N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Journalist Geert-Jan Laan, die in 1975 de Lockheed-affaire rond prins Bernhard onthulde, is zaterdagmorgen op 79-jarige leeftijd overleden in zijn woonplaats Groningen. Hij was al een tijd ziek. Laan begon zijn journalistieke loopbaan, die hem langs vier verschillende kranten voerde, in 1963 bij Het Vrije Volk. In die Rotterdamse krant berichtte hij in 1975 dat prins Bernhard steekpenningen had aangenomen van vliegtuigbouwer Lockheed.
Lees ook: De primeur van hun leven
Aan NRC vertelde Laan in 2016 over zijn onderzoek destijds. Dat begon met een onderzoeksjournalistieke trip naar belastingparadijs Liechtenstein, waarop Laan en zijn (inmiddels overleden) collega-onderzoeksjournalist Rien Robijn te weten kwamen dat prins Bernhard mee zou werken in „een constructie van Amerikaanse vliegtuigfabrieken om commissies te betalen aan mensen op sleutelposities”.
Eersten ter wereld die het aandurfden
Terug in Nederland zochten de twee onderzoeksjournalisten de tip na in het kadaster. „Het bleek te kloppen. Maar we hadden maar één bron. Tot op 5 december een oud-medewerker van Lockheed, ene Hauser, de naam prins Bernhard lekte. Ik was op de redactie toen onze correspondent in Washington belde met dat nieuws. Ik liep meteen naar de hoofdredacteur om te zeggen dat we een tweede bron hadden. ‘We gaan’, zei hij meteen, dus die middag stond het op de voorpagina. Wij waren de eersten ter wereld die aandurfden om te publiceren.”
Nog diezelfde middag belde minister-president Joop den Uyl met de prins om te vragen of het waar was, vertelde Laan aan NRC. Toen de Amerikaanse Senaat een maand later met meer details kwam, stelde Den Uyl een onderzoek in. De conclusie luidde dat prins Bernhard „zich toegankelijk had getoond voor onoorbare verlangens en aanbiedingen”. Hij mocht vanaf dat moment geen militaire uniformen meer dragen. Het leek er zelfs kort op dat de bevindingen van Laan en Robijn zouden leiden tot een constitutionele crisis.
Hoofdredacteurschap
Na de Lockheed-affaire kregen de twee journalisten een eigen onderzoekspagina in de krant, waarvoor ze in 1980 werden beloond met de belangrijke Prijs voor de Dagbladjournalistiek. In 1994 keerde de in Delfzijl geboren Laan terug naar zijn geboortegrond. Hij werd hoofdredacteur bij Drentse Courant/Groninger Dagblad, en bekleedde later diezelfde functie bij Nieuwsblad van het Noorden. De drie kranten fuseerden onder zijn leiding tot Dagblad van het Noorden, waar Laan tot 2003 hoofdredacteur van bleef. Na zijn pensionering reisde hij nog altijd één keer per maand terug naar Rotterdam voor de redactievergadering van de (inmiddels digitale) krant Vandaag en Morgen, die hij met oud-collega’s van Het Vrije Volk bestierde. Ook was hij voorzitter van het Persmuseum.
Laan was „een man die met graagte terugkeek op zijn carrière, bij voorkeur onder het genot van een sigaartje en een borrel”, schrijft zijn oude krant Dagblad van het Noorden maandag. „Ondanks zijn statuur was hij een man zonder poeha en eigendunk. Hij had genoeg aan zijn toewijding en passie voor het vak dat hem zo dierbaar was.”