Voor de Turkse president Tayyip Erdogan kwam eind vorig jaar in Syrië een lang gekoesterde droom uit. Het bewind van Bashar al-Assad bezweek en een verzetsgroep onder leiding van Ahmed al-Sharaa, die al jaren door Turkije werd gesteund, greep de macht in Damascus.
Na de smadelijke aftocht van Assads bondgenoten Rusland en Iran zou Turkije de nieuwe dominante speler in Syrië worden, leek het. De ruim 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije zouden kunnen terugkeren en de autonome Syrische Koerden in het noordoosten, die tot ergernis van Ankara nauwe banden hebben met de Turkse Koerden, zouden worden ingetoomd.
Zelfs president Trump sprak deze week in het Witte Huis, nog wel in aanwezigheid van Erdogans rivaal Benjamin Netanyahu, openlijk zijn bewondering uit voor de Turkse president. Die is volgens hem „erg slim”. In een telefoontje had Trump hem onlangs gezegd: „Gefeliciteerd. Je hebt gedaan wat niemand in tweeduizend jaar heeft klaargespeeld. Je hebt Syrië overgenomen.”
Deze vrijdag bezocht Al-Sharaa Erdogan al voor de tweede keer. Maar veel concreets leverde dat niet op. Beide leiders hebben ondervonden dat hun nauwe banden elders in de regio op verzet stuiten. Vooral bij Israël, dat het nieuwe Syrische bewind afschildert als een jihadistisch gevaar, en daarom veelvuldig bombardementen uitvoert in Syrië. Behoedzaamheid is daarom troef in Ankara en Damascus.
Zorgvuldig opgebouwd
De Turken hadden hun invloed op Al-Sharaa zorgvuldig opgebouwd. „Al sinds 2015 treden de Turken, vooral minister van Buitenlandse Zaken Hakan Fidan, op als een soort mentor voor Al-Sharaa en zijn groep”, zegt Ezgi Basaran, een Turkije-expert verbonden aan de universiteit van Oxford. „Toen Al-Sharaa in 2019 de leiding bemachtigde over een autonoom gebied in Idlib, in het noordwesten, hielpen de Turken hem economisch maar ook met militaire inlichtingen en op ander vlak.”
Daarnaast versterkte Turkije zijn positie in noord-Syrië door een grenszone te bezetten en het Syrische Nationale Leger (SNA), een militie die tegen de Syrische Koerden vocht, te steunen. Toen Al-Sharaa en diens HTS-groep – vermoedelijk ook tot Ankara’s verrassing – Damascus innamen, waren de Turken er direct bij om Al-Sharaa opnieuw met raad en daad terzijde te staan.
Westerse pakken
„Zelfs de westerse pakken waarin Al-Sharaa plotseling in het openbaar verscheen, waren afkomstig van chique zaken in Istanbul”, zegt Basaran telefonisch. Fidan en de chef van de Turkse inlichtingendienst werden als eerste buitenlandse functionarissen ontvangen in Damascus.
Maar de Turken willen volgens Basaran voorkomen dat het Al-Sharaa vergaat als de eveneens door Turkije gesteunde Egyptische president Mohammed Morsi en het Tunesische bewind van Ennahda na de zogeheten Arabische Lente. Die regimes, die met hun gematigd fundamentalistische uitleg van de islam dicht bij het gedachtengoed van Erdogans eigen AKP-partij stonden, stuitten op fel verzet van Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Daardoor waren ze hun macht weer snel kwijt.
„De AKP heeft sindsdien een soort gereedschapskist ontwikkeld om zulke regimes te ondersteunen”, zegt Basaran. „Erdogan wil de wereld laten zien dat een gematigd fundamentalistische partij wel degelijk het land kan besturen.” De steun van de lokale bevolking moet gewonnen worden door afval op tijd af te halen en stroom en water te leveren. Maar zo’n bewind moet er ook voor zorgen dat het landen als Saoedi-Arabië en de Emiraten niet tegen zich krijgt.
Fidan, een vertrouweling van Erdogan, doet er zelf ook alles aan om Saoedi-Arabië en de Emiraten te behagen. Ook Turks eigenbelang speelt daarbij mee. Turkse bedrijven hopen op een hoofdrol bij de wederopbouw van Syrië, maar zonder financiële steun van de Golfstaten gaat dat niet. Zolang de sancties van de VS en anderen van kracht blijven, blijft de wederopbouw hoe dan ook een illusie.
Defensieverdrag
Toch verloopt het Turkse charme-offensief in de regio minder soepel dan gehoopt. Al sinds de machtsovername aast het Turkse leger op militaire bases in Syrië, een belangrijk instrument tegen de Koerden. Maar een defensieverdrag met Syrië is nog altijd niet getekend.
Als regeringsleider toont Al-Sharaa zich een minder gewillig instrument in hun handen dan voorheen. „Het maakt verschil dat hij nu aan het hoofd staat van een staat en niet van een groep”, meent Malik al-Abdeh, een Syrië-analist, die vanuit het Verenigd Koninkrijk de nieuwsbrief ‘Syriaintransition’ publiceert.
„Ik vermoed dat Al-Sharaa dat defensieverdrag liever op de lange baan schuift”, zegt Al-Abdeh, „Daarmee zou hij de Golfstaten en ook Israël tegen zich in het harnas jagen. Op het moment bekommert hij zich meer om zijn vijanden dan zijn vrienden en Israël is voor hem nu de gevaarlijkste vijand.”
Afgezien van bombardementen op militaire doelen heeft Israëls leger een groter deel van de Hoogvlakte van Golan bezet. In februari eiste Netanyahu bovendien de demilitarisatie van Zuid-Syrië. Israël wil niet dat Turkije Iran opvolgt als steunpilaar van het Syrische regime. „Onze relatie met Turkije is verslechterd”, bevestigde Netanyahu deze week, „en we willen niet dat Syrië wordt gebruikt door wie dan ook, Turkije incluis, als basis om Israël aan te vallen”.
Tot irritatie van Turkije zoeken de Syrische Koerden intussen steun bij Israël. „Koerdische leiders vertelden me onlangs dat Israël bijna elke dag contact met hen had en aanbood om hen te beschermen”, vertelt Basaran.
Afgelopen woensdag voerden Turkije en Israël in Azerbeidzjan, dat goede banden met Turkije én Israël heeft, overleg met elkaar om hun conflict te de-escaleren. Ook Trump heeft zijn bemiddeling aangeboden. Maar de spanningen duren voort.
Al-Abdeh voorziet dat de Turken en Al-Sharaa voorlopig niet veel aan de status quo kunnen veranderen. Turkije zal zijn invloedssfeer behouden in het noorden, aan de grens, in Idlib maar ook de regio rond Aleppo. Maar dat geldt ook voor de Koerden in het noordoosten, en Israël kan in het zuiden een veiligheidszone creëren. Al-Abdeh: „Welbeschouwd is er in dat opzicht dus niet eens zo’n groot verschil met de toestand onder Assad.”
Lees ook
Wat beweegt de leider van het nieuwe Syrië?
