N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Humanitaire ramp De zwaarste reeks aardbevingen in twee decennia nabij de stad Herat treft een bevolking die al niet kan steunen op de eigen machthebbers. Het regime in Afghanistan maakte internationale hulp al moeilijker, en dat wreekt zich nu.
De bevolking in de noordwestelijke provincies van Afghanistan is dit weekend in chaos gestort door een reeks zware aardbevingen op zaterdagochtend, waarvan het epicentrum op zo’n dertig kilometer van de stad Herat lag. De zwaarste bevingen hadden een kracht tot 6.3 en veroorzaakten een ravage in de tweede stad van het land en tientallen omliggende dorpen. Zondagochtend stelden Afghaanse rampenbestrijders, die worden aangestuurd door de Taliban, dat er zeker tweeduizend dodelijke slachtoffers zijn gevallen.
Autoriteiten in Herat stelden verder dat er nog ruim negenduizend gewonden zijn. Meer dan duizend huizen in de dorpen zouden volledig zijn verwoest. Een woordvoerder van de Taliban liet aan internationale media weten dat er veel vrouwen en kinderen onder de slachtoffers zijn. In de nacht van zaterdag op zondag zochten reddingswerkers in het puin naar overlevenden – op de plaatsen die zij konden bereiken, en met de beperkte middelen die in het land voor handen zijn. Op sociale media is te zien dat mensen met blote handen door brokstukken graven. De zoektocht naar slachtoffers ging zondag door. Onderwijl durfden geschrokken burgers hun huizen niet weer terug in uit angst voor instortingsgevaar, volgens een Turkse hulporganisatie.
Kwetsbaar voor natuurrampen
Het staat al vast dat dit de dodelijkste aardbeving in Afghanistan is in decennia. In het Centraal-Aziatische land komen geregeld aardbevingen voor, omdat het precies ligt in een gebied waar meerdere tektonische platen bijeenkomen. Zo kwamen in juni vorig jaar ruim duizend mensen om, bij een aardbeving aan de andere kant van het land, in het zuidoosten.
In de afgelopen maanden bleef het niet bij tektonisch natuurgeweld: Afghanistan had te kampen met aardverschuivingen, droogte en overstromingen. Daar komt groeiende politieke en sociale onrust – zoals een gestage toename van terreuraanslagen – nog bij. De VN-organisatie voor Humanitaire Zaken (OCHA) stelt in een jaaroverzicht dat de lange geschiedenis van geweld en conflict ertoe heeft geleid dat Afghaanse burgers „steeds kwetsbaarder zijn om de plotselinge schokken van natuurrampen het hoofd te bieden”. En er is geen overheid die adequaat kan optreden in noodsituaties.
Moeizaam hulp bieden aan machthebbers
Al voor de machtsovername door de Taliban ruim twee jaar geleden waren Afghanen voor zaken als onderwijs en gezondheidszorg grotendeels afhankelijk van internationale steun. Het huidige regime wordt internationaal echter niet erkend. Na de machtsovername werden internationale tegoeden bevroren, en nog altijd kampen de huidige bestuurders met acute financiële problemen. Bovendien trokken internationale organisaties zich terug, vrijwillig of aangespoord door buitenlandse mogendheden. De grote ngo’s die nog wel in het land actief zijn, kunnen door het repressieve regime niet alles doen wat ze zouden willen. Zo maakten regels over de deelname van vrouwen op de arbeidsmarkt of in het openbaar leven, het moeilijk voor hulporganisaties om hun personeel te behouden. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) luidde in september nog de noodklok: vanwege beperkte fondsen en de problemen met personeel, moet het de voedselhulp voor miljoenen mensen terugschroeven.
Lees ook: Zonder vrouwen kunnen en willen ngo’s geen hulp verlenen in Afghanistan
De partijen die zaterdag in actie kwamen om slachtoffers van de aardbevingen te helpen, kunnen dat maar stukje bij beetje doen zo bleek uit de verschillende rapportages. Via hun ‘politieke kantoor’ in Qatar lieten de Taliban weten dat er behoefte is aan voedsel, drinkwater, medicijnen en tenten en kleding voor Afghanen die hun huizen zijn ontvlucht.
In de stad Herat is het provinciale ziekenhuis de belangrijkste verstrekker van zorg voor de slachtoffers, aldus de Wereldgezondheidsorganisatie. Verder in de provincie, in de kleine dorpjes en meer afgelegen gebieden, zijn volgens de WHO tientallen kleine, mobiele zorgeenheden ingericht. Op alle locaties gaat de identificatie van dodelijke slachtoffers nog moeizaam, volgens die organisatie. Onder meer eenheden van het nationale leger en de Rode Halvemaan zoeken mee naar nog levende slachtoffers, volgens persbureau Reuters.
Vraag wordt nu welke internationale hulp de Afghaanse autoriteiten willen inroepen en hoe die aan het land kan worden verstrekt, buiten de organisaties die actief zijn gebleven. Uit buurland Pakistan kwamen condoleances. Het Pakistaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei zondag „alle mogelijke steun voor de reconstructiewerkzaamheden” te zullen leveren. Een aanbieding kwam er ook van de Afghaanse cricket-prof Rashid Khan, die als speler van het nationale team nu uitkomt in het WK: op sociale media verklaarde hij dat hij zijn wedstrijdgeld zal doneren aan de slachtoffers in Herat.