteine van Johann Bartholomarus Adam Beringer, een Duitse arts die meende wel héél fraai bewaarde fossielen te hebben gevonden. Ze lijken een beetje op van die figuren die je met plastic vormpjes in de zandbak kan maken: een miniatuurschildpadje, een schelp, een vis. Nog tijdens zijn leven werden de fossielen van Beringer ontmaskerd als namaakexemplaren. Volgens sommigen is hij erin geluisd door jaloerse collega’s, maar ik denk dat hij hoopte op een lucratief handeltje en zelf aan het vervalsen is geslagen.”
5De oervogel – Archeopteryx lithografica
„Het allerberoemdste fossiel in Teylers is de Archaeopteryx: de missing link tussen de dinosauriërs en de hedendaagse vogels. Die overgangsvorm is het versteende gelijk van Darwins evolutietheorie, de allereerste fossiele vogel. Dit fossiel is in 1855 al gevonden en is daarmee de oudst ontdekte Archaeopteryx. Als je goed kijkt zie je zelfs veertjes.
„Natuurlijk is een overgang altijd geleidelijk en de keuze tussen reptiel of vogel is in zekere zin arbitrair. Maar ik zou zeggen: Archaeopteryx was wel degelijk een vogel.”