Neon (element 10) is synoniem geworden met fe l gekleurde reclamelichten. Dat is niet voor niets. De eerste fel oplichtende reclameletters bestonden uit glazen buizen met daarin het edelgas neon dat vlammend rood licht uitzendt als je er een elektrische stroom doorheen jaagt.
Hoewel neon het op vier na meest voorkomende element in het heelal is, is het op aarde schaars. Net als andere edelgassen gaat het namelijk geen verbindingen aan en wordt dus niet vastgelegd in mineralen. Daarnaast is het lichter dan lucht waardoor het gemakkelijk uit de atmosfeer ontsnapt.
Neon liet zich niet gemakkelijk ontdekken. De edelgassen helium en argon, die in het periodiek systeem boven en onder neon staan, werden in 1894 en 1895 geïsoleerd door de Schotse scheikundige William Ramsay. Samen met de Engelse scheikundige Morris Travers ging hij op zoek naar het tweede edelgas dat dit gapende gat zou opvullen.
De twee scheikundigen koelden lucht af tot het vloeibaar werd en warmden het vervolgens weer geleidelijk op om de gassen die dan een voor een vrijkomen op te vangen. Zo waren eerder al stikstof, zuurstof en argon geïsoleerd. Maar het gezochte edelgas liet zich niet zien. Daarom ontwikkelde Travers een nieuwe methode. In plaats van lucht, koelde hij argongas af en warmde het weer op, om zo sporen van andere elementen die zich schuilhielden in het argon eruit te krijgen. Dat lukte. Ze vonden eerst het nieuwe edelgas krypton en kort daarna eindelijk het missende element neon.
Een van de eerste dingen die Ramsay en Travers ontdekten was dat het nieuwe edelgas een bijzondere eigenschap heeft. Zodra je er stroom op zet, begint het intens en helder rood te gloeien. Travers schreef erover: „De gloed van karmozijnrood licht van de buis vertelde zijn eigen verhaal en het was een schouwspel om bij stil te staan en om nooit te vergeten… niets ter wereld gaf zo’n gloed als wij hadden gezien.”
De dertienjarige zoon van Ramsay stelde voor om het nieuw ontdekte gloeiende gas ‘novum’ te noemen naar het Latijnse woord voor nieuw. Zijn vader vond het een goed idee, maar koos voor de Griekse vertaling en zo kreeg het de naam ‘Neon’. De nieuwigheid van neon was er al snel af. Een paar maanden later ontdekten Ramsay en Travers het edelgas xenon.
Toch bleek de naam toepasselijk. De Franse ingenieur en uitv inder Georges Claude zag in het roodgloeiende gas een nieuwe vorm van verlichting. Begin twintigste eeuw begon hij neonverlichting te verkopen. Maar mensen wilden geen rood licht in hun huizen, daarom richtte hij zich op een andere markt: de reclame. Door de buizen te buigen kon hij allerlei oplichtende letters en figuren maken. De opvallende, vlammend rode reclameverlichting – die zelfs overdag zichtbaar was – sloeg aan. Claude verkocht een van zijn eerste neonreclames aan een kapperszaak in Parijs. Binnen een paar jaar lichtte de reclameborden van duizenden bedrijven op.
Al snel kreeg reclameverlichting ook andere kleuren, die geproduceerd worden door mengsels van onder meer argon en kwik. Tegenwoordig zijn neonlampen grotendeels uit het straatbeeld verdwenen en vervangen door nog fellere ledlampen – op enkele plekken na die vanwege nostalgische of artistieke bij neon blijven. Maar de naam neonverlichting is blijven hangen.
Het succes kwam al vroeg, als tiener. En eenmaal in een van de populairste boybands ter wereld viel er nooit meer aan de aandacht te ontkomen. Ondanks zijn solocarrière bleef Liam Payne altijd eenvijfde lid van het Britse popfenomeen One Direction en lagen zijn looks en gedrag altijd onder een vergrootglas, en hij kon er slecht mee omgaan. In zijn grootste hit ‘Strip That Down’ (2017) zong hij: „You know I used to be in 1D, (Now I’m out free. People want me for one thing, (That’s not me).”
Woensdag is de vroegere One Direction-zanger Liam Payne (31) in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires overleden door een val van zijn hotelbalkon op de derde verdieping. Even daarvoor had de politie al klachten binnen over overlast van een agressieve man die mogelijk onder invloed zijn hotelkamer vernielde. De politie onderzoekt of het om een ongeval of om zelfmoord gaat. De zanger was eerder deze maand naar Argentinië gekomen om het concert van collega Niall Horan bij te wonen. Fans, nu massaal rouwend bij het hotel, hoopten dat dit een mogelijke opening was tot een reünie van de boyband One Direction.
Hij was een van de vijf frisse gezichtjes bij de Britse versie van The X-Factor in 2010 die droomden van succes in de popmuziek. Zanger Liam Payne uit het Britse Wolverhampton auditeerde tweemaal voor de grote commerciële talentenshow op televisie. Eerst op zijn veertiende, vervolgens op zijn zestiende. Toen maakte zijn zelfbewuste uitvoering van Michael Bublé’s versie van ‘Cry Me a River’ veel indruk op de jury. Payne werd uiteindelijk lid van een boyband, een gouden greep van jurylid Simon Cowell die lang daarna pochte hoe hij de groep „in tien minuten bedacht”.
Vijf knappe posterboys
De finale wonnen ze niet, de tv-talenten werden tweede. Maar de populariteit van het Britse One Direction met vijf knappe posterboys tussen 16 en 19 jaar – Harry Styles, Louis Tomlinson, Zayn Malik, Liam Payne en Niall Horan – was niet te stoppen. Het zoete radiohitje ‘What Makes You Beautiful’ was nog maar het begin van een tsunami aan hitssongs met clips die steeds weer hun persoonlijkheden uitlichtten.
One Direction groeide wereldwijd uit tot de opvolger van populaire bands als het Britse Take That, Boyzone en de Amerikaanse groep The Backstreet Boys. Al hadden zij als boyband géén gechoreografeerde danspasjes.
Binnen het vijftal gold Liam Payne een beetje als de zachte. Hij was de diplomaat, de verbinder. Maar eerlijk gezegd was hij ook een beetje de saaiste, voor wie misschien nét even wat minder werd gegild. Met hun liedjes en video’s, maar ook hun eigen apps en films viel One Direction wereldwijd massahysterie ten deel en eigenlijk kon Payne daar slecht mee om gaan, bekende hij later.
Met elk jaar een nieuw album schoof ‘1D’ langzaam op van mierzoetes tienerpop naar meer poppy rockcovers. Ze verkochten wereldwijd zo’n 70 miljoen albums. Na het opstappen van zanger Zayn Malik (een incident tussen Liam en Zayn zou aanleiding zijn geweest) maakte de band als kwartet nog één album Made in the A.M. In 2015 viel de band uiteen.
Wisselend succes
De soloprojecten daarna waren wisselend van succes. Groeide Harry Styles tot grootse, toonzettend artiest, met Niall Horan als stabiele tweede, voor Payne was het solo lastig. Zoekende naar zijn stijl voelde hij zich aangetrokken tot dance, later legde hij zich toch vooral toe op songwriting. Bij One Direction vormde hij al een schrijfduo met Louis Tomlinson.
Zijn soloalbum LP1 (2019) werd matig ontvangen, met op het hitliedje ‘Polaroid’ na, veel eenzijdige clubtracks met hem als een soort slicke versierder. Het was een album met veel te weinig persoonlijkheid, oordeelde de muziekpers, hoewel hij grote namen zoals latinster J Balvin en Rita Ora had weten te strikken. Wat Payne ook niet hielp, was het late moment: drie jaar na het uiteenvallen van One Direction – al bleven oude fans ook hem trouw volgen.
Mentale problemen en een drankverslaving – drinkend uit verveling tijdens tournees – zaten Payne dan al een tijd in weg. Steeds vaker kwam hij in het nieuws. Zijn carrière kreeg een droef verloop: negatieve dingen roepend over zijn oude bandleden (waar hij na een kortstondig afkicken dan weer spijt van had), ruzies met zijn huidige verloofde en zijn worsteling met het vaderschap, hij had een zoontje van zeven met Girls Aloud-zangeres Cheryl Cole.
In zijn recentste single ‘Teardrops’ toonde Payne zich van zijn kwetsbare kant. Liefhebben viel hem moeilijk als gebroken man, zong hij.
Praten over zelfdoding kan gratis, anoniem en 24/7 bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon: 0800-0113. Of chat op www.113.nl.
Jonas: „We hebben elkaar ontmoet in 2001, op een verjaardag van een gemeenschappelijke vriendin. We hadden meteen een heel leuke klik.” Carolien: „In de auto op weg naar huis zei de vriendin met wie ik naar die verjaardag gekomen was tegen mij: dit is hem ! Dit is de man met wie je samen gaat zijn.”
Jonas: „En daar had ze gelijk in. Al een jaar later kochten we samen een huis in Amsterdam.”
Carolien: „En daar wonen we nog steeds. Ons appartement is heel groot voor Amsterdamse begrippen, 100 vierkante meter. Het ligt in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, vlakbij het Westerpark.”
Jonas: „Een heel gemengde buurt. De hele wereld woont hier. Hoog en laag opgeleid, autochtoon en expat.”
Carolien: „Dit complex is 25 jaar oud. De appartementen zijn gebouwd in een cirkel rondom een enorme binnentuin van 60 bij 40 meter. Er is een speeltuin, en een trapveld. En we hebben heel veel contact met de buren. Als je jonge kinderen hebt, zie je elkaar bij de zandbak, natuurlijk, maar de balkons hebben ook lage schuttingen. Zo maak je makkelijk een praatje. Het is heel knus.”
Jonas: „In de jaren 2008-2009 zijn we allebei kort na elkaar freelancer geworden.”
Carolien: „Ik werkte voor die tijd als hoofdredacteur bij de uitgaven van de ANWB. Maar toen kwam er een reorganisatie en heb ik besloten freelance bladenmaker te worden.”
Jonas: „Ik werkte bij een online uitgeverij die onder meer nu.nl en startpagina.nl uitgaf. Ik hield me bezig met digitale uitgeefconcepten.”
Dikke salarissen
Carolien: „We hadden twee dikke salarissen. Maar toen raakte Jonas zijn baan kwijt, kort nadat ik de mijne opgezegd had.”
Jonas: „Toen hebben we besloten radicaal het mes te zetten in ons uitgavenpatroon.”
Carolien: „We zijn bijvoorbeeld gaan koken voor de vriezer. Dus een grote pan chili con carne maken waar je drie avonden van kan eten.”
Jonas: „Dat is veel goedkoper dan drie keer apart chili con carne bereiden. Ook nu we weer méér verdienen, hebben we hier nog profijt van.”
Carolien: „Het eten is vaak lekkerder uit de vriezer, zoals een stoofpot die meer tijd heeft gehad om smaak te ontwikkelen.”
Jonas: „We zijn nu allebei consultant, gespecialiseerd in digitalisering.”
Carolien: „In het begin werkten we apart.”
Jonas: „Maar toen gingen we elkaar steeds inhuren. Dus toen zijn we het maar samen gaan doen. Sindsdien hebben we een gezamenlijk bedrijf, The Big Story. We begeleiden tijdschriften en andere klanten, zoals bedrijven en goede doelen, bij digitalisering. Dat gaat bijvoorbeeld om content-strategie en online marketing, social media of hoe je podcast als vorm kunt inzetten.”
Carolien: „Ik heb ook een podcast, Komt een blad bij de dokter, waarin ik met mensen uit de media praat over digitalisering.”
Jonas: „De vraag die wij vaak krijgen, is of het niet ingewikkeld is om samen te werken als liefdeskoppel. Dan antwoorden we altijd: een goede relatie houdt in dat je samen beslissingen neemt, over een vakantie of een verbouwing…”
Carolien: „… samen een tent opzetten op de camping…”
Jonas: „Ja. En dat is ook zo als je samen een bedrijf hebt.”
Carolien: „We hebben twee spelregels. De eerste is: als je partner op kantoor over privédingen begint mag je het vetoën! En als de ander thuis over werk begint ook.”
Jonas: „Zo’n veto wordt gemiddeld drie, vier keer per maand uitgesproken. En de tweede regel is dat altijd één van ons de baas is over een project. Met die regel voorkom je discussie, want wij denken altijd allebei dat we het beter weten.”
Carolien: „We hebben een extern kantoor. Ik ben er wat eerder, want Jonas gaat eerst ergens cappuccino drinken met een croissantje. Ik ga meestal ook iets eerder naar huis.”
Jonas: „We fietsen haast nooit samen naar huis.”
Eigen tijd indelen
Carolien: „Als je kinderen hebt, is het heel handig ondernemer te zijn. Je kunt je eigen tijd indelen.”
Jonas: „En andersom heb ik van het vaderschap geleerd mijn werk even los te laten. Als je een luier moet verschonen, moet je echt even je werk uit je hoofd zetten. Ik merkte hoe fijn ik dat vond. Tegenwoordig wil ik echt de knop omzetten als ik thuis ben, zodat ik helemaal kan ontspannen.”
Carolien: „Mijn hoofd werkt anders. Als ik een idee krijg, wil ik het meteen uitwerken, ook als ik ’s avonds thuis ben.”
Jonas: „We komen vaak op ideeën als we samen een paar dagen weg zijn of een avond uit eten. Dan ontstaan vaak de mooiste concepten.”
Carolien: „Het nadeel van ondernemen is wel: qua workload is het hollen of stilstaan. Nu in de herfst heb ik het altijd ontzettend druk, bijvoorbeeld, echt té druk. En ik weet nu al dat het in januari weer té rustig is.”
Jonas: „In de zomer ligt het ook stil.”
Carolien: „Omdat we veel samen zijn, zowel op het werk als thuis, is het fijn dat we allebei een eigen hobby hebben.”
Jonas: „Mijn hobby is mijn culinaire podcast Wat Schaft de Podcast. Dat is echt een leuke tegenhanger van mijn werk als digitaal strateeg. Want mijn dagelijkse werk is niet concreet – dit wel.”
Carolien: „Dat geldt voor mijn hobby ook. Ik verzamel vazen uit een specifieke periode, de Nederlandse Art Nouveau van 1885 tot 1910. De collectie werd op een gegeven moment te groot, dus toen ben ik begonnen dingen te verkopen. Inmiddels is het uitgegroeid tot een webshop en dat is ook een soort pensioenvoorziening. Want het zou zo maar kunnen dat ik in mijn werk straks voorbijgestreefd word door een 23-jarige whizzkid. Daarom zeg ik: als ik later groot ben, wil ik antiekhandelaar worden.”
Strepen daglicht van bovenaf geven een spookachtig effect op de bodem van de watertank. Toeristen zijn welkom in de grote bak met 59 enorme betonnen pilaren, tenzij er water op komst is. Want het ‘kathedraalcomplex’ in Kasukabe, een voorstad van Tokio, is bedoeld om de laaggelegen stad tegen wateroverlast te beschermen. Bij een tyfoon, of ‘gewoon’ langdurige regenval, loopt het reservoir vol via schachten die langs een snelweg langs de stad liggen.
Het Metropolitan Outer Area Underground Discharge Channel, zoals het complex officieel heet, heeft een inhoud van 670.000 kubieke meter. Het heeft 5 schachten, van 65 meter hoog en 32 meter doorsnede. Ze zijn onderling verbonden door 6,4 kilometer aan tunnels, op 50 meter diepte, en monden uit in de watertank van 25 meter hoog, 177 meter lang en 78 meter breed. Van daaruit spuien 78 pompen het water richting de Edo-rivier die ten westen van de Kasukabe loopt.
Guerrilla-regen
Eind augustus stond het hier nog vol, en afgelopen juni is het complex vier keer volgelopen. Dat is meer dan in heel 2023 nodig was. ‘Guerrilla-regen’, noemt het betrokken ministerie het type regenval waarbij de berging gebruikt wordt. Het complex werd tussen 1993 en 2006 gebouwd (kosten: 1,5 miljard euro), en nu is er uitbreiding op handen. Want door klimaatverandering wordt verwacht dat er vaker en meer guerrilla-regen zal vallen.
Ook elders rond Tokio zijn er ondergrondse waterwerken, 27 complexen in totaal. En er wordt bijgebouwd. De bestaande reservoirs onder de voorsteden Nakano en Nerima worden met elkaar verbonden, waardoor ze met een inhoud van 1,4 miljoen kubieke meter het grootste reservoir ter wereld zullen vormen. Sinds 2022 wordt vanaf de kant van Nakano richting Nerima geboord, de planning is dat het in 2025 af is. Dit project is onderdeel van het bredere ‘Tokio Resilience Project’, een groot project dat Tokio beter moet beschermen tegen natuurrampen zoals aardbevingen en overstromingen.