Gezondheidsraad pleit voor ‘structureel meetprogramma’ voor blootstelling aan chemische stoffen

De Gezondheidsraad dringt aan op het invoeren van een „structureel meetprogramma” voor het opsporen van de hoeveelheid chemische stoffen in de lucht waar Nederlanders aan worden blootgesteld. Dat meldt het adviesorgaan donderdag. Doordat de overheid op dit moment niet over een dergelijk programma beschikt, kan volgens de Gezondheidsraad het beleid van chemische stoffen niet goed worden gecontroleerd of verbeterd.

De huidige metingen van de overheid richten zich allemaal op de hoeveelheid chemische stoffen in de lucht, (drink)water en consumentenproducten, waardoor het aantal stoffen dat doordringt tot het lichaam onduidelijk blijft. De Gezondheidsraad pleit voor regelmatige inspectie van bloed en urine van minstens 1.500 mensen om te achterhalen hoeveel chemische stoffen zij hebben binnengekregen. Een dergelijk meetprogramma kan ook verschillen in blootstelling aan stoffen tussen bepaalde regio’s of wijken in Nederland aantonen.

Een belangrijke groep stoffen die volgens het orgaan zou moeten worden gemeten, is PFAS. Deze groep stoffen wordt onder meer gebruikt voor de anti-aanbaklaag in pannen, waterafstotende kleren en blusschuim. Overmatige blootstelling aan PFAS kan leiden tot kanker, verhoogd cholesterol en onvruchtbaarheid.

Biomonitoringsprogramma’s worden internationaal steeds vaker ingezet met succesvolle resultaten, meldt het adviesorgaan. In Nederland waren systematische metingen van de blootstelling van de mens aan chemische stoffen tot 1997 deel van de bewakingsprogramma’s. De overheid zette deze stop omdat de blootstelling afnam en „de kosten niet opwogen tegen de baten”. Volgens de Gezondheidsraad is die situatie nu veranderd.