N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Formule 1 Ferrari heeft sinds 2007 geen wereldkampioen meer afgeleverd in de Formule 1. Toch zijn dit weekend op het circuit in Monza, bij de Grote Prijs van Italië, de meeste ogen gericht op het succesvolste team uit de geschiedenis. „Ferrari blijft speciaal. De historie, het logo. Onze auto hier.”
Robots in de paddock van het Autodromo Nazionale Monza. Enzo Ferrari – geboren in 1898 en overleden in 1988 – zal nooit voor mogelijk hebben gehouden dat Charles Leclerc en Carlos Sainz de fans via een rijdend beeldscherm te woord staan. Zoals de Italiaanse autobouwer zich evenmin voor zou kunnen stellen dat Scuderia Ferrari al sinds 2007 geen coureur als wereldkampioen meer heeft geleverd. Op de vraag wanneer het succesvolste team uit de geschiedenis van de Formule 1 weer zal heersen, moeten de coureurs van nu het antwoord schuldig blijven. „Ik doe geen voorspellingen meer”, verzucht Sainz in de perszone van de Grote Prijs van Italië.
De hoop van de tienduizenden Ferrari-fans is dit weekeinde in Monza vele malen groter dan de verwachting. In een seizoen waarin tot dusver alle dertien races werden gewonnen door het team van Red Bull Racing – elf zeges voor Max Verstappen en twee voor Sergio Pérez – zijn de Italianen al blij met podiumplaatsen van de 25-jarige Monegask Leclerc en de 28-jarige Spanjaard Sainz. Want ook die zijn dungezaaid. Ferrari moet het doen met één tweede plaats (Oostenrijk) en twee derde plekken (Azerbeidzjan en België) van Leclerc. Sainz eindigde vorige week in Zandvoort als vijfde en reed daar misschien zijn beste race van het seizoen, maar Ferrari viel bij het grote publiek vooral op door het geklungel bij een pitstop van de latere uitvaller Leclerc.
Ferrari is een grootmacht uit het verleden. De jongste generatie fans moet het doen met troostprijzen. De laatste keer dat er in het thuisdorp Maranello na de winst bij een grand prix feest werd gevierd, dateert van meer dan een jaar geleden. Leclerc veroverde op 11 juli 2022 zijn laatste van in totaal vijf overwinningen. Waarvan zijn zege in 2019 op het circuit van Monza zijn hoogtepunt was. Met een Ferrari voor het Italiaanse publiek een thuisrace winnen lijkt op dit moment zelfs een onbereikbaar doel.
Andere weg
Het is veelzeggend dat Ferrari halverwege het seizoen alweer grotendeels naar volgend jaar kijkt. Wat dat betreft heeft de komst van de nieuwe teambaas Frédéric Vasseur vooral tot de conclusie geleid dat het team een andere weg moet inslaan. Wat in de praktijk hoogstwaarschijnlijk betekent dat de coureurs Leclerc en Sainz nog een jaartje mogen blijven en dat er bij het gebrek aan succes vooral wordt gewezen naar de kwaliteit van de wagens. De SF-23 mag door de liefhebbers misschien als de mooiste Formule 1-auto worden gezien, maar de snelste is hij zeker niet.
Enrico Gualtieri, technical director power unit, gaf op vrijdagmorgen op het circuit van Monza aan een groepje geïnteresseerden uitleg over de ontwikkeling van de motor van Ferrari. De Italiaan uit Modena is al sinds 2000 verbonden aan de renstal en maakte verschillende hoogte- en dieptepunten mee. De constructeurstitel in 2008 – het jaar waarin Felipe Massa op de slotdag in Singapore het wereldkampioenschap voor Ferrari bij de coureurs misliep – voelde voor Gualtieri als een grote titel. Hij leerde de afgelopen decennia inzien dat het steeds meer om efficiency draait. Kleiner, lichter en met meer vermogen. En in 2026 moeten de wagens in de Formule 1 uitstootvrij zijn. Dat zijn heel andere zorgen dan zijn voorgangers hadden.
Bedevaartsoord
Het raceteam van Ferrari ging er in de vorige eeuw onder Enzo Ferrari prat op dat het schoonheid en snelheid wist te combineren. In het Ferrari-museum in Maranello, op 200 kilometer afstand van Monza, is het kantoor van de oprichter en voormalig coureur nagebouwd. De bezoeker krijgt een idee in wat voor omgeving Enzo Ferrari in de jaren dertig leiding gaf aan de de Scuderia Ferrari, destijds een satelliet-renstal van Alfa Romeo. Het museum werd in 1990 geopend, twee jaar na de dood van Il Commendatore, en geldt sindsdien als een soort bedevaartsoord in Maranello. De tijd dat Don Alberto Bernardoni er met het luiden van de klokken ‘de symfonie van de overwinning’ speelde, is allang voorbij. De pastoor overleed in 2010. Wel wordt hier op 14 augustus steevast nog even stilgestaan bij de sterfdag van Enzo Ferrari.
In Monza lijkt de naamgever van het enige team dat nooit uit de Formule 1 verdween, wel onsterfelijk. Het circuit ademt Ferrari-historie. Overal waar je kijkt, is het gele schild met het zwarte steigerende paard – il cavallino rampante – te zien. Enzo Ferrari nam het iconische logo als eerbetoon over van gevechtsvlieger Francesco Baracca, die in 1918 om het leven kwam. ‘Monza’ is een van de twee Italiaanse racebanen op de kalender van de Formule 1. The temple of speed, aangelegd in 1922 – is niet alleen een van de oudste, maar ook een van de snelste circuits. Nadat in mei van dit jaar de Grote Prijs van Emilia-Romagna op het circuit van Imola wegens overstromingen werd afgelast, zijn de Italiaanse racefans dit sezioen volledig aangewezen op Monza, waar het vooral spannend wordt als het regent. Volgens de weersverwachtingen blijft het zondag echter droog in de Italiaanse stad. Er wordt gevreesd voor een saaie en snelle race over 53 ronden, die in een uur en twintig minuten gedaan kan zijn.
Toch blijft het circuit van Monza onvoorspelbaar. Fans van Ferrari beleefden er vreugde en verdriet. Alberto Ascari beëindigde in Monza het seizoen in 1952 en 1953 als nummer één. Hij was de laatste Italiaanse wereldkampioen. Ascari kwam op hetzelfde circuit op 26 mei 1955 om het leven toen hij een paar rondjes reed in de Ferrari 750 Monza van zijn vriend Eugenio Castellotti. Ascari wordt in Italië nog steeds als een van de beste coureurs ooit beschouwd. In het perscentrum staat hij, lachend naast een rode Ferrari, op een affiche afgebeeld als wereldkampioen, en behoort daarmee in een rijtje met latere kampioenen als Juan Manuel Fangio, Mike Hawthorn, Phil Hill, John Surtees, Niki Lauda, Jody Scheckter, Michael Schumacher en Kimi Räikkönen. Ascari maakt als naamgever van de bocht Variante Ascari als enige in Monza ook nog deel uit van het heden.
Bijzondere ambiance
In Italië blijft men geloven in de bijna mythische status van Ferrari. Het merk staat voor passie, stijl en succes. De wereldtitel veroveren in een Ferrari is volgens veel Italianen het mooiste wat er is. De realiteit is anders. Zestien jaar zonder een wereldkampioen. Ferrari is in veel opzichten voorbijgestreefd door de Duitse degelijkheid van Mercedes en de marketingskills van het Oostenrijkse Red Bull. Het heeft ook de aantrekkingskracht op topcoureurs als Lewis Hamilton en Max Verstappen verloren. De Brit verlengde donderdag zijn contract bij Mercedes met twee jaar.
Aan Verstappen zijn de sentimenten rondom Ferrari niet besteed. De Nederlandse wereldkampioen geeft niet zoveel om prestaties uit een ver verleden en is wars van uiterlijk vertoon. Verstappen zegt wel te genieten van de bijzondere ambiance in Monza. De Ferrari-coureurs Leclerc en Sainz kunnen alleen maar met een jaloerse blik naar de resultaten van Red Bull Racing kijken. Toch geloven ze dat Ferrari eigenlijk in alle opzichten boven de rest verheven moet zijn. Leclerc: „Ferrari blijft speciaal. De historie, het logo. Onze wagen hier. Het is prachtig om al die mensen met rode vlaggen te zien.” Sainz denkt er net zo over: „Natuurlijk is er de druk om te presteren. Ik zal alles doen om mijn dromen waar te maken. Boven alles probeer ik van dit weekeinde te genieten.”
Enzo Ferrari vond dat er alleen viel te genieten bij succes. „Raceauto’s zijn mooi noch lelijk. Ze worden mooi als ze winnen”, luidde een beroemde uitspraak van de grondlegger.