Het bendegeweld in El Salvador is de kop ingedrukt – maar tegen welke prijs?

Welke kamer van zijn bakstenen huisje Joaquín Almeida ook binnenloopt, in bijna elke muur kan hij wel een paar kogelgaten aanwijzen. „Hier zitten er een stel. Die kogels vlogen door het raam naar binnen”, zegt de Salvadoraanse maaltijdbezorger, terwijl hij een doek wegtrekt die zijn slaapkamer scheidt van de woonkamer. „En die daar zaten er al toen we hier kwamen wonen”, zegt hij, wijzend naar de gehavende muur waar een oude leren bank tegenaan staat.

Jarenlang namen veel bewoners van Las Cañas de moeite niet meer om zulke kogelgaten dicht te smeren. Zoals veel delen van het Midden-Amerikaanse land raakte de volkswijk aan de rand van hoofdstad San Salvador deze eeuw in de greep van straatbendes, die de bevolking terroriseerden, jongens rekruteerden, meisjes verkrachtten en kleine ondernemers afpersten.

In Las Cañas was dit geweld zeer heftig. Twee rivaliserende bendes streden jarenlang om heerschappij. Hogerop in de wijk domineerde Mara Salvatrucha (MS); in het lager gelegen deel Barrio 18. „En elke avond begonnen ze elkaar via deze parkeerplaats te beschieten”, zegt Almeida, wiens huis recht in de vuurlinie lag.

Maaltijdbezorger Joaquín Almeida in zijn huis in Las Cañas, waarvan meerdere muren kogelgaten vertonen.
Foto Víctor Peña

Sinds maart vorig jaar zijn er geen nieuwe kogelgaten bijgekomen in de woningen van Las Cañas. Het geweld is stilgevallen nu het Midden-Amerikaanse land van ruim zes miljoen inwoners al 22 maanden onder een noodtoestand leeft. De op autoritaire wijze regerende president Nayib Bukele heeft al ruim zeventigduizend burgers laten oppakken op verdenking van „illegale vereniging” (lees: bendelidmaatschap). Meer dan 1 procent van de bevolking zit vast, de hoogste detentiegraad ter wereld. Zij hebben amper toegang tot een rechter, terwijl naar schattingen van juristen ook duizenden onschuldigen zijn opgepakt bij de maandenlange massa-arrestaties.

Deze uitholling van hun rechtsstaat in ruil voor veiligheid wordt door Salvadoranen vooralsnog breed geaccepteerd. Deze zondag gaat Bukele op voor een – onder de grondwet verboden – tweede ambtstermijn. Volgens alle peilingen zal de populaire president die omstreden herverkiezing probleemloos winnen. Zijn repressieve aanpak wordt ondertussen door veel Latijns-Amerikaanse politici een lichtend voorbeeld genoemd voor de bestrijding van alle bendegeweld en drugscriminaliteit in de regio.

Eind vorig jaar werden Salvadoranen getrakteerd op een lichtshow waarbij drones ook het silhouet van president Nayib Bukele uitbeeldden. Deze zondag gaat hij op voor een omstreden tweede termijn.
Foto Víctor Peña

De situatie in Las Cañas is zo sterk verbeterd dat Joaquín Almeida vertrekt. Zijn huisbaas heeft de huur verhoogd, van 60 naar 100 dollar per maand. „En het wijkbestuur vraagt ineens 20 dollar per maand parkeergeld.” Voor een plek waar eerder ’s avonds niemand zijn wagen neerzette, omdat je hem de volgende ochtend doorzeefd kon terugvinden. „Ik ben weg hier.”

Letters en cijfers

Het intense bendegeweld domineerde het dagelijks leven in Las Cañas. Zo kampte wiskundeleraar Pedro Rojas regelmatig met halflege klassen omdat ouders hun kinderen thuis hielden. „Mijn leerlingen konden lastiggevallen of vermoord worden als ze op weg naar school de onzichtbare grens tussen de twee territoria over moesten steken”, zegt hij. Rojas duidt de bendes nog altijd eufemistisch aan als respectievelijk „de letters” en „de cijfers”. Alleen niet langer uit angst: „Ik vind gewoon dat ze het niet verdienen bij naam genoemd te worden.”

Hij ontvangt in een geïmproviseerd klaslokaal, in een gebouwtje dat hij zeven jaar geleden begon te huren in het lagere deel van de wijk. Hier kon hij ’s middags na schooltijd lesgeven aan kinderen die niet langer naar de hoger gelegen school kwamen. Tegenwoordig staan de meeste stoeltjes opgestapeld in een hoek. Sinds de noodtoestand geldt, is er amper animo voor het extra middagklasje. „Ik geef hier alleen nog wat bijles.”

De huidige kalmte is voor de meeste Salvadoranen ongekend. Tussen 1979 en 1992 woedde er een burgeroorlog, en nadat de twee strijdende kampen in vredestijd een doorstart maakten als politieke partijen Arena (rechts) en FMLN (links) bleef het land zeer gewelddadig. De oude, door en door corrupte politieke klasse verloor alle vertrouwen van de bevolking. Met de electorale doorbraak van Bukele, in 2019, stortte hun tweepartijenstelsel in.

De buitenstaander won dat jaar het presidentschap en zijn partij Nuevas Ideas veroverde de volksvertegenwoordiging. Bukele wendde die overmacht aan om ook de rechterlijke macht volledig onder controle te brengen. Sinds 2021 regeert de 42-jarige Bukele, door The Economist al „de eerste millennial-dictator” gedoopt, in de praktijk als alleenheerser.

In Las Cañas streden twee rivaliserende bendes om heerschappij.
Foto Víctor Peña

De oude politieke klasse kreeg de -maras, de bendes, nooit onder controle, zelfs niet via heimelijke onderhandelingen met hun leiders. Ook Bukele koos aanvankelijk voor een stille dialoog. Vastgezette leiders kregen in ruil voor het koest houden van hun bendes onder meer een soepeler gevangenisregime beloofd, reconstrueerde de kritische nieuwssite El Faro. In maart 2022 ontstond er ogenschijnlijk een scheur in het geheime vredespact: in één enkel weekend pleegden de maras plots 87 moorden, ook op willekeurige passanten.

Die geweldexplosie greep Bukele aan als excuus voor zijn régimen de excepción – het sluitstuk van zijn sluipende machtsgreep. Het aantal moorden is onder dit ‘uitzonderingsregime’ gekelderd, er wordt veel minder afgeperst, het uitgaans-leven en het internationale toerisme bloeien op. Als Salvadoranen al gehoord hebben over de onschuldige gedetineerden, zien velen dat als acceptabele nevenschade, nu de decennialange strijd tegen de bendes eindelijk effect sorteert.

Wiskundeleraar Rojas trekt bijvoorbeeld een vergelijking met de burgeroorlog. „Toen stierven er eveneens mensen die niet hadden moeten sterven. Mensen die alleen maar gedood werden omdat ze het familielid van een strijder waren. Of die in het kruisvuur belandden.”

Dat er ook mensen onschuldig vastzitten, zien veel burgers als acceptabele nevenschade

Hij vervolgt: „Het is natuurlijk heel erg als een familielid van je onterecht vastzit. Die mensen moeten recht krijgen op een eerlijk proces.” Maar voor hem persoonlijk geldt dat zijn volwassen dochters nu eindelijk weer bij hem op bezoek durven komen. „We gaven laatst een feest en ze bleven de hele avond.”

Wachten bij de gevangenispoort

Maar voor María Virginia Calis de Hernández was de noodtoestand het begin van een langdurige nachtmerrie, toen haar zoon Edwin (nu 18 jaar) kort na de afkondiging ervan werd opgepakt. Maandenlang kreeg ze geen direct contact met hem. „We mochten alleen voedselpakketten afgeven bij de gevangenispoort”, vertelt ze. Daar staat ze deze ochtend weer, want recent werd Edwin na zijn eerdere veroordeling tot tien jaar celstraf wegens bendelidmaatschap in hoger beroep vrijgesproken. Na ruim anderhalf jaar in jeugd-detentie heeft de rechter op 13 december het bevel tot vrijlating getekend.

Met enkele familieleden is de moeder afgereisd naar de gevangenis, een uur rijden westelijk van de hoofdstad. Het gezin woont zelf nog veel verder weg, op een eiland voor de kust van El Salvador. Hier waren voor de noodtoestand nimmer bendes actief. Edwin had echter de pech dat ook hier agenten het dagelijkse arrestatiequotum moesten halen dat de regering-Bukele oplegde aan alle politiekorpsen in de eerste maanden van de noodtoestand.

De familie van Edwin, die ten onrechte was opgepakt als bendelid, wacht op zijn vrijlating uit de gevangenis.
Foto Víctor Peña

Op weg naar de gevangenis is de sfeer opgewekt. Een oudere broer is, blijkt uit een telefoongesprek, al bezig met de voorbereidingen van het welkomstfeest thuis. Edwin heeft in detentie twee verjaardagen gemist. Er moet naast zijn lievelingseten (gefrituurde kip) dus ook taart komen.

Edwins advocate Ingrid Escobar, die deze ochtend is meegekomen naar de gevangenispoort, heeft veel moeite moeten doen om zover te komen. Alleen haar kleine juristencollectief Socorro Jurídico Humanitario heeft al ruim 1.500 gevallen gedocumenteerd van onschuldig gedetineerden. Voor bijna al die zaken hebben ze verzoeken ingediend tot een habeas corpus – een eeuwenoud rechtsmiddel van burgers om de rechtmatigheid van een detentie te bepalen.

Maar deze zaken worden door de rechters vooralsnog niet behandeld. Volgens Escobar zijn ze bang voor wraak door de aan Bukele loyale volksvertegenwoordiging, die eerder kritische magistraten liet vervangen. „Deze familie had geluk dat ze in beroep konden.”

Dat Edwins verdediging überhaupt de kans kreeg hem vrij te pleiten, dankt hij aan de uitzonderlijke omstandigheden van zijn zaak, legt de advocate uit. Hij was met zijn zestien jaar nog minderjarig bij zijn arrestatie. Hij werd bij een huiszoeking aangehouden door militairen, die ook onder de noodtoestand geen burgers mogen arresteren. En zijn eiland staat algemeen bekend als bendevrij. „De sergeant die hem oppakte, werd op de ene na de andere leugen betrapt.”


Edwins advocate Ingrid Escobar
Foto Víctor Peña

Edwins zaak heeft wat aandacht gekregen in El Salvador. De verzamelde media en familie is geboden om op afstand te blijven. Terwijl de uren voor de poort verstrijken en de jongste kinderen in het gezelschap dreinerig worden, verdwijnt ook het optimisme. Gaat het regime hem wel vrijlaten, want wat als hij bijvoorbeeld ziek of ernstig verzwakt is?

Een paar keer gaat de gevangenispoort even open en denken familieleden Edwin in de verte te ontwaren. „Oom, oom”, roepen de wachtende nichtjes en neefjes uitgelaten. Maar als om vier uur ’s middags de kantoortijd verstreken is, druipen familie en pers af. „Misschien moeten eerst de verkiezingen voorbij zijn”, speculeert iemand in het gezelschap.

Ook deze week was Edwin nog niet vrij en kregen advocaten en familie geen contact met hem.

Reclameman in de politiek

De herverkiezing van Bukele lijkt zondag een uitgemaakte zaak. In een peiling die enquêtebureau CID Gallup eind vorig jaar hield zeiden negen van de tien Salvadoranen hem te waarderen. De oude machtspartijen zijn niet geliefd en brengen zwakke kandidaten in stelling. Daarbij zijn kiesdistricten zo hertekend dat Bukeles partij ook in het Congres oppermachtig blijft.

Bukeles greep op het land mag absoluut lijken, ze blijft dat alleen zolang hij de bendes in toom houdt. En volgens oud-politieman Marvin Reyes kan de huidige rust bedrieglijk blijken. Vóór de noodtoestand telde het land naar schatting 120.000 bendeleden. „Daarvan zit nu circa de helft vast. Maar de andere helft is nog vrij of schuilt in het buitenland, en de leiders hebben de kans gekregen tijdig op de vlucht te slaan. Zij zitten nu in buurlanden als Guatemala en Honduras, of in Mexico”, zegt hij in het kantoortje van de mensenrechtenorganisatie die hij heeft opgezet, nadat hij wegens kritiek op de regering de politie werd uitgewerkt.

Oud-politieman Marvin Reyes
Foto Víctor Peña

„Bukele is jong, hij kan nog wel twintig jaar mee”, zegt Reyes. Maar als de bendeleiders dat willen, kunnen ze het pact met de regering elk moment verbreken en het geweld weer laten opvlammen. Sommige Salvadoranen beseffen dit, denkt de oud-agent. „Maar meer nog vrezen ze dat onder een andere leider het pact uiteenvalt.”

De alomgeprezen veiligheid in het land is voor Bukele zo ook een chantagemiddel: het is ik of de chaos. „We zitten nu in feite allemaal in één grote gevangenis, genaamd El Salvador.”