Franse judoka Clarisse Agbegnenou wil olympisch goud en een gelijke behandeling

Clarisse Agbegnenou is in Frankrijk overal. De 31-jarige judoka maakt reclame voor Lego, je komt haar tegen op borden in supermarkten, ze is het gezicht van een Dior-campagne. Voor jonge judoka’s is ze met haar talloze medailles een voorbeeld, voor vrouwelijke sporters iemand die de weg plaveit.

Momenteel prijkt ze boven aan de lijstjes van Franse sporters die goud kunnen winnen bij de Olympische Spelen van Parijs. In 2021 lukt het Agbegnenou al, in Tokio, waar ze vlaggendrager was. Inmiddels is ze drie jaar en de geboorte van een kind verder. Maakt ze het weer waar?

Clarisse ‘Gnougnou’ Agbegnenou’s leven begint in de Bretonse hoofdstad Rennes, waar ze in 1992 wordt geboren samen met tweelingbroer Aurélien – ze heeft nog twee broers. Hun ouders komen uit Togo: vader Victor is gerenommeerd wetenschapper, moeder Pauline administratief medewerkster en kleindochter van de koning van de Togolese regio Atakpamé, aldus het blad Jeune Afrique. De sportieve genen komen van moeders kant: Pauline speelde basketbal op hoog niveau, haar vader bezat in Togo een voetbalclub.

Clarisse Agbegenou’s eerste weken zijn niet makkelijk: ze komt te vroeg ter wereld en ademt niet bij de geboorte, waarna ze gereanimeerd en geopereerd moet worden vanwege nierfalen. Ze ligt meer dan een week in coma, waarna ze tegen de verwachtingen in plots bijkomt. De artsen noemen haar „een strijder”, schrijft Agbegnenou in haar autobiografische kinderboek Combattre pour être soi (2021).

Later raakt Agbegnenou ervan overtuigd dat haar moeilijke levensstart haar huidige kracht verklaart. „Ik denk dat mijn woede op de tatami (…) komt van de strijd die ik heb moeten voeren bij mijn geboorte om te kunnen leven”, zegt ze in 2019 tegen de lokale krant Ouest France.


Lees ook

Vrouwen op de Spelen? Als die baarmoeder maar niet barst

Openingsceremonie van de Olympische Spelen van Tokio in 2021.

Togolese cultuur en drukte

Agbegnenou groeit op in Asnières-sur-Seine, net buiten Parijs. Victor en Pauline nemen de Togolese cultuur mee in de opvoeding van hun vier kinderen. „Je kunt je niet losmaken van je wortels”, zegt vader Victor tegenover sportkrant L’Équipe. „Je moet je wortels integreren om beter te kunnen leven als je je ergens anders vestigt.” Daarom leest hij Togolese sprookjes voor, wordt muziek uit het land gedraaid en gaat de familie er elke zomer twee maanden heen.

Agbegnenou is een vrolijk maar druk kind en stuitert door de schoolgangen. Om haar energie in toom te houden raadt de schooldirectrice een vechtsport aan, waarna ze op haar negende begint met judo bij de lokale club Arts martiaux d’Asnières. Op haar twaalfde raakt ze ervan overtuigd dat ze dit „haar hele leven wil doen” en stelt ze zich ten doel wereldkampioen te worden. Ze krijgt de bijnaam le bulldozer, omdat ze al vanaf de junioren nauwelijks wedstrijden verliest. Op haar veertiende wordt ze toegelaten tot het nationale trainingscentrum in Orléans en gaat ze uit huis.

In de jaren die volgen wint Agbegnenou de ene na de andere wedstrijd en stapt ze over naar een grotere club in Argentueuil. In 2013 haalt ze haar eerste gouden medaille op internationaal niveau en een jaar later wordt ze wereldkampioen als ze de Israëlische Yarden Gerbi met een ippon verslaat.

Inmiddels is de 1,64 meter lange Agbégnénou, die uitkomt in de klasse tot 63 kilogram, zesvoudig wereldkampioen en vijfvoudig Europees kampioen. Ook won ze twee keer olympisch goud (individueel en met het team) en één keer zilver. Ze is de meest succesvolle vrouwelijke judoka van Frankrijk aller tijden. Mannen en vrouwen bij elkaar gerekend heeft in Frankrijk alleen Teddy Riner (34) meer medailles.


Lees ook

Franse fans genieten in Parijs van judolegende Teddy Riner: ‘Mensen zijn echt bang voor hem’

Teddy Riner zondag bij de Grand Slam in Parijs.

Ruimte voor vouwelijkheid

Agbegnenou is méér dan judo. De Française is ook betrokken bij de organisatie SOS Préma, die ouders van vroeg geboren kinderen helpt. En ze zet zich in voor gendergelijkheid in de judowereld, omdat ze van kinds af aan merkt dat meisjes en vrouwen niet dezelfde behandeling krijgen als mannelijke judoka’s.

Ze zei tegen Elle: „Ik moest vier wereldtitels hebben voor [ik erkenning kreeg]. Jongens hebben er maar één nodig om overal aandacht te krijgen in de media.” Het irriteert haar dat ze ‘de vrouwelijke Teddy Riner’ wordt genoemd. „Ik zou het fijn vinden als mensen me bij mijn naam noemen. Of als ze zouden zeggen dat Teddy Riner de mannelijke Clarisse Agbegnenou is.”

Het past dan ook dat Agbegnenou in 2019 ambassadeur voor de Internationale dag van de Vrouwensport wordt en ze zich geregeld uitspreekt voor gendergelijkheid en een betere zichtbaarheid van vrouwelijke sporters. Hierbij toont ze zich voorstander van het totale-vrouw-principe: in plaats van vrouwelijke onderwerpen als menstruatie en moederschap weg te gummen, maakt ze er ruimte voor. Zo maakt ze in 2021 een onderbroekenlijn voor een Frans merk dat menstruatieondergoed maakt. „Voor iemand die judoot in een witte kimono, is [ongesteldheid] ingewikkeld”, zegt ze tegen FranceInfo.

In 2022 krijgt ze een dochter, Athéna – vernoemd naar de Griekse godin van de krijgskunst. Tien maanden later staat ze weer op de mat bij een wereldkampioenschap, dat ze wint. Agbegnenou vindt dat moederschap en sport elkaar niet uitsluiten. Ze plaatst foto’s op Instagram waarop ze met een bezweet hoofd borstvoeding geeft in een dojo. „Niet altijd gemakkelijk, maar een waar genot.” Het was voor het eerst dat een judoka toestemming kreeg haar kind mee te nemen in de zaal.

Clarisse Agbegnenou eerder deze maand met de olympische vlam op de Eiffeltoren.
Foto Abaca

Haar kind is geen belemmering voor haar sportcarrière, maar een boost, benadrukt ze. Zo stelt ze dat ze de wereldtitel in Doha in 2023 heeft gewonnen dánkzij haar dochter. „Bij de trainingen en de wedstrijden wist ik dat al dat lawaai niet altijd makkelijk voor haar zou zijn. Dus ik móest wel met een medaille thuiskomen”, zegt ze tegen Gala. Voor de Spelen van Parijs krijgt ze het voor elkaar dat er extra hotelkamers beschikbaar worden gesteld voor jonge ouders (kinderen zijn verboden in het village des athlètes waar de olympische sporters verblijven). Ook regelt het Internationaal Olympisch Comité dit jaar voor het eerst crèches.


Lees ook

Wereldkampioene judo Joanne van Lieshout: ‘Ik ben lastig te gooien’

Joanne van Lieshout stond dit jaar bij vijf van de zes toernooien waaraan ze deelnam op het podium.

Gendarme en lifecoach

Agbegnenou heeft naar eigen zeggen „best een sterke persoonlijkheid” en heeft er geen problemen mee voor zichzelf op te komen. Zo ook als ze begin 2023 een conflict krijgt met de Franse judobond FFJ, die tijdens haar zwangerschapsverlof een partnerschap met Adidas is aangegaan en wil dat Agbegnenou haar gebruikelijke Mizuno-kimono’s inruilt voor de pakken van het Duitse merk. Maar de judoka wil haar Mizuno-kimono’s blijven dragen, waarbij ze erop wijst dat Riner óók een vrijstelling heeft voor de judopakken van zijn merk Fight Art. „Ik wil op dezelfde manier behandeld worden”, aldus Agbegnenou.

De judobond toont zich onwrikbaar: omdat Adidas en Mizuno directe concurrenten zijn, móet Agbegnenou zich aanpassen. De federatie ontneemt haar tijdelijk een bondscoach, waarna Agbegnenou inbindt omdat ze „geen zin meer heeft om te bekvechten”.

Agbegnenou is ook adjudant bij de gendarmerie, wat niet betekent dat ze werkt als gendarme, maar meedoet aan militaire wedstrijden. Haar judocarrière en functie in de gendarmerie zijn „uiteraard met elkaar verbonden”, zei ze tegen Elle. „Ze hebben dezelfde waarden: wij verdedigen de natie en het thuisland. We hebben de waarden van respect, van moraliteit.”

Agbegnenou weet dat ze niet altijd kan judoën en bouwt daarom ook aan een andere carrière. Toen de Olympische Spelen van Tokio in 2020 werden uitgesteld vanwege de coronapandemie, een zware tegenvaller voor Agbegnenou, die hoopte dat jaar haar eerste olympische titel te winnen, begon ze een coachingsopleiding aan de chique school HEC. Na haar judocarrière wil ze levenscoach worden voor kinderen en volwassenen.

Het is al te zien in haar kinderboek, dat gevuld is met levenslessen aan haar jonge lezers: van hoe om te gaan met racisme en seksisme tot het belang van zelfvertrouwen en de waarde van vriendschap en goede familierelaties. Maar voor nu zijn de pijlen gericht op ‘Parijs’: ze wil weer olympisch goud winnen. Voor haarzelf en voor andere vrouwen: „Hier komt mama Clarisse (…) om te laten zien aan vrouwen dat alles mogelijk is.”