N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Australian Open De als derde geplaatste Griek bleek in drie sets (6-2, 7-6 (5) en 6-3) te sterk voor Griekspoor. Het was voor het eerst dat de Nederlander in de derde ronde van een grandslamtoernooi stond.
De Nederlandse tennisser Tallon Griekspoor is er niet in geslaagd om de vierde ronde van de Australian Open te bereiken. Hij verloor in drie sets (6-2, 7-6 (5) en 6-3) van de Griek Stefanos Tsitsipas. Het was voor het eerst dat de Nederlander in de derde ronde van een grandslamtoernooi stond.
In de eerste set kreeg de 26-jarige Nederlander nauwelijks kansen en werd snel gebroken door de nummer drie van de wereld. In de tweede set kwam de geboren Haarlemmer iets beter op dreef en wist lang op gelijke hoogte te blijven en creëerde een set punt bij een 6-5 voorsprong. Deze wist hij echter niet te benutten waardoor de set met een tie-break beslist moest worden. Daarin bleek de Tsitsipas echter net iets te sterk en sleepte de tweede set binnen na een speeltijd van ruim anderhalf uur.
De laatste set kwam Griekspoor nauwelijks nog aan spelen toe. Hij maakte te veel onnodige fouten waardoor Tsitsipas hem gemakkelijk in zijn tweede service game kon breken. Vlak daarna werd de Nederlander nog een keer gebroken, waardoor ook de derde en laatste set naar de Griek ging.
Het verlies tegen Tsitsipas was de eerste nederlaag voor de 26-jarige Nederlander in 2023. Griekspoor liet de laatste weken zien over een uitstekende vorm te beschikken door in het Indiase Pune zijn eerste ATP-toernooi te winnen. Dankzij die zege klom hij naar de 63ste plaats op de wereldranglijst.
In de vorige ronde van de Australian Open wist hij landgenoot Botic van de Zandschulp, de beste tennisser van Nederland, te verslaan in drie sets. Alle Nederlandse tennissers zijn uitgeschakeld in het enkelspel.
De wedstrijd in het hoofdstadion van het toernooi, de Rod Laver Arena, duurde iets meer dan twee uur. Vorig jaar bereikte Tsitsipas nog de halve finale, waarin de Rus Daniil Medvedev te sterk was. In de vierde ronde neemt de Griek het op tegen de Italiaan Jannik Sinner.
Het lukt het kabinet dit jaar opnieuw niet om al het geld dat zij van plan was om uit te geven, ook daadwerkelijk op te maken. Dat blijkt uit de laatste update van de begroting van 2024, de Najaarsnota. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) vond een bedrag van 2,1 miljard euro dat is blijven liggen. Daarnaast heeft het kabinet een aantal financiële mee- en tegenvallers die de schatkist per saldo 1,2 miljard euro opleveren.
Een van de financiële meevallers is op de asielbegroting gevonden. Dat komt vooral doordat er minder asielzoekers naar Nederland komen dan verwacht, schrijft de minister. Ook hoeft Nederland minder aan Brussel af te dragen dan voorspeld, doordat de Europese Unie meer boete-inkomsten int dan begroot.
Lees ook
Miljardenoverschot bij de overheid in plaats van tekort. Hoe kan dat?
Met name bij de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Economische zaken en Financiën blijft er geld op de plank liggen. Volgens minister Heinen komt dat onder andere door krapte op de arbeidsmarkt. De ministeries kunnen simpelweg de mensen niet vinden die ze in dienst kunnen nemen om het geld uit te geven.
Onderwijs
Het kabinet voorspelde voor 2024 overigens dat een veel hoger bedrag dan 3,2 miljard euro op de plank zou blijven liggen: 8,5 miljard euro. Het is, zegt een woordvoerder van het ministerie van Financiën, gebruikelijk dat het meeste niet uitgegeven geld pas aan het eind van het jaar gevonden wordt. Mocht dat anders lopen, dan stijgt het begrotingstekort.
Doordat het kabinet rekening hield met niet uitgegeven geld, verandert het verwachte begrotingstekort over dit jaar amper. Dit komt uit op 1,5 procent van alles wat er in Nederland verdient wordt. Het ministerie van Financiën verwacht dat de schuld aan het einde van dit jaar uitkomt op 43,9 procent van het bbp, vergelijkbaar met het percentage dat in september werd verwacht.
Deze dagen onderhandelt de coalitie met de oppositie over de onderwijsbegroting. De oppositie wil 1,3 miljard euro van de aangekondigde bezuinigingen op onderwijs van tafel krijgen. De 552 miljoen euro die het ministerie van OCW niet uitgegeven krijgt, kan niet ingezet worden om bezuinigingen terug te draaien, zei Dick Schoof tijdens zijn persconferentie op vrijdagmiddag. Hij verwijst naar het feit dat het kabinet al rekening hield met niet uitgegeven geld.
Het kabinet Schoof schetst geen vergezichten meer van duurzame landbouw, met biologische productie en een kleinere veestapel. Dit kabinet verbindt zich aan wettelijke doelen voor natuur, water en klimaat, maar ze moeten wel „haalbaar” zijn en boeren die erbij helpen moeten er „een goede boterham” aan verdienen.
In een paar Kamerbrieven schetsten BBB-minister Femke Wiersma en BBB-staatssecretaris Jean Rummenie vrijdag hoe hun beleid eruit gaat zien. In grote lijnen dan, want veel moet nog uitgewerkt en uitgevochten worden binnen de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB.
De belangrijkste stap wordt een omslag naar een nieuw uitstootbeleid, waarbij boeren zelf verantwoordelijk worden voor stikstof, broeikasgassen en de waterkwaliteit. Maar de invoering daarvan kan best eens tot 2030 duren, erkende Wiersma na afloop van de ministerraad.
Begin deze maand lekte al een voorstel uit voor de verdeling van het budget van 5 miljard euro (voor 2026-2030), waar het kabinet onderling verdeeld over bleek. Onder druk van een Kamermeerderheid die kritisch is tegenover de BBB-visie op landbouw en natuur, inclusief coalitiepartijen VVD en NSC, zijn die getallen wat gaan schuiven. Meer dan een grove, voorlopige verdeling van de 5 miljard euro kon Wiersma vrijdag nog niet naar buiten brengen. Maar zo heeft zij toch iets van financiële dekking voor een gepland Kamerdebat komende week. Het kabinet belooft meer duidelijkheid te geven rond de publicatie van de Voorjaarsnota.
Andere partijen zijn beducht dat BBB te veel geld wil steken in subsidies voor technische innovatie, zoals luchtwassers, schonere stalvloeren en robotisering. In vergelijking met het uitgelekte voorstel, gaat nu mogelijk minder geld naar innovatie en het nieuwe uitstootbeleid voor boeren: niet 2,25 miljard euro maar tussen de 1,25 en 2,5 miljard.
Lees ook
Femke Wiersma ging altijd vol voor boerenbelangen. Kan ze ook politiek laveren?
Andersom wordt er meer geld uitgetrokken voor het inkrimpen van de veestapel met een nieuwe, brede, vrijwillige opkoopregeling: ook 1,25 à 2,5 miljard euro, in plaats van de 1 miljard euro die was uitgelekt.
Dit nieuwe RLN-beleid richt zich niet op heel Nederland, maar vooral op specifieke gebieden die onder druk staan door vervuiling door de landbouw, zoals veenweidegebieden, beekdalen en land rond kwetsbare Natura-2000-gebieden.
Het kabinet spreekt daarbij steeds van de verbinding tussen natuur en landbouw, waarbij ook de gelden soms door elkaar lopen. Zo is er los van het eenmalige budget van 5 miljard euro ook jaarlijks 500 miljoen euro voor „agrarisch natuurbeheer” door boeren. Het gaat hier bijvoorbeeld om kruidenrijk gras om weidevogels aan te trekken, een goede waterhuishouding of het planten van bomenrijen op boerenland.
Op dit moment is er al een regeling van 120 miljoen euro, waar 12.000 boeren aan meedoen en op 100.000 hectare aan agrarisch natuurbeheer wordt gedaan. Met jaarlijks 500 miljoen euro wil het kabinet dit uitbreiden naar 280.000 hectare. Zo moeten boeren helpen om aan wettelijke natuurdoelen te voldoen, en minister Wiersma wil hen in ruil „langjarige financiële zekerheid” bieden. Hoe de overheid de effecten voor natuur en milieu wil meten en bijhouden, wordt verder uitgewerkt.
Los van de jaarlijkse 500 miljoen euro voor agrarisch natuurbeheer trekt het kabinet ook eenmalig 500 miljoen euro uit voor natuurherstel in en rond Natura 2000-gebied. Dit was nog 750 miljoen euro in het eerder uitgelekte voorstel; hoe dit geld wordt besteed, moet eerst ook nog verder worden uitgewerkt.
De bekende ‘geitenpaadjes’ zijn ook nog niet verdwenen. Met de nieuwe Natuurherstelverordening moet Nederland binnen twee jaar een concept-natuurherstelplan inleveren in Brussel, schrijft staatsecretaris Rummenie. Er ís wel een uitzondering mogelijk waarbij „onvermijdelijke verslechtering” wordt toegestaan, mits er elders „effectief” natuur wordt hersteld of ontwikkeld. Het kabinet komt hier begin volgend jaar bij de Kamer op terug.
Kun je als private bank je voor de maatschappij inzetten? Of is dat voorbehouden aan staatsbanken, omdat ‘op de markt’ altijd de belangen van de aandeelhouders de boventoon voeren?
Deze vragen komen al jaren op als het gaat over de toekomst van de Volksbank. De Tweede Kamer lijkt nu definitief te zeggen dat privaat en maatschappelijk niet samengaan: tijdens een commissievergadering over staatsdeelnemingen bleek zich donderdagavond een Kamermeerderheid af te tekenen voor een motie om de privatisering van de in 2013 genationaliseerde bank tegen te houden.
Tot verrassing van minister Eelco Heinen (Financiën, VVD), die met een Kamerbrief begin oktober de privatisering juist in gang dacht te hebben gezet. En ook tot verrassing van de Volksbank zelf. „We hebben veel gesprekken gehad vooraf, ook met Kamerleden. En we hadden daaruit niet de conclusie getrokken dat er weerstand was tegen privatisering”, vertelt bestuursvoorzitter Roland Boekhout in een telefoongesprek met NRC.
De Volksbank is voorstander van privatisering – en dan bij voorkeur via een onderhandse verkoop aan een private partij. Volgens Boekhout is juist in private handen het beste te garanderen dat het maatschappelijke profiel van de Volksbank behouden blijft. „Dat is kennelijk in de communicatie naar de parlementsleden niet helemaal aangekomen.”
De Volksbank is momenteel op afstand de vierde bank van Nederland, na ING, Rabobank en ABN Amro. De staatsbank heeft zich de afgelopen jaren geafficheerd als een maatschappelijke bank, die de belangen van de aandeelhouder, de medewerkers, klanten en maatschappij even zwaar laat meewegen. Als onderdeel daarvan heeft de bank veel meer filialen opengehouden dan de grote zusters: 75 procent van de 850 bankvestigingen die Nederland nog telt zijn van Volksbank-dochters SNS en Regiobank.
Snijden in aantal filialen
Onder meer GL/PvdA, maar ook PVV en NSC koppelden in het debat de ingezette privatisering met de aankondiging van de Volksbank vorige week om toch te gaan snijden in dat filialennetwerk. „Nu is al te zien dat de bank in afwachting van een mogelijke verkoop kantoren sluit”, zei PVV’er Henk de Vree bijvoorbeeld. „Daarmee wordt de maatschappelijke functie uitgehold.”
Volgens Volksbank-baas Boekhout zijn het voornemen om te privatiseren en de reorganisatie – die, zo benadrukt de topman, al in de zomer in hoofdlijnen was aangekondigd – helemaal niet gekoppeld. „Wij delen de wens van de minister om te privatiseren en om dat zo snel mogelijk te willen doen. Maar ook zonder die wens zouden we deze transformatie ingezet hebben.”
Winst maken voor een bank is als zuurstof voor een mens
De reorganisatie – waarin ook 15 procent van de banen bij de bank verdwijnt en vier van de vijf merken worden geschrapt – moet volgens Boekhout ervoor zorgen dat de bank beter aan wet- en regelgeving kan voldoen en financieel gezonder wordt. „Dat is inderdaad een noodzakelijke voorwaarde voor een privatisering. Maar óók voor een bank in staatshanden.”
De Kamerleden gaan er volgens Boekhout aan voorbij dat ook een staatsbank winst moet maken om te kunnen bestaan. „Winst maken voor een bank is als zuurstof voor een mens”, stelt hij. „Je moet als bank altijd kapitaal aanhouden om een buffer voor tegenslagen te hebben, als ook om te kunnen groeien. Voor iedere hypotheek die wij verkopen moet een stukje kapitaal opzij gezet worden. En de enige vorm waarop een staatsbank kapitaal kan krijgen is door zelf winst te maken en dat niet allemaal als dividend uit te keren.”
Behoud landelijk netwerk
Boekhout heeft uit het debat opgemaakt dat de Kamerleden denken dat een bank die winst maakt op gespannen voet staat met een bank die duurzaam en maatschappelijk verantwoord is en goede dienstverlening aanbiedt. „Dat is helemaal niet zo.” Winstgevendheid is volgens Boekhout juist noodzakelijk om een „landafdekkend” vestigingennetwerk in stand te houden. Want dat is de Volksbank nog steeds van plan, benadrukt hij. „Ja, we hebben nu zeshonderd vestigingen en dat is voor een klein landje als Nederland heel erg veel. Dat willen we optimaliseren. Hoeveel we er gaan sluiten, is nog niet helemaal becijferd. Het moet economisch wel passen. Maar dat het er vele malen meer gaan zijn dan welke van onze concurrenten ook aanbieden, dat moge duidelijk zijn.”
De Volksbank zegt ervan overtuigd te zijn dat zij een winstgevend model kunnen maken van een bank met een landelijk netwerk aan fysieke vestigingen – zoals andere banken dat niet hebben gekund. „Wij claimen dat we dat wel kunnen. Daarmee ben je als bank superattractief. Dat levert dan een mooie prijs op [bij verkoop] waar de belastingbetaler wat aan heeft. En die koper heeft er dan geen enkele baat bij om zo’n netwerk van vestigingen na de koop meteen de nek om te draaien.”
Lees ook
Welk merk blijft overeind: SNS, ASN of Regiobank? Moederbedrijf Volksbank gaat kiezen
Boekhout hoopt dat de parlementsleden nog een keer naar het advies van afgelopen voorjaar willen kijken van Netherlands Financial Investment (NLFI), dat namens de staat de aandelen beheert, over dat de privatisering de beste weg is voor de Volksbank. „Het is jammer. De meeste mensen bij ons hadden het gevoel dat dit debat al lang had plaatsgevonden. De conclusies [van het NLFI] waren klip en klaar.”
Minister Heinen zegde donderdagavond ook toe dat advies nogmaals naar de Kamer te sturen en hierover te willen debatteren, waarmee hij hoopte de dreigende motie tegen de privatisering van de Volksbank van tafel te krijgen. Vooralsnog lijkt dat niet gelukt te zijn: Van der Lee van GL/PvdA is de motie aan het opstellen, laat hij aan NRC weten. Die motie moet voor het kerstreces ter stemming worden gebracht.