Grootmacht India laat zich niets meer vertellen. Maar moordt het ook op andermans grondgebied?

Werken Indiase diplomaten mee aan intimidatie, geweldpleging en zelfs moord in het buitenland? Maandag zette de Canadese autoriteiten de ambassadeur en vijf andere diplomaten uit omdat India betrokken zou zijn bij de moord op een Canadese sikh-activist in Canada. New Delhi liet direct weten ook de Canadese ambassadeur en vijf diplomaten weg te zullen sturen. De tussenstand na een stormachtige 48 uur: iedereen boos.

Het is een stevige escalatie in een zaak die al sinds september 2023 ettert tussen Canada en India. Aanleiding is de moord op sikh-leider Hardeep Singh Nijjar, een genaturaliseerde Canadees. Hij werd in juni dat jaar voor een tempel in de Canadese stad Surrey doodgeschoten door gemaskerde mannen. Nijjar stond in India op een terreurlijst omdat hij vanuit Canada ijverde voor een onafhankelijke sikh-staat in de Indiase regio Punjab. Hij organiseerde er protesten en evenementen.

Volgens de Canadese premier Justin Trudeau waren er aanwijzingen dat „agenten” van de Indiase staat betrokken waren bij de moord, een beschuldiging die door zijn ambtgenoot Narendra Modi direct van de hand werd gewezen.

Campagne van intimidatie

Maandag werd concreter welke vermoedens de federale en nationale Canadese politie (RCMP) heeft. In een geheime, lopende operatie zouden Indiase diplomaten informatie verzamelen van Canadezen met Indiase achtergrond, die door New Delhi worden gezien als ‘anti-India’. „Zeker een dozijn” burgers zouden zo doelwit zijn geworden van een „campagne van intimidatie en geweld”, uitgevoerd door een internationaal opererende bende.

Pogingen om diplomaten en justitie in India op te hoogte te stellen van de Canadese bevindingen, stuitten volgens zowel de recherche als de Canadese premier op tegenwerking. De Canadezen kregen bijvoorbeeld geen toestemming om de zes verdachte Indiase diplomaten te verhoren. Vanwege die weigerachtige houding van het Indiase ambtenarenapparaat konden de Canadezen volgens henzelf niet anders dan informatie over het geheime netwerk naar buiten brengen, om „de activiteiten te verstoren” en „de veiligheid van Canadezen te garanderen”.

India reageert fel op het feit dat Canada opnieuw de openbaarheid heeft gezocht in deze kwestie. Buitenlandminister Subrahmanyam Jaishankar was de persconferenties in Ottawa zelfs voor. Zijn maandag publiek gemaakte reactie liet zien dat achter de schermen de gemoederen hoog waren opgelopen.

De eerste keer dat Trudeau publiekelijk sprak over de vermoedens over de Nijjar-zaak, was kort na de G20-top in New Delhi in september 2023. Juist op het moment dat premier Modi en zijn minister van Buitenlandse Zaken India hadden willen laten schitteren als politieke wereldspeler, werden zij ervan beschuldigd internationale normen te schenden. India noemde de beschuldigingen „belachelijk”.

Veiligheid in India

Hoewel India niet laat blijken dat het zich iets aantrekt van Canada, heeft de rel er wel degelijk impact. Alleen al omdat die opnieuw de aandacht vestigt op een kwestie waarover de regering in New Delhi zich al langere tijd druk maakt: de éigen nationale veiligheid, die juist vanuit Canada en andere Westerse landen zou worden ondermijnd door leden van de sikh-gemeenschap.

De sikhs hangen een monotheïstische godsdienst aan waarin gelijkwaardigheid wordt nagestreefd. Ze vormen in India minder dan 2 procent van de bevolking, voornamelijk in de deelstaat Punjab. In de jaren tachtig nam de strijd voor een eigen staat in dat grondgebied gewelddadige vormen aan. Gewapende strijdgroepen vermoordden ambtenaren, kaapten vluchten en pleegden terreuraanslagen. In 1984 gaf toenmalig premier Indira Gandhi opdracht tot een grootscheepse actie tegen de leiding van deze gewapende opstandelingen, met een bloedbad in de heilige stad Amritsar tot gevolg.

In Punjab zelf is de animo voor een gewapende strijd voor een eigen staat tegenwoordig nihil, al is er nog veel activisme en voelen sommige Punjabi zich achtergesteld. Voor de regering in New Delhi geldt elke verwijzing naar het separatistisch ideaal als een nare herinnering aan een gitzwarte, traumatische episode uit het verleden – die de rest van de wereld alweer vergeten lijkt. Het is zo’n open zenuw, dat Modi elke criticaster wegzet als ‘Khalistan-supporter’.

Zo heeft India grote moeite met de ruimte die Khalistan-sympathisanten uit de diaspora in het buitenland, en zeker in Westerse democratieën, krijgen om demonstraties en debatten te organiseren. Westerse instanties negeerden de plaatsing op een terreurlijst van Nijjar in 2020 door India.

Sikhs in Canada

Terwijl India en het Westen de afgelopen jaren steeds meer overeenstemming bereikten en het ook vaak in ideologisch opzicht eens waren over andere vormen van terreur – premier Modi strijdt al twee termijnen tegen jihadisme – wordt de mogelijke dreiging van sikh-separatisten door deze bondgenoten volgens New Delhi niet serieus genomen. Sterker nog, het beschuldigt Trudeau ervan de moord op Nijjar te gebruiken om stemmen te winnen bij de grote sikh-gemeenschap in Canada (de grootste buiten Punjab). In totaal wonen er 1,3 miljoen Indiërs in Canada. Onderhandelingen over een vrijhandelsverdrag zijn vertraagd door het huidige conflict.

De moord op Hardeep Singh Nijjar werd volgens de Canadezen mede uitgevoerd door leden van een internationale bende die onder leiding staat van de beruchte crimineel Lawrence Bishnoi. De 31-jarige Indiër die is geboren in Punjab zit sinds 2015 in de gevangenis in India vanwege betrokkenheid bij tientallen moorden en afpersingszaken. Dat voorkomt volgens Indiase media niet dat hij nog altijd aan touwtjes trekt buiten zijn cel en zelfs over de landsgrenzen. Twee televisie-interviews die hij vorig jaar vanuit de gevangenis wist te geven, leidden tot vragen over de vrijheden die hem werden gegund. Opvallend genoeg noemde Bishnoi zichzelf in de uitzending waaruit persbureau Reuters citeert „een nationalist” en verklaarde „anti-Khalistan” te zijn, de naam van de Sikh-staat die er tot op heden niet kwam.

Indiase operaties in buitenland

Sinds de moord op Nijjar zijn speculaties over geheime Indiase operaties in het buitenland toegenomen. In de Verenigde Staten werd in november 2023 een aanslag op een sikh-leider verijdeld. De Britse krant The Guardian schreef in april van dit jaar, dat sinds 2020 in buurland Pakistan zeker twintig terreurverdachten zouden zijn gedood op bevel van de Indiase autoriteiten. Dinsdag meldde The Washington Post op basis van diplomatieke bronnen dat de Indiase minister van Binnenlandse Zaken persoonlijk goedkeuring zou hebben gegeven voor acties tegen de sikh-activisten in Canada. Deze Amit Shah geldt als trouwe rechterhand van premier Modi.

Uit al die berichtgeving komt een beeld naar voren van een zeer assertief opererend India, dat de inlichtingendienst zou inzetten voor moorden buiten het eigen grondgebied.

Zelfs als erkenning van dit soort activiteiten van de inlichtingendiensten uitblijft, is New Delhi’s publieke houding opvallend. Wat Modi en Jaishankar al enige tijd duidelijk willen maken wordt steeds voelbaarder: India is een grootmacht, die waar nodig zijn nationale belangen verdedigt, ook als het daarvoor in het buitenland moet opereren en zelfs bij bondgenoten. De Canadese premier Trudeau noemde dat „een monumentale fout”; vanuit New Delhi werd hem toegebeten dat juist zijn regering willens en wetens ruimte biedt „aan gewelddadige extremisten en terroristen”.

Dat soort woorden „reserveert India doorgaans alleen voor Pakistan”, aldus de bekende politicoloog en Zuid-Azië-kenner Michael Kugelman. Dat toont volgens hem dat door de Nijjar-zaak de betrekkingen tussen India en Canada „een absoluut dieptepunt” hebben bereikt deze week.

Zwaar middel

In de Canadese persconferentie op maandag noemde minister van Buitenlandse Zaken Mélanie Joly het wegsturen van de Indiase functionarissen „een zwaar middel”, zeker gezien de grote Indiase gemeenschap en de vele persoonlijke banden tussen de twee landen. Het was Ottawa volgens haar niet te doen „om een diplomatieke confrontatie”, maar ze stelde ook dat „alles op tafel ligt” in de verdere verhouding tussen de twee landen.

Het uitwijzen van diplomatiek personeel is niet de zwaarste straf die landen kunnen ondernemen; er kunnen sancties worden opgelegd – aan Indiase functionarissen of bedrijven. Ook kunnen nog meer hoogwaardigheidsbekleders tot persona non grata worden verklaard. Een allerlaatste stap is het officieel verbreken van de diplomatieke betrekkingen.


Lees ook

Het India van vroeger is voor Indiërs nu net zo ‘exotisch’ als voor Europeanen toen

Walter Crane: Tomb of Mohammed Ghaus, 1907. (Waterverf op handgeschept papier).