N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Hogere rekeningen Waar Rabobank eerder zag dat bedrijven hun prijzen verhoogden, ziet het CBS dat veel ondernemers extra kosten vaak inslikken.
Maakt het Nederlandse bedrijfsleven misbruik van de hoge inflatie, of proberen de meeste ondernemers hun klanten juist te ontzien? Een maand geleden concludeerden de economen van Rabobank dat bedrijven de vele kostenstijgingen aangrepen om hun prijzen nog net iets éxtra te verhogen, om zo hun winsten te vergroten. Volgens een nieuw onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is juist het tegendeel gebeurd.
Volgens het statistiekbureau zijn de meeste ondernemers eerder huiverig om hun gestegen kosten volledig door te berekenen aan de klant. Dat stelt het CBS in een maandag gepubliceerd rapport in samenwerking met de Kamer van Koophandel, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW. Aan het onderzoek deden ruim vijfduizend bedrijven met minstens vijf werknemers mee.
Van de deelnemers gaf iets meer dan driekwart aan dat ze de hogere kosten voor onder meer energie, personeel en grondstoffen niet volledig kunnen of durven te verhalen op hun klanten of afnemers. Dat „plaatst de discussie over graaiflatie in een ander perspectief”, aldus CBS-hoofd-eco-noom Peter Hein van Mulligen. Volgens hem is eerder sprake van het tegenovergestelde. Vijf vragen.
1 Hoe zat het ook alweer met graai-fla-tie?
Door een tekort aan grondstoffen, hoge vervoersprijzen en een energiecrisis in de laatste twee jaar zagen producenten hun rekeningen in rap tempo oplopen. Die extra uitgaven kunnen ze onmogelijk allemaal zelf opslokken, en dus pasten ze de prijzen van hun producten en diensten aan. Geen wonder dus dat ook de consument het leven duurder zag worden: gemiddeld genomen stegen prijzen vorig jaar met 11,8 procent.
Maar volgens economen van de Rabobank hebben Nederlandse bedrijven prijzen stérker verhoogd dan op basis van hun rekeningen gerechtvaardigd is. Door die extra inkomsten stegen de winsten van bedrijven flink. Als ondernemers de prijsstijgingen hadden beperkt tot het niveau dat nodig is om hun winsten gelijk te houden, had de inflatie in theorie beperkt kunnen blijven tot 9,6 procent, aldus de bank.
Over die conclusie is sindsdien veel te doen geweest. Politici grepen het onderzoek aan om uit te halen naar het bedrijfsleven, terwijl een andere econoom in vakblad ESB juist betoogde dat Rabobank zich baseerde op „verkeerde aannames”. Volgens het Centraal Planbureau is het voorlopig nog te vroeg om te zeggen of er sprake is van graaiflatie, zo zei sectorhoofd Debby Lanser in NRC.
2 Wat heeft het CBS nu onderzocht?
Het CBS onderzoekt elk kwartaal de stemming onder Nederlandse ondernemers. Zij krijgen telkens een vaste vragenlijst voorgelegd, die soms wordt aangevuld met vragen die op dat moment relevant zijn. In de laatste kwartalen vroeg het statistiekbureau steevast naar het doorberekenen van de kostenstijgingen naar klanten. Van alle ondervraagden slaagt bijna een vijfde erin alle extra kosten te verhalen, terwijl 4,5 procent van de ondernemers laat weten dat ze geen last hebben van hogere kosten. De rest kan de hogere rekening niet volledig verhalen op de klant, of durft dat niet. Zo vreest zo’n 27 procent van de deelnemers voor zijn concurrentiepositie, en kan 23 procent de kosten niet doorberekenen vanwege afspraken in contracten. Krap 20 procent slikt de hogere kosten voor een deel zelf omdat ze vrezen voor een verkoopdaling.
3 Als zo weinig bedrijven hun kosten doorberekenen, waarom is de inflatie dan zo hoog?
Daarvoor zijn meerdere verklaringen mogelijk. Om te beginnen de meetmethode: bij de inflatie kijkt het CBS naar de prijzen van een ruime mand met producten en diensten, vooral gericht op de consument. In het ondernemersonderzoek zijn de onderzoekers aangewezen op wat ondernemers invullen. Het zou in theorie dus kunnen dat deelnemers niet het werkelijke, maar het wenselijke antwoord opgeven, aldus Van Mulligen. „Maar we gaan ervan uit dat mensen dit eerlijk invullen.”
Veel ondernemers slikken kosten misschien deels in, maar berekenen rest door
Een andere verklaring is dat veel ondernemers weliswaar een deel van de extra kosten zelf voor hun rekening nemen, maar ook een flink deel ervan doorberekenen aan de klant. „Er zijn meer mogelijkheden dan alles doorberekenen of helemaal niets”, aldus Van Mulligen.
„Als iedereen alle kosten had doorgegeven zou de inflatie denk ik nog veel hoger zijn geweest. Dan waren boodschappen helemaal onbetaalbaar geworden.”
4 Weet het CBS ook welk deel van de kosten ondernemers doorgeven aan de klant?
Nee, in voorgaande onderzoeken wel, maar nu niet meer. Eerder legde het CBS deelnemers de volgende vraag voor: „In hoeverre kunt u kostenstijgingen doorberekenen in uw prijzen/tarieven aan uw klanten/afnemers?” Daarop konden ze meerdere antwoorden geven, variërend van „geheel niet” en „volledig” tot „voor een groot deel”. Bijna 50 procent van de deelnemers gaf toen aan alle of bijna alle kosten door te rekenen aan de klant.
In het onderzoek van afgelopen kwartaal koos het CBS voor een andere formulering: „Wat is de belangrijkste reden dat uw bedrijf kostenstijgingen niet of niet volledig kan doorberekenen aan uw klanten/afnemers?”
Een ondernemer die bijna al zijn extra kosten heeft doorberekend aan de klant, belandt daarmee nu onder dezelfde noemer als een bedrijf dat alle kostenstijgingen zelf heeft opgevangen.
5 Is die vraag niet een beetje sturend?
Volgens Van Mulligen niet. Het CBS heeft voor een nieuwe vraag gekozen omdat het statistiekbureau volgens de hoofdeconoom op zoek was naar een ander antwoord: de reden om kosten niet (geheel) door te berekenen. „En ‘volledig doorberekend’ was nog steeds een antwoordmogelijkheid.”
Na het Rabobank-onderzoek zag Van Mulligen veel verwijten van „inhaligheid” aan het bedrijfsleven. Dat zijn eigen onderzoek niet langer opsplitst hoeveel van de extra kosten bedrijven doorberekenen, verandert volgens hem niets aan de conclusie: dat slechts een klein deel van de ondernemers alle kosten doorgeeft aan de klant. „Dus er zullen vast bedrijven zijn die de inflatie aangrijpen om er nog een paar procentjes extra bij te doen, maar op basis van dit onderzoek lijkt dat maar een kleine meerderheid.”