Grondwettelijk hof Oeganda houdt antihomowetgeving in stand

De strenge antihomowetgeving in Oeganda, waarbij mensen de doodstraf kunnen krijgen voor homoseksuele handelingen, blijft van kracht. Het grondwettelijk hof wees woensdag een bezwaar af dat opriep de discriminerende wetten af te schaffen. De zaak was aangespannen door mensenrechtenactivisten, twee parlementsleden en twee hoogleraren.

De antihomowetten werden in mei vorig jaar aangenomen en leidden destijds tot veel kritiek van de Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties. De Verenigde Staten en de Wereldbank stelden zelfs sancties in tegen Oeganda. President Yoweri Museveni, die het land al sinds 1986 met ijzeren vuist bestuurt, zei niet te zullen bezwijken onder internationale druk en zette zijn handtekening onder de repressieve wetten, die bekendstaan als een van de hardste maatregelen tegen de lhbti-gemeenschap ter wereld.

Doodstraf

Niet alleen intieme of seksuele handelingen zijn strafbaar, ook het ‘promoten’ van homoseksualiteit is in strijd met de wet. In de zwaarste gevallen kan de doodstraf worden opgelegd, al is die in de praktijk in Oeganda al sinds 2005 niet meer uitgevoerd. Voor het aannemen van de nieuwe wet kon homoseksualiteit al sinds 2014 met een levenslange celstraf worden bestraft. Ook Kenia, Ghana en Tanzania kennen strenge antihomowetten.

Het grondwettelijk hof zei wel dat bepaalde delen van de wet in strijd waren met „het recht op gezondheidszorg, privacy en religie”. Of deze kanttekeningen gevolgen hebben voor de uitvoer van de wet is niet duidelijk.