Een „prachtig bloemstuk van de KNVB” lag er bij de kist van Gien van Maanen, in de jaren vijftig wegbereider van het vrouwenvoetbal in Nederland. „En daarmee hebben ze alle fouten in het verleden meer dan goedgemaakt”, vertelt nicht(je) Yvonne van Viegen (59), die de uitvaart van haar kinderloze tante begin november organiseerde. De geboren en getogen Utrechtse was een week ervoor op 87-jarige leeftijd overleden.
De KNVB had al eerder spijt betuigd voor het afremmen van Gien van Maanens pionierswerk. Ze keepte als kind bij haar ouderlijk huis op de Neude met voetbaljongens uit de buurt. „Ik pakte altijd alles aan, als het maar een balsport was”, zei ze in 2019 in het NOS-radioprogramma Langs de Lijn.
Ze was in 1950 begonnen als doelvrouw bij het veldhandbal. Ze wilde beide sporten graag combineren, maar in tegenstelling tot de handbalbond verbood de KNVB een vrouwencompetitie in die tijd: voetbal was geen sport voor ‘dames’.
De strijdbare Van Maanen liet het er niet bij zitten en was in 1955 mede-oprichter van de ‘wilde’ voetbalclub Herbido, een samengevoegde afkorting van de mannenclubs Hercules, Bilthoven en DOS. Herbido telde zestig vrouwelijke leden, die trainingen en wedstrijden zelf moesten regelen. Bij gebrek aan een echt voetbalveld – clubs en gemeenten stonden dat niet toe – trainden ze op het veldje tegenover het Biltse stadhuis.
„Bij de eerste training zat het helemaal vol met publiek”, vertelde Van Maanen in hetzelfde radioprogramma. „Er werd veel gelachen en we kregen veel opmerkingen, maar dat was gauw over. Het was echt niet een beetje achter elkaar aanrennen en maar zien waar de bal kwam.” Getuige de archieffoto’s stortte zij zich zelf onverschrokken op de bal.
‘De leeuwin van Utrecht’
De Utrechtse sporthistoricus Remco Neu zag beelden terug op het Polygoonjournaal en noemt Van Maanen een „fantastische keeper”. „Omdat ze ook handbalde, had ze heel goede reflexen.” Neu noemt haar „een van de iconen van de stad”. Haar bijnaam was ‘De leeuwin van Utrecht’, vertelt hij: „Omdat vrouwen in Nederland geen competitie mochten spelen, stapte Gien op vrijdag na haar werk op de trein naar Duitsland, speelde zaterdag in Stuttgart, zondag in Düsseldorf en maandag zat ze weer achter haar bureau op kantoor.”
„Gien is een van de kartrekkers geweest”, zei sporthistoricus Jurryt van de Vooren van sportgeschiedenis.nl in een reactie op haar overlijden tegen de NOS. „Ze was zelf altijd bescheiden over haar rol, maar het is ongelooflijk wat ze heeft bereikt ondanks alle weerstand. Herbido werd op een gegeven moment door de KNVB geboycot. Gien heeft toen nog een vereniging opgericht, Holland, zodat ze in het buitenland dachten: oh, dit is het Nederlands vrouwenelftal, daar willen we wedstrijden tegen spelen.” De eerste officiële vrouweninterland werd pas in 1971 gespeeld. Maar in september 1956 verdedigde Van Maanen al het doel in de met 2-1 verloren officieuze interland tegen West-Duitsland in Essen.
Naast haar kantoorbaan werd de combinatie handbal-voetbal te veel van het goede. Ze moest kiezen, besloot ze in 1959. „Best lastig, maar het werd handbal, omdat daar toch mijn wortels lagen en die sport ook beter was georganiseerd”, zei ze in 2018 tegen het AD.
In 1968, na 32 interlands, beëindigde Van Maanen haar carrière als handbalkeeper. Nicht Yvonne (59): „Ik was vier toen ze stopte met handbal. Ik kan me nog vaag haar afscheidswedstrijd in de Catharijnehal herinneren. Er stond een hele erehaag toen ze de zaal uitliep.”
Remco Neu leerde Gien van Maanen kennen na een interview in het AD. „Ze zat een beetje in de vergetelheid. Ik heb heel wat avondjes lekker met haar gekletst.” „Zonder Gien hadden de Oranjevrouwen nooit het EK gewonnen in 2017”, vertelt hij een tikje overdreven.”
Nicht Yvonne vertelt dat haar tante die zomer pas na lang soebatten met de KNVB vrijkaarten kreeg voor de laatste twee EK-duels van de Leeuwinnen. „Ik ben met haar naar de halve finale en de finale geweest. Daar heeft ze enorm van genoten.”
‘Te druk met sporten’
Gien van Maanen, die de mulo had gedaan, werkte naast het handbal en het voetbal bijna een halve eeuw als administratief medewerkster. Eerst in de gevangenis op het Utrechtse Wolvenplein, later bij het Utrechts Nieuwsblad op de Drift en na nog meer omzwervingen uiteindelijk bij Aldipress, een distributeur van leesportefeuilles. „Zo ben ik thuis opgegroeid met de Viva, de Libelle en de Donald Duck”, vertelt nicht Yvonne.
„Tante Gien was een zus van mijn moeder, die veel eerder is overleden. Daarom had mijn eigen gezin een hechte band met haar. Een partner is ook niet op haar pad gekomen. ‘Ik was te druk met sporten’, zei ze altijd. Ze had een heel speciale band met mijn twee kinderen. Ze heeft jarenlang één dag in de week opgepast, en ze naar de hockey en de voetbal gereden. Vond ze heerlijk.”
Gien van Maanen was een heel sociale vrouw, zeggen de geïnterviewden. Yvonne: „Op de tennisclub deed ze ook veel vrijwilligerswerk. Dat werd blijkbaar gewaardeerd, want op de uitvaart waren heel veel tennissers.” Remco Neu: „Op het veld een beest, buiten het veld ontiegelijk sociaal. Toen ze nog in goede gezondheid was, deed ze voor iedereen boodschappen en vulde ze belastingformulieren voor anderen in.”
Bij Gien van Maanen werd twee jaar geleden de diagnose vasculaire dementie vastgesteld. Yvonne: „Ze is sindsdien heel erg afgevallen. Afgelopen zomer ging het snel bergafwaarts. Ze heeft altijd gezegd: ‘Als ik mijn flat uit moet, hoeft het niet meer’. In het verzorgingshuis kwijnde ze weg. Ze had een bloedhekel aan afhankelijk zijn. Dus ja, ze had er vrede mee om te gaan.”