Geheel volgens verwachting: Sigrid Kaag terug in internationale topfunctie

De leegloop van het demissionaire kabinet Rutte IV is begonnen. Na de benoeming van CDA-minister Wopke Hoekstra tot Eurocommissaris begin oktober, en de terugkeer van D66-staatssecretaris Gunay Uslu naar haar familiebedrijf Corendon eind vorige maand, is het nu de beurt aan Sigrid Kaag.

De voormalig partijleider van D66 kondigde op Tweede Kerstdag haar vertrek aan als minister van Financiën om ‘Speciaal humanitair en wederopbouw coördinator’ voor de Verenigde Naties in Gaza in te worden. De huidige D66-leider Rob Jetten, demissionair minister voor Klimaat en Energie, zal vanaf 8 januari voorlopig de taken van Kaag overnemen tot er een nieuwe minister van Financiën wordt benoemd.

Het plotselinge vertrek van Kaag uit Den Haag komt om meerdere redenen niet onverwacht. In een kabinet in demissionaire status zal iedere bewindspersoon nadenken over de persoonlijke loopbaan: wat moet ik als we straks echt zijn uitgeregeerd en ik niet terug kan keren in een volgend kabinet? Dus kiezen sommige ministers en staatssecretarissen ervoor om hun nieuwe carrièrestap op tijd te zetten. Tijdens de lange formatie van 2021 vertrokken ook meerdere bewindslieden voortijdig uit het vorige demissionaire kabinet, Rutte III.

Voor Sigrid Kaag in het bijzonder kan haar terugkeer naar het hoogste podium van de internationale politiek evenmin een verrassing zijn. Enigszins gedesillusioneerd had ze kort na de val van het kabinet in juli haar vertrek uit Den Haag al aangekondigd. Ze wilde niet nog een keer lijsttrekker van D66 worden en droeg dat stokje over aan Rob Jetten. Wel bleef ze aan en maakte als demissionair minister van Financiën nog de rijksbegroting op voor 2024.


Lees ook
Sigrid Kaag kon nieuw leiderschap niet waarmaken

<strong>Sigrid Kaag dansend op tafel</strong> in het D66-partijkantoor in maart 2021, als exitpolls laten zien dat de partij 27 zetels heeft gehaald, wat er in de einduitslag 24 bleken. De foto werd gemaakt voor de partij.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/12/geheel-volgens-verwachting-sigrid-kaag-terug-in-internationale-topfunctie.jpg”><br />
</a> </p>
<h2 class=D66-beleid op losse schroeven

Sinds de grote verkiezingswinst van 2021 – ze leidde D66 naar 24 Kamerzetels – raakte Kaag snel teleurgesteld in de landelijke politiek. Ze werd in toenemende mate persoonlijk belaagd en bedreigd, had zware persoonsbeveiliging nodig. In een afscheidsinterview bij Met het Oog op Morgen zei ze onlangs teleurgesteld te zijn dat in Nederland „demonisering, dehumanisering aan de orde van de dag is in de politiek”.

Daarnaast bracht de moeizame formatie niet het progressieve kabinet waar Kaag campagne voor had gevoerd. Rutte IV werd een herhaling van Rutte III, met VVD, CDA en ChristenUnie. Het was overigens Kaag zelf geweest die voor deze centrumrechtse coalitie de deur had opengezet. Wel wist Kaag veel D66-punten in het regeerakkoord te krijgen, met name op klimaat en stikstof. Maar sinds Rutte IV begin juli sneuvelde en de kiezers in november massaal een ruk naar rechts maakten, staat dat beleid op losse schroeven.

Kaag werd vicepremier en minister van Financiën en kreeg onmiddellijk en opnieuw veel kritiek te verduren. Dat zat in haar geval meer in haar vrouw-zijn dan in haar functioneren. Uit onderzoek van onder meer De Groene Amsterdammer bleek dat Sigrid Kaag op social media verreweg de meeste (misogyne) haatmails kreeg, aangewakkerd door radicaal-rechtse politici. PVV-leider Geert Wilders noemde Kaag zowel op X als in de Tweede Kamer geregeld ‘heks’.

Fel op overwinning Wilders

In reactie op de grote verkiezingswinst van de PVV reageerde Kaag vorige maand fel en uitgesproken. „Een slag in het gezicht van de democratie”, noemde ze de overwinning van Wilders. Van diens vermeende mildheid, waarmee hij zich als mogelijke leider van een toekomstig rechts kabinet wil profileren, gelooft Kaag weinig. Na „twintig jaar lang haat, discriminatie, uitsluiting tegen bevolkingsgroepen en zijn politieke verdienmodel van aantijgingen, beschuldigingen en het demoniseren van zijn opponenten”, heeft Wilders volgens Kaag „een lange weg te gaan om ooit echt milder te worden”.

Dat Sigrid Kaag nu terugkeert in haar oude metier – een topfunctie bij de VN – zal ook weinig mensen verbazen. Voor ze in 2017 minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking werd was ze jarenlang actief als topdiplomaat. Ze heeft nooit de ambitie verloren om ooit opnieuw een internationale topfunctie te bekleden. Ze liet eind augustus openlijk blijken best geïnteresseerd te zijn om Frans Timmermans op te volgen als Eurocommissaris Klimaat – het werd Hoekstra.

Het Midden-Oosten is voor Kaag geen onbekend (werk)terrein. Ze leidde er meerdere diplomatieke missies, onder meer in Syrië. Met haar Palestijnse echtgenoot woonde ze jaren in Oost-Jeruzalem. In een tv-documentaire wekte ze de indruk zich daar in die stad „met al z’n problemen” het meeste thuis te voelen.

De afgelopen weken en maanden leek de Nederlands minister van Financiën opnieuw aan haar internationale profiel te werken. Ze was veel op reis: begin oktober in Marokko voor de jaarvergaderingen van het IMF en Wereldbank. Eind november op een donorconferentie voor Afrikaanse landen in Berlijn. En, ter voorbereiding op de klimaattop in Dubai begin december, sprak ze in de Verenigde Staten al met veel betrokken wereldleiders. Ook over de oorlogscrises in Oekraïne en in Gaza. En ook met de man die haar nu vraagt om in het Israël-Palestina-conflict een grote rol te gaan spelen: VN-secretaris-generaal António Guterres.