In een bos aan de Kanaalweg in het Noord-Brabantse Drunen is zaterdagmiddag een natuurbrand uitgebroken. De hulpdiensten spreken van een „zeer grote brand”. De brand kan zich nog uitbreiden, stelt de brandweer. Er is een NL-Alert verstuurd, waarmee mensen in het gebied is opgeroepen het bos direct te verlaten.
De precieze omvang van de brand is nog onduidelijk. Een politiehelikopter is ingezet om het gebied vanuit de lucht in kaart te brengen. De brand woedt net buiten het dorp, in het nabijgelegen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen is geen brand.
Meerdere brandweereenheden zijn opgeroepen om het vuur te bestrijden. Het blussen zal naar verwachting nog „geruime tijd” in beslag nemen.
In de afgelopen maand zijn er bijna evenveel natuurbranden geweest als in heel 2024. Dat heeft te maken met de aanhoudende droogte, harde wind en uitzonderlijk warme temperaturen. Alleen al vorige maand werden naar schatting tachtig branden gemeld.
Op veel plekken in Nederland is al twee maanden geen regen gevallen, terwijl ook meerdere warmterecords werden gebroken. In de afgelopen twee weken moest de brandweer uitrukken naar onder meer natuurgebied De Meinweg in Limburg en de hei bij Ede.
Lees ook
Na twee natte jaren is het nu heel droog. En juist dan brandt het in de natuur
Geen functioneringsgesprek gaat voorbij zonder de vraag: waar zie je jezelf over vijf jaar? Iedereen lijkt bezig met de volgende stap, het hogere target, het nieuwe doel, het persoonlijk ontwikkelingsplan, de betere functie. Beloningen gaan naar de beste presteerders, vaste contracten naar hoogvliegers, complimenten naar uitblinkers. Maar wat als je jezelf over vijf jaar op dezelfde plek ziet als nu? Wat als je een functie hebt waarmee velen hun carrière beginnen, maar die jij op je veertigste nog steeds hebt? Wat als je ‘onder je niveau’ werkt, je meer taken aan kan nemen, maar het allemaal maar zo laat? Is dat zonde, onverstandig, lui? Kortom: is het erg als je geen ambitie hebt?
Een zonde
Tegenwoordig koppelen we ambitie automatisch aan werk, zegt Geertje Bol, politicoloog en onderzoeker aan de Universiteit Gent. „We zien het als iets positiefs, waar termen als hoger, beter en meer bij horen.” Dit was vroeger heel anders, vertelt ze. Ooit werd dit soort ambitie zelfs gezien als zonde. „Zoals de zonde van Adam en Eva, die van de appel aten om meer kennis te vergaren. Daar werd ambitie toen mee geassocieerd. Als de wil om een hogere plek of rang in te nemen dan je door God gegeven was.”
Ken je plek, was het credo. „Dit gold natuurlijk vooral voor vrouwen. Een wél geaccepteerde soort ambitie was de deugdelijke, die draaide om het ontwikkelen van een moreel karakter.”
Onze huidige manier van denken over ambitie, ‘carrière-ambitie’ noemt Bol dit, kwam in de 19de eeuw op. Illustratief is de slogan van Napoleon: La carrière ouverte aux talents. Daarmee bedoelde hij dat, onder zijn regime, mensen vooruit konden komen op basis van hun capaciteiten, niet vanwege hun afkomst. Ook de fascinatie voor ‘het genie’ in de 19de eeuw droeg bij aan de opkomst van carrière-ambitie, zegt Bol. „De meest getalenteerde mensen, die hun talenten optimaal benutten, kregen de beste carrière.”
De Amerikaanse cultuurtheoreticus Lauren Berlant had hier een mooie term voor, zegt Knijnenburg: wreed optimisme. Je komt bedrogen uit als je denkt dat ambitie je altijd vooruit zal brengen.
Ook loopbaanpsycholoog en -coach Corine Adams ziet jonge mensen met veel ambitie en goede moed aan hun carrière beginnen – en teleurgesteld raken. „Een groot aantal van mijn cliënten zijn medisch specialisten die hadden verwacht dat ze na vijftien jaar hard werken, studeren én promoveren goed terecht zouden komen, maar nu nergens een vaste aanstelling kunnen vinden. Ambitie hebben is helaas geen garantie voor succes.”
Een leven naast de werkvloer
Overigens mag je best ambitie hebben, zegt Adams. Maar er is een verschil tussen ongezonde en gezonde ambitie. Ongezonde ambitie is koste wat kost altijd meer willen in je carrière, zonder erbij stil te staan of dit wel goed is voor jezelf en voor anderen. Gezonde ambitie is jezelf willen ontwikkelen, anderen willen inspireren, gemotiveerd zijn, haalbare doelen stellen die bij je passen en waar je gelukkig van wordt.
Dit betekent dus ook je verwachtingen kunnen bijstellen. Adams: „Zo was een cliënt van mij gefrustreerd dat ze een baan had onder haar niveau. Als universitair opgeleide moest ze meer bereiken, vond ze. Maar na een aantal gesprekken besefte ze dat ze weinig zelfvertrouwen had en dat ‘meer’ of ‘hogerop’ misschien wel niet bij haar paste.” En dan kan je, zegt Adams, keihard gaan werken aan je zelfvertrouwen, maar je kan ook leren accepteren wie je bent en welke baan daarbij past. Of je richt je op groei in je huidige baan. Zonder zelfkennis geen gezonde ambitie, is Adams’ overtuiging.
Helemaal zonder ambitie kan niemand, vindt filosoof Knijnenburg. „Het geeft waarde aan het leven, zorgt ervoor dat je jezelf wilt ontwikkelen en dat je om iets geeft. Je bereikt er niet alleen je doelen door; ambitie creëert die ook.”
Ambitie alleen vertalen in een succesvolle carrière is een veel te nauwe interpretatie, zegt ze. „Misschien vind je het veel belangrijker een goede vriendin te zijn, of boeken te lezen. Er is ook nog een heel leven naast de werkvloer waarin ambitie een plek verdient.”
Ook Bol pleit voor een ruimere definitie. „Als we ambitie blijven zien als iets wat bij uitstek past bij succesvolle carrièretijgers, sluiten we veel mensen buiten. Ambitie is voor iedereen. Op de werkvloer én ver daarbuiten.”
Conclusie
Eigenlijk heeft iedereen wel ambitie, al raakt dat niet altijd de werkvloer. Er is altijd wel iets waar je om geeft, waar je naar streeft, waar je wilt zijn. En dat kan ook zijn wie en waar je al bent. Niet vooruit willen in een tijd waarin het een taboe lijkt om stil te staan, is misschien wel het meest ambitieuze wat er is.
Het is zaterdag, dus de heg moet worden gesnoeid. Mijn zoontje van acht heeft net een nieuw horloge — mét timer. Hij wil wat extra zakgeld verdienen, dus hij helpt me mee.
„Papa, ik zet wel even een timer!” Ondertussen krijg ik twintig keer de vraag of we al klaar zijn. Ik leg hem twintig keer uit dat het fijn is om samen in de tuin te werken, als je je eraan overgeeft. Een klein uur later zijn we klaar.
„Papa, we hadden echt een mooie tijd samen! We hadden 55 minuten en 55 seconden.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
De negen kernmachten in de wereld gaan na jaren van ontmanteling van kernkoppen hun arsenaal weer uitbreiden en moderniseren. Daardoor ontstaat „een gevaarlijke nieuwe nucleaire wedloop” in een tijd waarin wapenbeheersing onder grote druk staat.
Dat stelt het Zweedse onderzoeksinstituut SIPRI in een jaarlijks onderzoek naar de wereldwijde defensieuitgaven en internationale wapenhandel. „Het tijdperk van afname van het aantal kernwapens in de wereld, dat sinds het einde van de Koude Oorlog heeft geduurd, loopt ten einde’’, aldus onderzoeker Hans Kristensen van SIPRI in een persbericht. „In plaats daarvan zien we een duidelijke trend van groeiende kernwapenarsenalen, scherpere nucleaire retoriek en het opzeggen van wapenbeheersingsovereenkomsten.”
Het totaal aantal kernkoppen is dit jaar met 12.241 wel iets minder dan in 2024, toen de negen landen gezamenlijk over 12.405 kernkoppen beschikten. Het SIPRI stelt dit op basis van onderzoek in met name openbare bronnen. Van die wapens kunnen er 3.912 snel worden ingezet. Daarvan zijn er ongeveer 2.100 kernkoppen op ballistische raketten in hoge staat van paraatheid.
China breidt zijn arsenaal langzaam maar zeker uit
De Verenigde Staten en Rusland bezitten samen 90 procent van de kernwapens. Dankzij internationale afspraken, waarvan de belangrijkste het Non-Proliferatieverdrag uit 1968 is, daalt het aantal kernkoppen al jaren omdat de VS en Rusland afgedankte wapens ontmantelen. De daling neemt echter af, ziet het Zweedse instituut. De snelheid waarmee afgedankte kernkoppen worden ontmanteld, zal binnenkort worden overtroffen door de snelheid waarmee nieuwe kernkoppen in de wereldwijde voorraden terechtkomen. Met name Rusland heeft problemen met de financiering van de nucleaire uitbreidingsplannen voor het aantal kernwapens. Volgens Amerikaanse informatie was Rusland in 2020 van plan het aantal kleinere, tactische kernwapens te verhogen, maar dit is nog niet uitgevoerd.
Lees ook
Lees ook Kan Europa zonder de nucleaire paraplu van de VS? Sterktes en zwaktes van een Europese kernmacht
China: 100 kernkoppen erbij
China, de derde kernmacht ter wereld, breidt zijn arsenaal langzaam maar zeker uit. Het land beschikt nu over zeshonderd kernkoppen, honderd meer dan een jaar geleden. De verwachting is dat China in 2035 over 1.500 kernkoppen beschikt, nog steeds slechts ongeveer een derde van de huidige Russische en Amerikaanse voorraden. De nucleaire arsenalen van de andere kernwapenstaten (Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, India, Pakistan, Noord-Korea en Israël) zijn kleiner maar ze zijn volgens het SIPRI allemaal bezig met ontwikkelen en het inzetten van nieuwe wapensystemen.
Israël heeft nooit publiekelijk erkend dat het over kernwapens beschikt, maar het Zweedse instituut schrijft dat „wordt verondersteld” dat het land zijn voorraad aan het moderniseren is. In 2024 voerde Israël een test uit met een raketvoortstuwingssysteem voor ballistische raketten met nucleaire capaciteit. Israël lijkt ook bezig te zijn met het upgraden van zijn plutoniumproductiereactor in Dimona in het zuiden van het land. Dimona was vorig jaar nog een van de plaatsen waar bij Iraanse luchtaanvallen een raket insloeg.