Het kleeft al aan Vera Bergkamp sinds ze Kamervoorzitter is: het hardnekkige verhaal dat zij het voorzitterschap te danken heeft aan een politieke deal tussen VVD en D66. In de ruim tweeënhalf jaar dat ze het ambt bekleedt, is het haar niet gelukt om het van zich af te schudden. Deze dinsdag neemt ze afscheid van de Tweede Kamer.
Dat beeld ontstond al voor die verkiezing op 7 april 2021 plaatsvond, waarin ze het opnam tegen toenmalig Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) en Martin Bosma (PVV). Een dag eerder was in de Tweede Kamer gedebatteerd over de stroeve verkenning na de verkiezingen en Geert Wilders (PVV) had aan Sigrid Kaag (D66) gevraagd of het klopte wat hij in media had gelezen: dat zij met Mark Rutte (VVD) had gesproken over de kandidatuur van Vera Bergkamp als Kamervoorzitter. Kaag beaamde dat ze telefonisch een „persoonlijk gesprek” hadden gevoerd. „En aan het eind heb ik gezegd: o, ja, wij denken erover om Vera Bergkamp zich te laten kandideren. We weten helemaal niet of er steun is, maar voor mij is het een vrije kwestie, dus ik vraag ook niets.” Het was, benadrukte ze, geen vraag maar een mededeling geweest.
Dat fractievoorzitters onderling contact hebben om draagvlak te inventariseren voordat een fractiegenoot zich kandideert als Kamervoorzitter is geen geheim. In dit geval was de timing opmerkelijk: een paar dagen na het inmiddels beruchte 1 april-debat, waarin de Kamer debatteerde over de notitie van een gesprek dat Rutte met de verkenners had gevoerd en waarop ‘Omtzigt, functie elders’ had gestaan. Alle partijen in de Tweede Kamer met uitzondering van de VVD hadden een motie van afkeuring over Mark Rutte gesteund. De VVD had als grootste partij belang bij toenadering tot andere partijen om de formatie weer vlot te trekken. Vooral de PVV zag het als aanwijzing dat er een deal was gesloten: D66 het Kamervoorzitterschap in ruil voor deelname aan de formatie.
Lees ook
Vera Bergkamp groeide nooit in haar rol als Kamervoorzitter
Op eigen kracht
Op de dag van de verkiezing voor de nieuwe Kamervoorzitter was PVV’er Gidi Markuszower erover begonnen. „Waarom trekt mevrouw Bergkamp zich niet terug? Wil zij op deze manier in de voorzittersstoel belanden?” Zij reageerde door te zeggen dat er „geen sprake van afspraken” was. „In alle functies die ik ooit heb gehad deed ik het op eigen kracht en nu weer.”
Of er daadwerkelijk sprake was van een afspraak tussen de twee liberale partijen is nooit bewezen – en ook moeilijk te bewijzen. Uit de stemuitslag – Bergkamp kreeg 74 van de 139 geldige stemmen – valt af te lezen dat het getalsmatig mogelijk is dat naast D66 ook een groot deel van het CDA en de VVD voor haar stemden. Zeker is dat niet, stemmen is anoniem. VVD-Kamerleden benadrukken dat zij vrij waren om te stemmen op wie ze wilden en dat ze geen instructie van de partijleiding hadden gekregen. Ze zeiden ook dat de keus voor Bergkamp er niet een uit overtuiging of liefde is geweest maar vooral instrumenteel: als Bergkamp al in een eerste stemronde af zou vallen, zou de strijd tussen Bosma en Arib worden gevoerd. Twee kandidaten die niet hun voorkeur hadden.
Bergkamp deelde haar frustratie over het beeld dat over haar Kamervoorzitterschap bestaat niet met de buitenwereld. Dat ze er desalniettemin gefrustreerd over is, ondervond Bart Jansen vorige week. Op de dag dat een opiniestuk van zijn hand in NRC stond – De nieuwe Tweede Kamer heeft een ervaren voorzitter nodig: Martin Bosma – werd de rechtsfilosoof wakker met e-mails van medewerkers van de universiteit waaraan hij verbonden is. De secretaresse van Vera Bergkamp was op zoek naar zijn contactgegevens. Jansen had van haar een gemist telefoongesprek, een voicemailbericht, een WhatsApp-bericht én een e-mail.
Lees ook
het opiniestuk van Bart Jansen
Toen ze hem bereikt had, zegt Jansen telefonisch vanuit New York, waar hij woont en werkt, wilde de vrouw niet zeggen waarom Bergkamp hem wilde spreken, alleen of het diezelfde middag nog kon. Hij had een vermoeden. In zijn stuk staat dat het voorzitterschap van de Kamer „altijd al leek op partijpolitieke koehandel, zoals de verkiezing van de huidige voorzitter Vera Bergkamp (D66) aantoonde”.
In een gesprek dat ruim tien minuten duurde, beklaagde Bergkamp zich over die woorden. Die waren, volgens haar, niet waar. Jansen verweerde zich door te zeggen dat hij er niet stellig over is geweest, getuige het woord „leek”, en dat hij zich baseerde op journalistieke bronnen. Bergkamp vroeg hem, zegt Jansen, of hij het stuk aan kon passen – wat hij niet deed. „Ze zei dat het mijn integriteit als wetenschapper raakte en haar integriteit als Kamervoorzitter.” Volgens Jansen, die notulen maakte tijdens het gesprek, zei Bergkamp dat de kwestie haar „al tweeënhalf jaar achtervolgt en dat ze er maar niet vanaf komt”.
Bergkamp wil niet op vragen van NRC ingaan. In een reactie schrijft ze dat het „een persoonlijk gesprek op persoonlijke titel” betrof. Iets waar Jansen zich verbaasd over toont. Zo kwam het „zeker niet” op hem over. Hij verwijst naar de secretaresse die voor de Tweede Kamer werkt en hem mailde met het logo van het instituut in haar handtekening. „Ik heb dit ervaren alsof een instituut mij om verantwoording vroeg. Een onevenwichtige situatie.” Vond Jansen het aanvankelijk intimiderend, inmiddels is hij vooral boos.
Of Bosma het advies in het stuk van Jansen opvolgt door zich nog een keer kandidaat te stellen is onbekend, de PVV’er reageert niet op vragen van NRC. Bosma zit sinds 2010 in het presidium, het dagelijkse bestuur van de Tweede Kamer met Kamerleden en de Kamervoorzitter. In 2016 en 2021 deed hij al tevergeefs een gooi naar het voorzitterschap en in de Kamer leeft de verwachting dat hij dat weer zal doen, gesterkt door de verkiezingsoverwinning van de PVV. De partij heeft het voortouw in de formatie en Geert Wilders toont zich gemotiveerd om te regeren.
Als Bosma zich inderdaad kandideert voor het Kamervoorzitterschap zal hij ingaan tegen het standpunt dat de PVV tot nu toe innam. In 2021 zei Kamerlid Markuszower nog dat zijn fractie „ten principale van mening is dat de Voorzitter bij grote voorkeur afkomstig is uit een oppositiepartij”. Bosma zelf was nog stelliger. Hij betoogde de laatste keer dat hij zich kandidaat stelde dat „dualisme op de eerste plaats uit de oppositie” moest komen. „Dus moet iemand van de oppositie Kamervoorzitter worden.”
Leeslijst