Nemorio was midden op de dag naar huis gegaan, nadat hij bij de stad Oxnard in de Amerikaanse staat Californië die ochtend had gewerkt in de bouw. Hij stapte uit zijn auto voor het appartementencomplex waar hij al jaren woonde met zijn vrouw, en sinds afgelopen jaar met hun pasgeboren dochtertje.
Ineens werd Nemorio klemgereden. Op het eerste gezicht leek het een normaal burgervoertuig, maar achter de voorruit stond een blauw zwaailicht. Mannen in zwarte uniformen stapten uit en vroegen de Mexicaan om zijn verblijfspapieren. Die had Nemorio niet: hij kwam elf jaar geleden illegaal de VS binnen. De agenten lieten hem alleen nog naar zijn appartement gaan om zijn diabetesmedicijnen te halen, daarna namen ze hem mee.
Eerst naar Los Angeles, waar hij geboeid werd vastgehouden in een detentiecentrum. Hij kreeg geen toegang tot een advocaat, moest een aantal formulieren tekenen. Diezelfde avond werd hij naar de grens met Mexico gebracht, wederom geboeid, en uitgezet. „Nu zoek ik iedere dag naar werk. Maar ik denk dat ik terugga naar Guerrero, de staat waar ik vandaan kom”, verzucht de zenuwachtige Nemorio. Hij was die zuidelijke staat juist ontvlucht vanwege het geweld daar. Of en wanneer hij zijn gezin weer ziet, weet hij niet.
Tienduizend uitgezette migranten
Nemorio behoort tot de ruim tienduizend ongedocumenteerde migranten die in de eerste maanden van het presidentschap van Donald Trump zijn uitgezet naar Mexico. Het zijn nog geen cijfers die stroken met de door Trump aangekondigde ‘grootste massale uitzettingsoperatie’ in de geschiedenis van de VS: ook onder Biden en Obama ontving Mexico wekelijks duizenden migranten.
Na een vaak korte detentie in een migratiecentrum in de VS worden ze bij de Mexicaanse grens overgedragen aan de lokale autoriteiten en vervolgens naar een speciaal ingericht opvangcentrum gereden. Als onderdeel van een federale strategie die ‘Mexico omarmt je’ wordt genoemd, heeft de Mexicaanse regering negen van dit soort opvangcentra opgezet in steden langs de grens, gerund en bewaakt door de gemilitariseerde Nationale Garde. Mexicanen kunnen vervolgens een buskaartje krijgen naar hun geboorteplaats, naast een geldbedrag van 100 dollar en hulp bij het zoeken van huisvesting en een baan.
Lees ook
Aan de grens tussen Mexico en de VS merken migranten de impact van Trumps beleid meteen
In een ultieme – en uiteindelijk vergeefse – poging om Trump van importheffingen af te houden, lijkt de Mexicaanse president Claudia Sheinbaum verregaande afspraken op het gebied van migratie te hebben gemaakt. Naast het plan om Mexicanen én niet-Mexicanen te ontvangen stuurde ze tienduizend militairen naar de grens. Onder meer bij de grensovergang in Tijuana controleren ze met drugshonden auto’s op de aanwezigheid van fentanyl. Maar ze worden ook elders langs de grens ingezet, om te zorgen dat migranten niet illegaal de grens met de VS oversteken.
Daling in illegale oversteken
Hoewel in de eerste weken van Trumps presidentschap fors minder mensen de oversteek hebben gewaagd, zijn er nog steeds mensen die het blijven proberen. Bij grensovergang Chaparral, waar uitgezette Mexicanen hun geboorteland inkomen via een lange, witte voetgangersbrug die de twee landen met elkaar verbindt, staat Jaci te wachten. Haar zeventienjarige zoon is een dag eerder illegaal de grens overgestoken, gelijk opgepakt en wordt vandaag weer uitgezet, zegt ze. Ze heeft zijn paspoort en geboorteakte meegenomen.
Migranten zullen blijven proberen de VS te bereiken, zegt José Pérez Canchola. Hij werd op de dag van de inauguratie van Trump ontslagen als directeur van de migratiedienst in Tijuana, omdat hij het had aangedurfd de voorbereidingen van de Mexicaanse regering op de uitzettingen te bekritiseren. „Er dreigt een crisis hier”, begint Pérez. „Migranten worden uitgezet en tegelijkertijd zitten hier mensen aan de grens die naar de VS willen maar niet kunnen. En de regering wil het zelf oplossen, terwijl de echte massale uitzettingen nog moeten beginnen.”
Mensen die vaak zijn gevlucht voor geweld worden nu bewaakt door militairen
Volgens Pérez hebben grenssteden als Tijuana decennialange ervaring met de opvang van migranten, via een goed georganiseerd netwerk van herbergen, vaak gerund door kerkelijke organisaties. „Maar de regering kiest ervoor om zelf een federale herberg te openen, waar migranten worden opgesloten. Het zijn mensen die vaak gevlucht zijn voor geweld en nu worden bewaakt door militairen.” De betreffende federale herberg in Tijuana heet Los Flamingos, langs een drukke weg in een buitenwijk van de stad. Journalisten mogen niet naar binnen, zegt een zwaarbewapende soldaat bij de ingang.
Gestrand in Tijuana
De andere herbergen in Tijuana zitten nog altijd vol met mensen die soms al jaren onderweg waren om de VS te bereiken. De herberg Assabíl is exclusief voor mensen uit moslimlanden. In de gebedsruimte zitten drie mannen gehurkt op het blauwe tapijt. Oezbeken, Afghanen, Syriërs en Ghanezen zitten hier onder fel tl-licht achter witte tafeltjes vaak verveeld op hun telefoon te kijken.
De vriendelijk lachende Yaya zit al maandenlang in Tijuana. Hij vertrok uit Ghana, vloog naar Brazilië, ging via Ecuador richting Midden-Amerika, door de gevreesde Dariénkloof in Panama, en verder door naar het noorden. Daar, na een tocht van ruim vijftienduizend kilometer, eindigde zijn reis op een steenworp afstand van zijn droombestemming. „Ik houd vertrouwen dat ik de VS zal bereiken”, zegt Yaya vastberaden. „Ik heb altijd geleerd geduld te hebben en vertrouwen te houden. Dat heeft mij tot hier gebracht.” Yaya spreekt, net als de meeste migranten in deze herberg, geen Spaans en kan daardoor niet werken in Tijuana.
Lees ook
Panama wil af van de gevaarlijke flessenhals waardoor zich de hele wereld perst
Nasser uit Afghanistan heeft het moeilijk maar houdt hoop, zegt hij met zachte stem. „Ik ben opgeleid als dokter. Ik spreek goed Engels. Ik zal blijven wachten tot ik de VS binnen mag.” Omdat zijn broer voor het Amerikaanse leger werkte, moest zijn hele gezin het land verlaten op de vlucht voor de Taliban. De rest van zijn familie wist de VS al te bereiken en kreeg daar een verblijfsvergunning. Nasser vloog via Turkije naar Mexico en hoopt op hereniging met zijn familie. „Illegaal naar de VS wil ik niet. Ik heb altijd alles volgens de regels gedaan.”
Wie het maandenlange wachten zat is en toch wil proberen de VS illegaal te bereiken, zal torenhoge prijzen moeten betalen aan smokkelaars. Vóór Trumps tweede termijn als president werd er zo’n 3.000 dollar voor betaald, onder gestrande migranten wordt nu gesproken over bedragen tot 10.000 dollar. Via tunnels, met ladders of zelfs bootjes blijven smokkelaars zoeken naar manieren om mensen naar het noorden te krijgen. Waarbij de kans dat je aan de Amerikaanse kant wordt gepakt en gelijk wordt uitgezet, groot is. Ook zijn er incidenten aan de Mexicaanse kant: begin februari werd een Colombiaanse vrouw dodelijk getroffen door een politiekogel toen ze ter hoogte van het dorpje Tecate probeerde de grens over te steken.
Herbergen in de problemen
Hoewel de aantallen migranten op weg naar de VS al maandenlang niet zo hoog zijn als in de jaren ervoor, zijn er nog steeds veel mensen die door Mexico naar het noorden trekken. De repressie in Venezuela, het drugsgeweld in Colombia, Ecuador en Honduras, het gebrek aan economische perspectieven in El Salvador en Guatemala: in de regio zijn er tal van factoren die mensen van huis en haard verdrijven. Om niet te spreken van het toegenomen kartelgeweld in Mexicaanse staten als Michoacán, Veracruz en Chiapas, dat jaarlijks duizenden mensen ontheemd maakt.
Tijuana heeft eerder migratiecrises meegemaakt en de opvangcentra in de grensstad zeggen voorbereid te zijn op de komst van meer mensen, of die nu zijn uitgezet of gestrand. Maar de totale opvangcapaciteit in de grensstad dreigt te slinken, waarschuwt Maricruz Garrido, sociaal werkster bij Madre Asunta, een herberg die zich richt op de opvang van vrouwen en hun kinderen. Haar herberg kreeg zowel direct als indirect hulp via USAID, het Amerikaanse agentschap voor buitenlandse hulp, waarvan programma’s door de regering-Trump voorlopig zijn stopgezet. Naast directe fondsen zijn psychologische en educatieve programma’s door andere partijen gestaakt, zegt Garrido.
„Hier ontvangen we kwetsbare vrouwen. Vrouwen die hun thuisland zijn ontvlucht vanwege geweld, die op de route hierheen verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt”, zegt Garrido. „We zijn al dertig jaar actief, maar ik mag in mijn handen wrijven als we over twee weken nog open zijn. Wat er dan gebeurt met de vrouwen in deze herberg, weet ik niet.”
Twee vrouwen, uit Guatemala en El Salvador, zeggen dat ze willen proberen om in Tijuana werk te vinden. Met een zachte stem zegt de Guatemalteekse vrouw: „Het is duidelijk dat we de VS niet gaan bereiken. Maar teruggaan naar mijn thuisland is geen optie.”
