Giechelbrugnamen

Er zijn veel bruggen met vreemde namen, die vaak tot gegiechel van passanten leiden. Doorgaans is er nog wel een rationele verklaring voor de naamgeving te vinden. Voor zowel de Koekjesbrug als de Kikkerbilssluis in Amsterdam is die echter niet zo eenduidig te achterhalen.

Niet alle straten of bruggen dragen enkel namen van beroemdheden of helden. Toch is een brug vernoemd naar koekjes wel erg eigenaardig. De Koekjesbrug dankt bredere bekendheid aan columnist Martin Bril (1959 – 2009), die in een column schreef dat hij de naam altijd even mompelde als hij eroverheen liep. „De Koekjesbrug ken ik in alle jaargetijden, en onder alle weersomstandigheden, maar op zijn best is de brug op een zinderende zondagmiddag in augustus”, aldus Bril.

Koekjesverkoper?

Maar waar komt die malle naam vandaan? Daarover circuleren vier theorieën. Er zou een koekjesverkoper zijn die hier zijn lekkernijen verkocht, maar het kan ook om een verderop gelegen cacaomolen gaan die chocoladekoekjes aanbood. Een derde theorie betoogt dat een zekere meneer Pannekoek een stukje grond bij de brug bezat, de laatste stelt dat een politieagent met de achternaam Koek zich hier liet gelden. Of een van de vier verhalen klopt valt niet met zekerheid te zeggen, maar de Koekjesbrug heeft wel de naamgeving van twee omliggende gebouwen geïnspireerd: het in 1978 opgerichte jeugdtheater De Krakeling en het in 2010 gebouwde woonzorgcomplex De Makroon. Naast laatstgenoemde gebouw is een oud stuk stadsmuur te bewonderen.

Eerst een pontje

De vroegste vermelding van de brugnaam dateert uit 1886, twee jaar na de aanleg van een houten voetbrug. Voor die tijd voer er een pontje, in 1896 werd een drie meter brede ijzeren brug geconstrueerd. Vanwege het toegenomen verkeer moest de brug in 1911 vervangen worden, maar in het kader van duurzaamheid werden het ijzerwerk en de pijlers hergebruikt bij de aanleg van brug 131, die ook over de Singelgracht loopt, van de ‘s-Gravesandestraat en de Korte ’s-Gravesandestraat. Omdat de brug alleen een nummer kent, werd die in de volksmond een tijdlang óók de Koekjesbrug genoemd.

De Koekjesbrug is sinds 1995 een gemeentelijk monument. Hij loopt van de Nieuwe Passeerdersstraat naar de Bosboom Toussaintstraat over de Singelgracht. Fietsers kennen de brug vooral als route van de Helmersbuurt in Oud-West naar het centrum van Amsterdam. Het is de enige Koekjesbrug van Nederland, hoewel tal van Amsterdamse winkels en tourist traps wel koekjes in de bedrijfsnaam hebben.

Kikkerbilssluis

Bij de Kikkerbilssluis over de Oudeschans is niet alleen de herkomst van de naam onduidelijk, de brug heeft ook nog tal van andere namen gekend. De brug is onderdeel van de Prins Hendrikkade en sluit het Oosterdok af van de Oudeschans.

Begin zeventiende eeuw lag hier al een brug, is te zien op een gravure uit die tijd. Jacob Olie legde een dubbele ophaalbrug op deze plek vast in 1863. Eind jaren dertig werd het toenemende wegverkeer te veel voor de oude brug, die tussen 1940 en 1941 werd vervangen voor de huidige, door Piet Kramer ontworpen Kikkerbilssluis.

Het is opmerkelijk dat in die tijd nog een hefbrug in het centrum van Amsterdam geplaatst werd. De lompe kolommen die ook nu nog opvallen werden destijds al gezien als horizonvervuiling. Naast de Omvalbrug en Gevlebrug is de Kikkerbilsluis een van de weinige hefbruggen die nu nog dienst doen in de hoofdstad. Van eind 2021 tot begin 2022 werd de brug gerenoveerd.

De opmerkelijke naam zou afstammen van een houtkoperij die in de 17e eeuw in de buurt van de sluis zou liggen en ‘de Kikkerbil’ heette. Dit is behalve een Franse delicatesse ook een term voor een stuk hout dat in de scheepsbouw wordt gebruikt. Klinkt leuk en plausibel, maar voor beide beweringen zijn geen harde bewijzen voorhanden. De naam ervan staat niet op het metalen frame te lezen, maar is in graniet gebeiteld. Het is voor zover bekend de enige straatnaam in Nederland met het woord kikkerbil erin.

Er circuleerden eerder drie andere namen voor de brug. Vanwege de locatie als grachtwaterkering werd die ook Kalkmarktsluis en West-Indische Sluis genoemd. Door het opschrift van een aangrenzend huis deed ook de naam Ken-U-Zelvesluis de ronde. Wellicht is het feit dat het uiteindelijk Kikkerbilssluis werd simpelweg een kwestie van populariteit. Want zeg nou zelf, een leukere naam is toch nauwelijks denkbaar?