Het Zweedse Malmö staat op scherp. Voor de derde keer is de stad host van het Eurovisie Songfestival (eerder in 1992 en 2013), maar nog niet eerder was de tegenstelling zo groot: terwijl liedjes van ABBA (het is vijftig jaar na ‘Waterloo’) in de straten klinken, positioneren sluipschutters zich op de daken en patrouilleren honderden zwaarbewapende politieagenten met politiehonden op straat en rond de Malmö Arena.
Net als vorig jaar in Londen heeft het Europese liedjesfestijn het thema United By Music, ter viering van de onderling verbindende kracht van muziek. Het Songfestival, dat dinsdag in de Malmö Arena aftrapt met de eerste halve finale voor de tien finaleplekken, zal ook de boeken ingaan als de meest beveiligde editie ooit: artiesten worden gefouilleerd, bezoekers mogen geen tassen mee naar binnen.
De roep om Israël te boycotten van deelname aan het festival wegens de schending van mensenrechten in de oorlog in Gaza klinkt al maanden. Maar de EBU ziet geen reden om het land uit te sluiten, zolang Israël zich aan de regels houdt. Het originele liedje ‘October Rain’ werd door de European Broadcasting Union (EBU) afgewezen omdat het overduidelijk refereerde naar de Hamas-aanslag van 7 oktober en zo de politiek neutrale regels schond. In het hernieuwde ‘Hurricane’ is een aantal zinnetjes geschrapt. Een beladen woord als ‘flowers’ is vervangen – het is militaire codetaal voor ‘slachtoffers’.
Lees ook Songfestival wil niet politiek zijn, maar lukt dat rond de deelname van Israël ook?
Diepere betekenis
De 20-jarige Israëlische deelneemster Eden Golan, populair in eigen land waar haar muziekvideo’s met regelmaat op televisie zijn, houdt zich ondertussen koest. In een paar interviews (aan onder meer Reuters en The Times of Israël) benadrukte ze hoe het vertegenwoordigen van Israël juist dit jaar een diepere betekenis heeft op een heel ander level, „om alles wat mijn land en onze mensen moesten doorstaan.”
Golan ontbrak zondag bij de openingsceremonie, waar de artiesten volgens sponsor-traditie arriveren op een turquoise loper. Officieel was de reden Jom Hasjoa, de herdenkingsdag voor de Holocaust in Israël, meldde de EBU. Op Instagram stak Golan ter nagedachtenis kaarsjes aan, in een stemmig zwart-wit filmpje.
En nu is het opvallend stil rond de kandidate die haar plek won via de tv-show Hakokhav Haba (Rising Star), waar ze liedjes zong van Whitney Houston (‘I Have Nothing’) en Aerosmith (‘I Don’t Want to Miss a Thing’). Terwijl de andere Songfestivalkandidaten tamtam maken op feestjes in de stad – Joost Klein danste maandag nog op het podium van een club – blijft het op haar socials stil. Niks feestjes. Ook is er niets over de Israëlische zangeres te zien op de kanalen van Eurovisie zelf. En ook de woordvoerder van de Israëlische delegatie blijft stil, na herhaaldelijk vragen van NRC.
Hoe groot de dreiging voor de deelneemster nu is, is moeilijk te achterhalen. Donderdag, de dag dat Golan optreedt, staat er wel een pro-Palestina demonstratie in de binnenstad gepland van 20.000 tot 40.000 demonstranten. Voor haar veiligheid moet de zangeres in haar hotel blijven.
Tegen Reuters zei Golan de protesten zoveel mogelijk te negeren en zich te concentreren op haar optreden. „Ik ben hier om mijn stem te laten horen, mijn gave van god.” Ze wil mensen iets laten voelen, „tot in hun ziel”.
Uitblinker
Eden Golan werd geboren in Kefar Sava, ten noordoosten van Tel Aviv. Het grootse deel van haar jeugd, vanaf haar zesde, groeide ze op in Rusland, haar ouders zijn van Lets-Oekraïense afkomst. In 2022 verhuisde het gezin terug naar Israël als gevolg van de Russische inval in Oekraïne.
Golan zingt al sinds jonge leeftijd en deed mee aan diverse zangwedstrijden, zoals ook de Russische Junior Eurovision Song Contest in 2015. Twee jaar was ze het gezicht van een meisjesgroep, op haar achttiende tekende ze een eigen platencontract. In haar liedjes mengt ze dance met pop; vorig jaar had ze twee singles ‘Dopamine’ en ‘Taxi’.
Lees ook Moeten artiesten het Songfestival boycotten als Israël meedoet?
Haar optreden donderdag in de tweede halve finale van het Songfestival wordt, op basis van de eerste repetitiebeelden, ronduit esthetisch. Op het podium komt een flink hoge ring te staan, die fraai kan oplichten en een ingebouwde windmachine heeft. Aan weerszijden zijn tredes waar de vijf dansers (drie mannen, twee vrouwen) om kunnen klimmen. De hele groep draagt naturel kleuren, beige en grijs. Golan, met haar ruglange haren, draagt een crèmekleurige, lang gedrapeerde jurk.
Vocaal is ze in deze competitie een uitblinker in een toch vrij gemiddelde popballade. Onheil dient zich al vanaf de eerste seconden met onweersklappen aan. Daarna zingt Golan hoe ze zich schrap moet zetten, hoe ze danst in de storm. Ze kan er haar stem flink in aanzetten. Zeker tegen het einde komt ze met een paar hoge uithalen, waarna ze zacht in het Hebreeuws het liedje uitblaast.
Als Amerikanen eerlijk zijn, geven ze toe: hun noorderburen hebben meer humor en zijn minder arrogant. Kortom, Canadezen zijn leukere mensen dan Amerikanen.
Hoe kan het dan dat Nickelback in de jaren nul ‘de meest gehate band ter wereld’ werd? In hun grootste hit ‘How You Remind Me’ (2001) is in het refrein meteen duidelijk dat het Canadezen zijn: in Canadees Engels rijmt ‘sorry’ op ‘story’ („It’s not like you to say ‘Sorry’/ I was waiting on a different story”). Het nummer gaat over een moeizame liefdesrelatie, met zware rockgitaren en de donkere stem van zanger Chad Kroeger, die nog duisterder wordt als hij in de hoogte uithaalt („Are we having fun yet?”). Het nummer werd een wereldwijde hit.
Maar ‘How You Remind Me’ stond ook aan de wortel van de haat die daarna op de band afkwam.
In interviews en in de documentaire Hate to Love: Nickelback filosoferen de bandleden dat de haat een oorsprong had in een grap op televisiezender Comedy Central in 2003. In talkshow Tough Crowd stelde de Amerikaanse komiek Brian Posehn: „Niemand heeft het over de studies die aantonen dat slechte muziek mensen gewelddadig maakt – zoals Nickelback bij mij de neiging oproept om Nickelback te vermoorden.” Verkort werd zijn schijnbaar serieuze opmerking onderdeel van een spotje dat zo’n half jaar om de haverklap op Comedy Central te zien was, in een tijd dat de zender uiterst populair was. Daardoor werd de naam Nickelback inwisselbaar met ‘slechte muziek’.
Denkt Nickelback zelf. Maar wellicht was het andersom. Het jaar voor de spot was ‘How You Remind Me’ vrijwel continu op de radio, maakte Kroeger de soundtrack voor superheldenfilm Spider-Man met onder meer de hitsingle ‘Hero’, en was ook al Nickelbacks volgende single ‘Too Bad’ te horen. Nickelback en de uit duizenden herkenbare stem van Kroeger waren onontkoombaar in een tijd dat radio nog dé manier was om muziek te luisteren, waardoor mogelijk velen er snel genoeg van hadden. En de tekst van de Posehn-spot in zeer vruchtbare aarde viel. Ook critici schreven de band in dezelfde periode af als ‘mainstream’, ‘Nirvana-light’ met ‘schoongepoetste muziek’. Vervolgens speelden opkomende sociale media een stevig deuntje mee.
De documentaire Hate to Love: Nickelback gaat ondanks de titel niet diepgaand in op de oorzaken van de online haat – grotendeels vertelt de docu de geschiedenis van de band en geeft een weinig kritisch inkijkje in hun leven en muziek; het is dus vooral voor fans een fijne film. Aan de andere kant: het blijft moeilijk om scherp te krijgen hoe dergelijke haat zo’n hoge vlucht kon nemen.
De memes, internet(on)geintjes die veel gedeeld worden, waren nog grappig bij het vriendelijk nostalgische popnummer ‘Photograph’ (2005). In de muziekvideo houdt de zanger een fotolijst omhoog met de tekst „Look at this photograph/ Every time I do it makes me laugh”. Er verschenen ontelbare parodieën op dit beeld, waar op de plek van de foto een andere foto of een grafiek werd geshopt: ‘Look at this graph.’ Ook het haar van Kroeger, toen helblond, lang en krullend, vormde aanleiding voor memes: zijn gezicht werd in borden noedels geshopt, zijn hoofd werd vergeleken met dat van honden met krullend haar aan de oren.
Verwijten dat Kroeger een aso zou zijn waren niet altijd onterecht – hij werd in 2006 in zijn Lamborghini aangehouden omdat hij te hard had gereden, en bleek toen bijna twee keer zo veel alcohol op te hebben als toegestaan; hij was ‘verdacht’ kort getrouwd met popster Avril Lavigne; hij pende seksistische teksten. Maar vergelijkbaar gedrag van andere sterren leidde tot veel minder heftige reacties. Kroegers al dan niet abjecte gedrag leek eerder een stok om de hond mee te slaan.
Daarnaast bleef rondzingen in de eindeloze echoput die internet is dat de band formulemuziek maakte, altijd hetzelfde deuntje speelde of juist geen eigen smoel had en met alle populaire genres van het moment meekraaide – oftewel: de muziekziel had verkocht voor het grote geld. Dat ze toestemming gaven om hun hit ‘Rockstar’ (2006) te gebruiken in een duffe meubelreclame hielp ook niet.
Haat op straat
Vileiner werd het toen de veel herhaalde haat in de echte wereld opvlamde. Drummer Daniel Adair vertelt in de documentaire dat vooral Chad Kroeger daar last van had: „Hij zei op zeker moment: jullie kunnen anoniem over straat, ik word overal herkend en krijg dan te horen dat ze me hartgrondig haten.”
bassist NickelbackMike Kroeger Hoe groter je wordt, hoe harder ze willen dat je valt
De bandleden doen voor de camera hun best om het weg te lachen. Bassist en halfbroer van Chad, Mike Kroeger, verklaart het zo: „Hoe groter je wordt, hoe harder ze willen dat je valt.” In meerdere interviews grijnzen de bandleden dat ze nog steeds moeten lachen om de graph-memes, en dat alle memes mogelijk hun faam hebben laten voortduren waar andere bands van rond 2000 in vergetelheid zijn geraakt.
Humor lijkt Nickelback op de been te hebben gehouden. ‘Rockstar’ is een satire op een gedroomd bestaan als popster en is zeer geestig voor wie de hints wil begrijpen. Toch werd het nummer door haters serieus opgevat. Maar hoe zijn teksten als „I want a bathroom I can play baseball in” of „We’ll all stay skinny ’cause we just won’t eat” letterlijk te nemen? De video is nog duidelijker ironisch, met glansrollen voor gearriveerde sterren als Nelly Furtado, Billy Gibbons van ZZ Top en ijshockeylegende Wayne Gretzky – die niet hoeven dromen over een carrière als rocksterretje. Ook de zelfspot is treffend: wanneer Kroeger „I’d even cut my hair and change my name” zingt, komt een man in beeld die krullende noedels eet. Misschien is het met eindeloos herhaalde haat zo simpel als popsuperster Taylor Swift – ook doelwit van internethaat – het in ‘Shake It Off’ verwoordt: „The haters gonna hate.”
Schrikbarend is wel dat zelfs de zoon van gitarist Ryan Peake op school werd getreiterd omdat zijn vader in Nickelback speelt. Maar in de documentaire volgt dan ook de omslag van haat naar liefde: een paar jaar later kwam de dochter van Peake thuis van haar examenfeest met het verhaal dat het best oké was, maar dat de hele avond Nickelback werd gespeeld.
Hartstochtelijk meegillen
Oorzaak zijn nieuwe socialemediafenomenen. Nickelbackfans gebruiken platforms als TikTok en Instagram om hun liefde te verklaren. Met name de jongere garde trekt zich niets aan van de ingeburgerde haat en gilt of playbackt voor de camera hartstochtelijk mee met de zeer zingbare liedjes. ‘Rockstar’ krijgt zelfs een sea-shantyversie van de Britse popgroep The Lottery Winners. Die wordt met medewerking van Nickelback als single uitgebracht, met bijbehorende zeemanslyriek („I’ll even grow my beard and change my name”).
Uit andere hoeken komt ook liefde: het satirische tv-programma Saturday Night Live maakt een hilarische sketch rond ‘How You Remind Me’ en de dwarse superheld Deadpool (gespeeld door de Canadese acteur Ryan Reynolds) weigert in een trailer voor Once Upon a Deadpoolnog langer de haat aan te horen.
Corey Taylor, frontman van de Amerikaanse metalband Slipknot en Nickelbackhater van het eerste uur – de twee bands zaten allebei bij platenlabel Roadrunner Records, Taylor vond dat er te veel geld naar Nickelback ging – maakt in 2019 bekend dat de Canadezen niet meer de meest gehate band ter wereld zijn. Die ‘eer’ moet volgens hem tegenwoordig gaan naar de Amerikaanse band Imagine Dragons.
Hate to Love: Nickelback eindigt met zo’n tien minuten concertregistratie. Bijna dertig jaar na hun oprichting en vijftig miljoen verkochte albums later maken de vier mannen nog met overduidelijk plezier muziek. Als Chad Kroeger „Are we having fun yet?” roept, is het antwoord voor de fans uiteraard retorisch.
Nickelback speelt op 26 mei in de Ziggo Dome in Amsterdam, met als voorprogramma The Lottery Winners. Info: ziggodome.nl
Kunstenaar en activist Kacey Wong (1970) wist dat zijn optredens in Hongkong steeds riskanter werden – de kostuums waarin hij tijdens straatprotesten zijn performances uitvoerde werden steeds simpeler, om snel aan de politie te kunnen ontkomen. Toch waren de jaren van protesten tegen de afbraak van de democratie in de stad voor Wong „de gelukkigste tijd”, vertelt hij in de Haagse galerie waar onder meer zijn werk te zien is.
„Het was een soort carnaval. Het overheidsbeleid was zo absurd dat het wel een Fellini-film leek. Als je je creaties in die werkelijkheid kunt duwen, kun je de mensen laten zien hóe absurd het is. Maar het werd steeds moeilijker.”
De protesten werden met steeds meer politiegeweld bestreden, maar Wong bleef lang optimistisch over de ruimte voor dissidente kunst, zelfs toen Beijing Hongkong in 2020 een restrictieve Nationale Veiligheidswet oplegde.
Voor een van zijn laatste acties doste hij zich uit als een rijke Chinese toerist, die winkeltassen bij zich droeg waarop vergrijpen uit de nieuwe wet stonden: „separatisme”, „ondermijning”, „samenzwering” en „terrorisme”. „Iedereen begon te rennen, er werd geschoten. Het was heel beangstigend.”
Diaspora
Wong is een van de Hongkongse kunstenaars wier werk vanaf zaterdag te zien is in de nieuwe Haagse galerie NGO DEI – een naam die in het Kantonees klinkt als ‘ons land’. De organisatie wil de Hongkongse diaspora een ontmoetingsplek geven, maar ook ruimte bieden aan andere groepen. Vorig jaar steunde ze Oekraïense vluchtelingen in Praag. Volgende week houdt NGO DEI een tweedaags symposium over kunst en activisme in Hongkong, waar Wong een van de sprekers is.
Een paar maanden na de actie met de tassen, verscheen online een video waarin Wong – lange jas, gleufhoed, koffer in de hand – afscheid neemt van Hongkong. Hij begeleidt zichzelf op accordeon, terwijl hij We’ll meet again zingt, van Vera Lynn. Op een papiertje dat hij ontvouwt is zijn bestemming te lezen: Formosa.
Wat maakte dat u ondanks uw aanvankelijke optimisme besloot te vertrekken?
„Ik probeer me altijd te richten op de positieve kant. Er was nog niemand opgepakt. Maar toen begonnen ze advocaten te arresteren, en gekozen volksvertegenwoordigers. Dat was voor mij een keerpunt. Dan is de rechtsstaat kapot. Het werd heel gevaarlijk om in Hongkong te blijven.”
Lees ook De uitstroom uit Hongkong is groot en gênant voor China. ‘Het Hongkong waar ik vandaan kom, bestaat niet meer’
Veel Hongkongers vluchtten naar het Verenigd Koninkrijk. Waarom koos u voor Taiwan?
„Ik heb het VK overwogen, en ook andere plekken in Europa. Maar het eten en het weer zijn er goed, het is makkelijker qua taal. En het belangrijkste is: de volgende oorlog zal in Taiwan zijn, en dan wil ik iets kunnen bijdragen: mijn verhaal vertellen.”
Ook in Taiwan ontkomt u niet aan Chinese dreiging.
„Ik kwam vóór het bezoek van [toenmalig voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden] Nancy Pelosi in Taiwan aan. Toen was het moreel er heel laag. Ik vroeg jonge rekruten in het leger wat ze zouden doen bij een Chinese invasie. ‘We doen twee dagen alsof we terugvechten, en dan geven we het op’, zeiden ze. Terwijl ik er was gekomen om mee te vechten.”
China reageerde fel op het bezoek van Pelosi in augustus 2022. Het vuurde onder meer raketten af in de wateren rond het eiland. „Daarna veranderde de toestand drastisch. Nu zijn er vrijwillige verdedigingskorpsen, zeker sinds wat er met Oekraïne gebeurde. Ik ben lid van een korps in Taichung, we trainen elke vrijdag. Ik kan tourniquets aanleggen, schotwonden behandelen. Eerst wilde ik een geweer, een ‘commie’ neerschieten. Maar EHBO is beter. Iemand doden is makkelijk, iemand redden is veel moeilijker.”
Beïnvloedt uw verblijf in Taiwan ook uw werk?
„Toen ik in Taiwan aankwam, dacht ik dat ik een ambassadeur voor Hongkong zou zijn. Maar gaandeweg veranderde mijn rol. In mijn kunst neem ik ook de lokale geschiedenis op: de koloniale tijd, het bewind van de Kuomintang die twintigduizend mensen vermoordde. Het overkoepelende thema is autoritarisme.”
Hoe bent u zelf activist geworden?
„De vonk was de arrestatie van Ai Weiwei in 2011. Ik bewonderde Ai vanwege zijn onderzoek naar de aardbeving in Sichuan. Hij legde bloot dat vijfduizend scholieren waren gestorven door de slechte kwaliteit van hun schoolgebouwen. Ze zouden hem een medaille moeten geven, maar in plaats daarvan probeerden ze hem de mond te snoeren. Zoals ze ook [prodemocratisch activist en uitgever van de inmiddels verboden Hongkongse krant Apple Daily] Jimmy Lai de mond snoerden.
„In die tijd was Hongkong nog tamelijk rustig, we dachten dat we China wel op afstand konden houden. Maar Ai is een kunstenaar, ik ben een kunstenaar. Ik zag dat ook een man van zijn statuur slachtoffer van de staat kon worden, en besefte ineens dat dit ook naar Hongkong zou komen.”
Wat is de relatie tussen kunst in activisme?
„Veel van mijn werk van voor 2011 gaat over de huisvestingscrisis waar Hongkong toen mee kampte. Eerst had ik niet door dat dat politiek was, maar achter ieder sociaal probleem zit beleid. Dus werd ik steeds politieker. Toen de situatie in Hongkong verslechterde, besloot ik te reageren. Dat is wat kunstenaars doen: reageren op de tijdgeest.”
„Maar je weet niet wat daar achter zit. In Hongkong zie je nu, vijf jaar na de protesten, veel kleurrijke, glossy schilderkunst. Maar dat is een directe reactie op deze duistere periode.”
Het thema van deze expositie is ‘het ideale thuis’. Wat betekent ‘thuis’ voor u als balling?
„Thuis is niet een plek. Mijn oude Hongkong bestaat niet meer. Als ik me veilig voel en mijn rol vind, ben ik thuis. En mijn rol is om het verhaal van Hongkong en Taiwan te blijven vertellen.”
Lees ook Ook kunst raakt vrijheid kwijt in Hongkong
„Ik stelde mij de vraag wat er zou gebeuren als Hamlet een vrouw zou worden. Op wat voor manier zou ze haar verleden en haar heden tegemoettreden? Wat kan ze veranderen aan de spiraal van geweld, aan het systeem waarin ze leeft, maar dat ook in haar zit? Wat betekent het als Hamlet niet alleen gaat over zijn of niet zijn, maar over wat er kan gebeuren als ze zichzelf verandert?”
In Nederland presenteerde Guy Cassiers tien jaar geleden al een vrouwelijke Hamlet (Abke Haring) bij ITA. Maar met al haar vragen in het hoofd maakte de Braziliaanse regisseuse Christiane Jatahy een in meerdere opzichten drastische modernisering van de Shakespeare-klassieker. Haar Hamlet stond deze winter maandenlang in het Parijse Odéon Theater en staat in juni drie dagen op het Holland Festival, waar Jatahy associate artist is. Wat inhoudt dat er meer werk van haar op het festival is te zien, dat ze nieuw, op Amsterdam gericht werk maakt en dat ze betrokken was bij het uitnodigen van verwante makers.
Jatahy’s Hamlet speelt zich af in een luxe appartement. Het decor is de woonkamer, met uitzicht op een tuin, en met open keuken. Het grote achterraam fungeert ook als spiegel, en als videoscherm, wanneer Hamlet met haar mobiel de andere personages filmt. Een handvol goed gekozen popsongs (Sinéad O’Connor, Prince) en een indringende soundtrack (Vitor Araújo) geven lucht aan deze veelkantige, door de tijd springende voorstelling.
De Shakespeare-plot is door Jatahy in essentie gehandhaafd. Bij aanvang hangt er een doorzichtig gaasdoek voor het toneel, waarop de feestgangers worden geprojecteerd die aanwezig zijn op de bruiloft van haar moeder (Gertrude) met haar nieuwe man, haar oom (Claudius). De geest van haar vader vertelt Hamlet dat hij is vermoord door Claudius. Hamlet zint op wraak, daarbij waanzin veinzend, zoals door Shakespeare voorgeschreven.
Ophelia accepteert niet meer dat mannen de loop van haar leven bepalen
Jatahy laat ook veel weg, voegt teksten toe en speelt met de volgorde. De belangrijkste modernisering is niet dat Hamlet nu coke snuift, maar dat de vrouwen in het stuk van Jatahy een stem krijgen.
Het is een voorstelling waar de bezoeker na afloop niet meteen klaar mee is. Als maker heeft ze een vergelijkbare ervaring, zegt Jatahy, via een videoverbinding vanuit Brazilië. „Mijn dialoog met het stuk gaat altijd door.”
Revolutionair
In deze versie zijn er drie momenten die er voor haar uitschieten. „Voor het eerst zegt Hamlet sorry tegen Ophelia voor hoe zij haar behandelt. Dat is revolutionair, want het zijn zulke gebaren die veranderingen in gang zetten. In het origineel heeft Hamlet een afschuwelijke, misogyne houding ten opzichte van Ophelia. Hamlet is veroordeeld tot het per ongeluk doden van Polonius, de vader van Ophelia. Maar dat laat haar niet koud, Hamlet huilt erom.
„Ten tweede heeft Hamlet een nieuwe, vertrouwelijke relatie met haar moeder, Gertrude. Er is een scène waarin Hamlet zich vijandig tegenover haar opstelt, waarbij zij oorspronkelijk geen tekst had. Nu reageert ze wel. Het komt bovendien tot een fysiek gevecht. Dat is belangrijk. Gertrude is sterker, heeft een mening en handelt ernaar.
„En ten slotte is er de vraag die Hamlet zichzelf steeds stelt: ‘Moet ik wreed zijn om rechtvaardig te zijn?’ Dat raakt aan deze tijd. Wraakgevoelens wakkeren in onze tijd nog steeds voortdurend oorlogen aan. De vraag speelt in de microkosmos van dit verhaal, maar we kijken naar mensen met macht, dus je kunt die vraag doortrekken naar het niveau van de wereld.”
Met haar bewerking pretendeert ze niet antwoorden te hebben op alle vragen die het stuk oproept. „Iedereen heeft zijn eigen Hamlet, maar ik probeer wel het perspectief te laten kantelen. Mensen zeggen dat ik een feministische uitvoering van Hamlet heb gemaakt, maar is dat zo? Ik doe eigenlijk niet meer dan simpelweg vrouwen het woord geven.”
De worsteling tussen Hamlet en haar moeder eindigt in een kietelgevecht. Waarom?
Jatahy lacht. „Dat is voor mij een manier om de intimiteit tussen de twee te tonen die schuilt achter hun ruzie. Je ziet dat ze ook een gewone moeder en dochter kunnen zijn. Voor mij is het verloop van dat gevecht een van de belangrijkste momenten uit het stuk, omdat Hamlet zich opnieuw verbindt met haar moeder. Dit is ook een stuk over vrouwelijke verbintenissen. Niet alleen omdat Hamlet een vrouw is, maar ook omdat zij zich spiegelt aan haar moeder. Dat Hamlet Claudius niet meteen aanvalt, is vanwege de band met haar moeder.”
‘Als mijn tranen op zijn, is er geen vrouw meer in mij’, zegt Hamlet zijn moeder na.
„Het mooie is dat het in het origineel een man is die dit zegt: Laertes, die treurt om zijn zus Ophelia en zijn tranen niet kan bedwingen. Mannen hebben een vrouw in zich, vrouwen een man. Er is geen tweedeling. Gender is fluïde.
„Wat niet wegneemt dat mannen hun gevoeligheid meer zouden kunnen laten zien. Sta jezelf toe om te huilen!”
Sommige personages zijn zich ervan bewust dat ze in een toneelstuk staan. Waarom?
„Om een nieuw verhaal te kunnen vertellen gebruik ik ook andere auteurs. Hamlets transformatie van man naar vrouw gaat geleidelijk, zoals bij Orlando van Virginia Woolf. Het zelfbewustzijn van personages komt uit De Hamletmachine van Heiner Müller.”
Drie keer klinkt er ‘To be or not to be’. Waarom?
„De eerste keer is vroeg in de voorstelling, niet op de plek waar de monoloog hoort in het stuk. Daar legt Hamlet alleen een relatie met het publiek. Het publiek is haar vertrouweling, het is een intiem moment. Ze stelt geen existentiële vraag, maar laat zien dat ze haar gedachten deelt. De tweede keer spreekt zij tot zichzelf. Je hoort haar twijfel, haar woede. Ze praat in de spiegel, dus het publiek ziet haar op de rug. De derde keer zegt ze alleen de eerste regel. Daarna kiest ze haar eigen tekst. Daarmee voltooit ze haar bevrijding. De personages bevrijden zich door niet dezelfde tekst te herhalen, maar door nieuwe woorden te kiezen.”
Lukt het Hamlet het systeem waarin ze leeft, het patriarchaat, te veranderen?
„Claudius belichaamt het gewelddadige systeem dat het patriarchaat is. Aan hem zie je dat het een systeem is dat mannen hebben geïnternaliseerd. De breuk met het systeem zit niet in de eerste plaats bij Hamlet, maar bij Ophelia.
„Er is een traditie om Ophelia op te voeren als mooie, jonge, gedoemde vrouw – zo is ze vaak vereeuwigd op schilderijen. In mijn versie is Ophelia een vrouw die geleefd heeft en een verleden heeft. Ze is een vrouw van middelbare leeftijd, gespeeld door Isabel Abreu, een Portugese actrice van in de veertig. De schoonheid van ouder worden, is dat je kunt omkijken en kunt besluiten wat je wil doen met de rest van je leven. Dat is anders als je jong bent en nog denkt dat je de wereld kan veranderen. Dat denkt Ophelia niet. Ze is niet naïef, maar ze weet wel wat ze niet wil. Ze wil niet dat mannen de loop van haar leven bepalen.”
Ophelia stelt dat vrouwen in fictie nooit belangrijk worden gemaakt.
„Dat schreef Virginia Woolf. Tot voor kort was dat zeker waar. Ook bij Shakespeare staan vrouwen in de periferie. De meeste fictie werd geschreven door mannen en het vrouwelijk perspectief werd beschreven door mannen. Dat verandert inmiddels, maar nog niet genoeg en het is belangrijk die boodschap te herhalen. Er is nog te veel geweld tegen vrouwen.
Ophelia pleegt zelfmoord, maar daar wordt ze toe gedreven. Daarom spreekt ze nu namens alle vrouwen die tot die wanhoopsdaad kwamen omdat hun leven zo miserabel werd gemaakt. ‘Dit keer zal ik niet sterven’, zegt ze dan.
„Dit keer niet, maar ook: niet meer. Het gaat ook over de toekomst. Dat zegt ze eigenlijk. Ze is klaar met sterven. Klaar met slachtoffer zijn.”
Opvallend is de gepassioneerde liefde tussen Gertrude en Claudius, die veel kussen en knuffelen.
„De voorstelling speelt in het heden, dus er is meer ruimte om liefde te uiten. Ik vond het een interessante gedachte dat ze echt verliefd op elkaar zijn. Zij is een moeder, maar ook een vrouw met verlangens, die probeert gelukkig te zijn. Tegen Hamlet zegt ze dat haar vader er nooit was toen hij leefde. Ik probeer haar gelaagder te maken dan ze traditioneel is, menselijker.”
Dat wijst op een ongelukkig huwelijk. In andere tijden had ze misschien wel van hem willen scheiden?
„Ja. Wat ik wilde is dat Hamlet ook een verhaal over een familie werd.”
Wat voegt het videowerk toe aan de voorstelling?
„Cinema is een vast onderdeel van mijn werk. In deze voorstelling zijn er drie varianten. De beelden projecteren wat Hamlet denkt, wat ze ziet, haar obsessies. Soms zie je beelden die uit het onderbewuste van Hamlet lijken te komen. En er zijn bewakingscamera’s, een in de badkamer, een in de woonkamer. Die camera’s passen bij de status van deze familie: rijk, machtig.”
Is er iets Braziliaans aan dit concept?
„Alles wat ik doe, heeft iets Braziliaans, per definitie. Mijn medewerkers zijn Braziliaans, de muziek is Braziliaans. Ik denk ook dat de manier van bewegen, met veel lichamelijk contact, een belangrijke vorm van expressie is voor Brazilianen. Dat tactiele zie je terug bij de personages in dit stuk.”
Depois do Silêncio
Geheel anders van opzet en toon is Jatahy’s voorstelling Depois do Silêncio (After the Silence), ook te zien op het Holland Festival. In een mengeling van verteltheater door vier actrices, documentaire beelden en nagespeelde, historische scènes op film vertelt de voorstelling over het gevecht van de inheemse bevolking van Brazilië om hun recht op land. In het feodale systeem van Brazilië krijgen bedrijven alle ruimte om de grond uit te putten, terwijl de arbeiders worden uitgebuit. Ze krijgen geen loon, mogen waar ze werken en wonen geen stenen huizen bouwen. Wie protesteert, wordt vermoord.
Waarom dit verhaal?
„Ook deze voorstelling gaat over geweld, specifiek in Brazilië. Het is een verhaal over kolonisatie, over de vraag wie eigenaar is van het land, over wie zich het land kan toe-eigenen, en daarmee over de vraag wie mag bestaan of niet.
„De eigendomsvraag is een actueel en belangrijk debat in Brazilië. Wat de wereld ziet, is de ontbossing van het Amazone-oerwoud en het geweld tegen de inwoners dat daarbij wordt gebruikt. Ik richt me op een dorpsgemeenschap van zwarte en inheemse arbeiders, in een mijnstreek, waar ik veel gesprekken voerde.”
Wordt er naar deze gemeenschappen geluisterd?
„Wat de vorige regering deed, onder de rechtse president Bolsonaro, had veel weg van genocide. Dat er nu een minister van inheemse zaken is, is een stap voorwaarts. Maar een oplossing van alle structurele problemen is nog ver weg. Racisme is overal in de maatschappij zichtbaar. Als je het land, het Amazonegebied, wil beschermen, moet je ook de mensen beschermen. Het is onbegrijpelijk dat mensen niet de ruimte krijgen om te leven.”
Op een registratie van een eerdere opvoering is te zien hoezeer de acteurs betrokken zijn bij het verhaal. Bij het applaus lijken ze nog in hun rol te zitten en steken ze strijdbaar hun vuist in de lucht.
„De acteurs zijn zwarte mensen, het is hun verhaal, hun leven. Wat ik doe, is hen de ruimte geven om dat verhaal te delen.”
Depois do silêncio, door Christiane Jatahy. 7 t/m 9 juni, Frascati, Amsterdam. Hamlet – In the Folds of Time, door Christiane Jatahy. 21-23 juni, ITA, Amsterdam. Info: hollandfestival.nl