Het klimaat redden? Dit zijn de kansen en gevaren. ‘Klimaatbeleid wordt te vaak afgeschilderd als opoffering’

Honderden Pakistanen waden door het water na de zwaarste overstromingen in de geschiedenis van het land.

Foto Arshad Arbab / EPA

Interview

Ani Dasgupta directeur WRI

Elke tiende graad extra opwarming heeft gevolgen, zegt Ani Dasgupta, directeur van het World Resources Institute. Dat besef dringt, in de politiek en in de samenleving, nog onvoldoende door.

De schaal van de mondiale veranderingen die nodig zijn om de opwarming van de planeet een halt toe te roepen vraagt om een bijzonder soort leiderschap, zegt Ani Dasgupta in de loop van het gesprek. Als ‘directeur en ceo’ van het World Resources Institute (WRI) spreekt hij regelmatig met premiers en presidenten over de hele wereld.

Met zo’n 1.700 medewerkers en twaalf kantoren op alle continenten behoort het WRI tot de grote non-gouvernementele organisaties op het gebied van klimaat en milieu. „We hebben leiders nodig die de veranderingen omarmen”, zegt Dasgupta in het WRI-kantoor in Den Haag, leiders met doorzettingsvermogen die laten zien dat ons een betere wereld wacht als we klimaatbeleid serieus nemen. Dat het geen gemakkelijke weg is, zal Dasgupta niet ontkennen. NRC bespreekt met hem zes gevaren en kansen voor het internationale klimaatbeleid.

Het grootste risico op de weg naar succesvol klimaatbeleid

„Bij de klimaattop vorig jaar in Egypte is een doorbraak bereikt op het gebied van de financiering van schade in arme landen – ook al is het niet meer dan een begin. Als WRI hebben we daar fors in geïnvesteerd en we waren blij met de uitkomst. Maar er werd in Egypte geen enkele vooruitgang geboekt op het gebied van mitigatie, het terugdringen van broeikasgassen. Dat is een groot risico. Want met het vergoeden van de schade, of zelfs met een verdubbeling van geld voor aanpassing aan de gevolgen van de opwarming, kom je er niet als landen niet heel snel hun uitstoot terugdringen.

„Ik vind niet dat we ons druk moeten maken over het feit dat de volgende klimaattop in de Verenigde Arabische Emiraten plaatsvindt en wordt geleid door Sultan Al Jaber, de baas van het staatsoliebedrijf. Veel van mijn collega’s uit de ngo-wereld hebben daar kritiek op. Maar het is niet onze verantwoordelijkheid. Mijn taak, onze taak is het ervoor te zorgen dat de top een succes wordt.

„Een klimaattop met de directeur van een oliemaatschappij als voorzitter biedt volgens mij ook een ongelooflijke kans. Sultan Al Jaber moet aan andere oliemaatschappijen en landen laten zien wat er daadwerkelijk moet gebeuren. Die bedrijven moeten zich committeren aan een geloofwaardig pad naar netto-nul. Ik heb een sprankje hoop, dat er iets belangrijks gaat gebeuren met fossiele brandstoffen.”

De grootste valkuil bij het nemen van klimaatmaatregelen

„Mij valt op dat ieder gesprek over klimaat al gauw verandert in een gesprek over energie. Als ik met premiers of presidenten praat over klimaatverandering, beginnen de meesten over de energietransitie. Maar de wetenschap laat zien dat het om veel meer gaat. Het is een totale transitie van de hele economie, niet alleen het repareren van de energievoorziening.

„Misschien was die focus op energie in het begin nodig om de aandacht van mensen te trekken. En natuurlijk is energie een van de belangrijkste emissiebronnen. Maar de transitie gaat niet alleen over emissies. Het gaat ook hoe we leven, over consumptie, over de natuur, over rechtvaardigheid.

„Door alleen over energie te praten, wordt de aandacht bijvoorbeeld afgeleid van de mondiale voedselsystemen. Terwijl die verantwoordelijk zijn voor 34 procent van de uitstoot. We kunnen beperking van de opwarming tot anderhalve graad wel vergeten als ons voedselsysteem niet verandert. Of als we onze bossen en onze natuur niet beter beschermen. Het gaat om een transitie van de hele samenleving.

„Daarvoor zijn politici nodig die een ambitieuzer klimaatbeleid bepleiten – en dus ook burgers die op dat soort politici stemmen. En daar zit een andere grote fout als het om klimaatactie gaat. Klimaatbeleid wordt te vaak afgeschilderd als een opoffering. We moeten dit, we mogen dat niet, we moeten minder consumeren, het wordt veel te duur. Maar de wetenschap laat juist zien dat klimaatbeleid ons een betere wereld geeft. Een wereld waar de lucht schoner is, waar steden leefbaarder worden, het water schoner, onze kinderen gezonder. Een betere, productievere wereld.”

De grootste barrière om de mondiale klimaatdoelen te halen

„Ach, er zijn zo veel barrières. De grootste? Misschien wel dat mensen nog onvoldoende de gevolgen begrijpen als de opwarming over de anderhalve graad heen gaat. Hoeveel meer dat gaat kosten. De wereld is nu 1,1 graad warmer dan vóór de industriële revolutie. En je kunt de klimaatgerelateerde vernietiging over de hele planeet al zien. Pakistan had vorig jaar door de overstromingen een schade van 30 miljard dollar, het bbp daalde met 5 procent. Eén gebeurtenis in één land, meer dan tweehonderd miljoen mensen die erdoor werden getroffen. Dat is de schaal waar we het over hebben.

„Maar het is niet alleen Pakistan. Het gebeurt overal, ook in Europa en de Verenigde Staten. Alleen zijn de rijkere landen beter bestand tegen deze dingen omdat ze veerkrachtiger zijn dan armere landen.

„Ondanks de waarschuwingen van VN-klimaatpanel IPCC beseffen we onvoldoende dat elke tiende graad extra gevolgen heeft. Ook 1,5 graden is niet superveilig. Omdat mensen dat niet begrijpen, gaat het klimaatbeleid te langzaam. De Europese Green Deal is een stap in de goede richting, Maar het is nog lang niet de dramatische verschuiving die we nodig hebben.”

De grootste winst die geboekt kan worden voor het klimaat

„De snelste klimaatwinst wordt bereikt via het energiebeleid, maar er is geen wondermiddel. Belangrijk is het verhaal dat politici vertellen.

„Kijk naar de Verenigde Staten. Daar zijn vorig jaar met succes drie grote klimaatwetten ingevoerd. In feite gaat het om een voor de VS ongekende vorm van industriepolitiek, maar dat zal niemand daar hardop zeggen. In geen van die wetten wordt het woord klimaat gebruikt. Het zijn wetten voor infrastructuur, voor inflatiereductie en voor onderzoek naar chips. Het klinkt alsof de VS geld besteden aan wetenschap, aan het verlagen van kosten voor levensonderhoud en aan infrastructuur. Het is een verhaal over de enorme voordelen van deze systeemtransitie.

„In een land als India wordt zo’n gesprek veel moeilijker. Met een gemiddeld jaarinkomen van tweeduizend dollar per hoofd van de bevolking is India nog steeds een arm land. Maar het is wel een land met 400 miljoen mensen in de middenklasse. In China telt de middenklasse intussen zelfs al 600 miljoen mensen. Bij elkaar een miljard mensen die allemaal net zo willen consumeren als mensen in het rijke Westen.

„Ik kom zelf uit India, mijn familie behoorde tot de lagere middenklasse. Toen ik jong was had bijna niemand een auto. Maar als ik nu in Delhi ben, zie ik soms families met twee of drie auto’s voor de deur. Hoe leg je aan die mensen uit dat ze, nu ze eenmaal rijk zijn, niet moeten gaan consumeren. Geloof me, dat wordt een moeilijk gesprek.”

De grootste morele kwestie in de klimaatonderhandelingen

„Ongelijkheid, zonder enige twijfel. Klimaatverandering wordt te vaak gezien als iets wetenschappelijks, als iets dat ons overkomt. Maar klimaatbeleid, de impact van klimaatverandering, dat gaat over schaarste. Schaarste aan schone lucht, schaarste aan water, schaarste aan landbouwgrond, schaarste aan voedsel. Elke keer als er schaarste optreedt, lijden de armen het meest.

„Klimaatverandering zal de wereld ongelijker maken, omdat het dingen schaarser maakt. Elke klimaatactie moet ook die ongelijkheid aanpakken. Anders missen we niet alleen een once in a lifetime kans om iets aan die ongelijkheid te doen. Zolang er nog miljoenen mensen in sloppenwijken wonen, zullen we het klimaatprobleem niet oplossen.

„Dat vraagt dus een gigantische overdracht van middelen van rijke naar armere landen, op een veel grotere schaal dan rijke landen hebben beloofd en dan ze nu geven. Het gaat nu om 160 miljard dollar, in een economie van tachtigduizend miljard. Alleen al de Verenigde Staten lopen 11 miljard dollar achter op wat ze hebben toegezegd.

„Ik zie weinig politieke druk om kwetsbare landen klimaathulp te geven. Ook de Verenigde Naties pushen landen onvoldoende om dat te doen. Of nee, ze pushen wel, maar niemand luistert.”

Het grootste succes van het internationale klimaatoverleg

„Voordat in 2015 het akkoord van Parijs werd gesloten zeiden China en India, net als andere grote middeninkomenslanden, zoals Brazilië en Zuid-Afrika, heel stellig: wij zijn arm, klimaatverandering is niet ons probleem. Jullie, rijke landen hebben het gecreëerd. Los het zelf maar op. Wij moeten ons ontwikkelen en zullen net zo lang doorgaan met vervuilen tot we net zo rijk zijn als jullie.

„Parijs heeft dat perspectief drastisch veranderd. Alle landen van de Verenigde Naties hebben het akkoord van Parijs ondertekend en allemaal erkennen ze daarmee dat klimaatverandering ook hun probleem is.

„De tijd dat er twee gescheiden wegen bestonden – ontwikkeling en klimaatverandering – ligt achter ons. Elk land ter wereld probeert zijn bijdrage te leveren. Veel landen hebben daarbij wel hulp nodig. Ze vragen: hoe kunnen we nog groeien? Wie gaat ervoor betalen? Maar de mentale verschuiving, dat het hier gaat om een gezamenlijke inspanning, leeft in alle landen.

„Toen vorig jaar de oorlog in Oekraïne begon, bestond de angst dat dit het einde van de multilaterale wereld zou inluiden. Maar op de klimaattop vorig jaar in Egypte bleek dat internationaal overleg over het klimaat nog steeds mogelijk is.

„De biodiversiteitstop, een maand daarna, was zelfs een nog groter succes. En ook het oceanenverdrag werd vorige maand, nadat er vele jaren over is onderhandeld, met succes afgerond. De klimaattop eind dit jaar in Abu Dhabi wordt opnieuw een lakmoesproef voor het multilateralisme. De wereld kan het zich niet permitteren om in blokken uiteen te vallen.”