Op de uitslagenavond van GroenLinks-PvdA in Amsterdam had lijsttrekker Frans Timmermans gezegd dat hij „ontzettend verdrietig” was. En de dagen na de verkiezingsuitslag zat Timmermans er nog goed doorheen. Hij liet naar buiten toe een paar weken weinig van zich horen. De schok over de winst van de PVV had lang nagedreund, en die emotie was sterker dan de eigen verkiezingswinst van acht Kamerzetels. „Zo zit ik in elkaar, dat heb ik altijd gehad. Ik maak het ook snel heel persoonlijk: waar ben ik tekortgeschoten?”
Timmermans ging veel praten, vertelt hij op zijn werkkamer in de Tweede Kamer. „Praten in de privésfeer, met mensen in de fractie, in de samenleving, oud-politici.”
En wat hoorde u van die mensen? ‘Kom op Frans, aan de slag’?
„Ja, natuurlijk. Ze zeiden dingen als: ‘Hallo, je hebt wel gewonnen. Natuurlijk, je had de grootste willen worden, dat is niet gelukt, maar er zijn acht zetels bijgekomen.’ Dat soort realitychecks heb ik nodig, want ik zeg wel altijd dat links niet zo aan zelfkastijding moet doen, maar ik doe dat zelf wel de hele tijd. Want vergeef me als ik zeg dat de winst van de PVV ook voor mij persoonlijk echt een klap was.”
Hoe lang heeft die periode geduurd?
„Een dag of tien geleden kwam het omslagpunt. Ik dacht: oké, vanaf nu gaan we er alles aan doen om te voorkomen dat er überhaupt een kabinet-Wilders komt. En, mocht het er toch komen, ervoor te zorgen dat het zo snel mogelijk weer verdwijnt.”
Dat was ook de missie van de man van wie u straks de rol van oppositieleider mogelijk overneemt: Geert Wilders.
Hij lacht. „Nou ja, je kan oppositie voeren tegen een kabinet omdat je vindt dat het beleid verkeerd is, te rechts of te hard. Maar we hebben in Nederland nog nooit meegemaakt dat formerende partijen het eerst eens moeten worden over de Grondwet. We moeten voorkomen dat die politieke normvervaging doorzet.”
Wat bedoelt u met normvervaging?
„Ik heb in veel Europese landen gezien hoe snel het kan gaan. Kijk naar Italië, Hongarije of Zweden, waar extreem-rechts aan de knoppen zit. De juridische bescherming van burgers neemt af. Dat is vervaging, niet alleen van normen, maar ook van burgerrechten. Nederland is daar niet immuun voor, het kan snel die kant opgaan.”
Woensdag laat Timmermans zich voor het eerst in zijn nieuwe rol als fractievoorzitter zien. Dan debatteert de Kamer over het eindverslag van verkenner Ronald Plasterk. Die schreef dat PVV, VVD, NSC en BBB verder kunnen praten. Hij zei erbij dat de vier partijen tijd nodig hebben om te onderhandelen over onder meer „de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat”.
Timmermans zegt daarover: „De democratische rechtsorde bestaat er niet alleen uit dat je je aan de Grondwet houdt, het is ook iets cultureels, iets dat niet wettelijk is vastgelegd. Je gebruikt de democratie niet om de aanval te openen op de rechtsstaat, door te beginnen over ‘neprechters’ en ‘D66-rechters’. De afspraak is: je respecteert de rol die de rechtspraak heeft. En de afspraak is: ook als je de meerderheid hebt, kom je niet aan de rechten van minderheden. Sterker nog, de kwaliteit van een democratie kun je afmeten aan hoe er met minderheden wordt omgegaan.”
Wat ziet u tot nu toe in de verkenning gebeuren?
„We hebben nog nooit in een formatieproces meegemaakt dat partijen eerst overeenstemming moeten zoeken over de Grondwet. Ik had me voorgesteld dat de verkenner zou concluderen: we kunnen pas verder als iedereen héél nadrukkelijk onderschrijft zich aan alle grondrechten en burgerrechten te houden. Maar dat is niet wat er in het eindverslag staat. Wilders heeft gezegd dat moslims die zich aan de wet houden, door hem behandeld zullen worden als gewone Nederlanders. O, sorry? Dus voor moslims geldt een extra criterium om als Nederlander behandeld te worden? Dan hanteer je al verschillende burgerrechten voor mensen die allemaal Nederlander zijn, daarmee begint de normvervaging dat iedereen in Nederland voor de wet gelijk is. Hij zal dat niet zeggen over een Limburger die de wet overtreedt.”
Timmermans noemt de verkenner, partijgenoot Ronald Plasterk, het hele interview lang niet één keer bij naam. Toen hij bij Plasterk – „die overigens niet eens onze partijnaam goed in het verslag krijgt” [hij schrijft steevast over PvdA/GL, red.] – langs ging om het te hebben over de uitslag van de verkiezingen, had Timmermans zijn zorgen uitgesproken over grondrechten. „Hij zei: ja, maar jullie willen óók de Grondwet aanpakken. Jullie willen van het koningshuis af. Ik dacht: hè? Meent hij dat nou serieus? Dat is toch op geen enkele manier te vergelijken met het ondergraven van burgerrechten of met het aanvallen van instituties?”
U klinkt alarmistisch. Waarom heeft u dit geluid in de laatste dagen van de campagne, toen de PVV vrij snel groeide in de peilingen, niet laten horen?
„Omdat ik denk dat niemand verwachtte dat hij de grootste zou worden. Het is een terechte vraag, wij zien ook dat we een deel van ons electoraat niet naar de stembus hebben weten te krijgen. Kennelijk was er bij hen niet het gevoel van urgentie dat er misschien wel was geweest als ze eerder hadden gezien dat Wilders wel eens de grootste kon worden.”
Heeft u wel een verklaring voor de winst van de PVV?
„Ook jullie krant staat vol met mensen die uit de heup schieten met verklaringen. Je moet zo’n analyse even de tijd geven. Maar duidelijk is wel dat Wilders anti-systeem was op het moment dat de kiezer daar behoefte aan had. Wij hadden plannen voor een eerlijke herverdeling, radicaal vergeleken met andere partijen, maar ik denk dat we door veel mensen toch als onderdeel van het systeem worden gezien.”
Lees ook
Bedeesd op zoek naar het politieke midden
Wat gaat u met die positie doen?
„Nederland is een coalitieland. Onze impuls is altijd geweest om coalities mogelijk te maken. Nu is dat anders. Een kabinet valt nooit omdat de oppositie het zo goed doet, een kabinet valt omdat ze het onderling niet meer eens zijn. Dus ik wil die onderlinge verschillen zó duidelijk maken dat het moeilijk voor ze wordt.”
U gaat ze tegen elkaar uitspelen?
„Ja, en zeker voor nieuwe fractieleden is het belangrijk dat ik ze daarop wijs. PVV, NSC, VVD en BBB moeten onderling niet verder kunnen. Dat moeten we zien te bereiken, zo snel mogelijk, op basis van beloftes die ze niet na zullen kunnen komen. Laat maar zien dat je meteen de eigen bijdrage in de zorg kunt afschaffen. Laat maar zien dat je tot een asielstop kunt komen. Laat het maar zien.”
Tijdens de campagne waarschuwde u voor het gevaar dat centrum-rechts radicaal-rechts mogelijk maakt.
„En ik dacht toen nog: dat speelt in veel Europese landen, gelukkig lijkt het in Nederland meer naar het midden toe te gaan. Maar na de overwinning van de PVV zijn ook hier andere partijen zich na de winst van Wilders meteen gaan aanpassen aan de nieuwe situatie.”
Hoe ziet u dat gebeuren?
„Ik las dat [demissionair premier] Rutte zei dat VVD-kiezers naar de PVV waren gegaan omdat ze bang waren dat ik de grootste zou worden. Het is dolkomisch, bijna potsierlijk als hij zegt dat de bedreiging komt van Timmermans. Nee, de bedreiging komt door jullie zelf, jullie hebben de deur naar de PVV opengezet door ze niet langer uit te sluiten. Daar zijn mensen doorgewandeld. Dat neem ik de VVD kwalijk. Je ziet nu hoe ze de weg voor zichzelf proberen vrij te maken om te regeren met de PVV. Dat interview met Johan Remkes bij jullie in de krant, waarin hij zei dat PVV-stemmers geen racisten zijn. Dat is een poging om een aflaat te kopen, zou ik als katholiek willen zeggen. Wie heeft ooit gezegd dat die kiezers allemaal racisten zijn? Hij maakt een karikatuur van mensen die moeite hebben met de standpunten van de PVV, om vervolgens die karikatuur te bestrijden en zo ruimte te creëren om te besturen met die partij.”
U zegt: niemand vindt alle PVV-stemmers racisten.
„Ja, maar het zijn wel mensen die weten op wie ze stemmen als ze voor de partij van Wilders kiezen. Ik vind het paternalistisch van Remkes om te veronderstellen dat deze mensen niet op zijn programma hebben gestemd. Waarom zou je dat denken? Je neemt zo de kiezer niet serieus. Dat doet hij alleen maar om [VVD-leider] Dilan Yesilgöz de mogelijkheid te bieden om met de PVV te regeren. En dit accommoderen is niet nodig.”
Waarom niet? Een kwart van de kiezers stemde op de PVV.
„En driekwart van de kiezers stemde niet op Wilders. Daar mogen we niet blind voor zijn. Ik heb bij deze uitslag een Brexit-gevoel. Na Brexit leken ineens ook alleen de mensen te bestaan die vóór hadden gestemd. Het maakt de overwinning van Wilders niet minder eclatant. Maar we zijn een parlementaire democratie waar je het moet hebben van meerderheden. De grootste partij moet het voortouw nemen. Maar dat betekent niet dat we mee moeten gaan in de typisch radicaal-rechtse retoriek van (Timmermans maakt met zijn vingers aanhalingstekens in de lucht) ‘wij spreken namens het volk’.”
Is uw rol in de formatie nu uitgespeeld?
„Ik heb tegen de verkenner gezegd dat het uiterst onwaarschijnlijk is dat wij meedoen aan een coalitie. Maar ik heb niet gezegd dat we dat onder geen enkele omstandigheid doen. Als het allemaal mislukt tussen de vier partijen die het nu proberen…”
Dan mogen ze bij u aankloppen?
„Dan ontstaat een nieuwe situatie. Als we niet willen dat Wilders de norm gaat stellen, dan hebben we meerderheden nodig die alternatieven willen vormen. Wij willen best met NSC samenwerken. En ik heb de VVD nooit úítgesloten, ik vond het wel goed voor het land als de VVD een tijdje niet in een regering zou zitten. Kennelijk vinden ze dat zelf ook, ze willen alleen gedogen.”
Als het tot een extraparlementair kabinet komt, bent u dan bereid mee te werken?
„De grote uitdagingen waar we voor staan vragen om een parlementair meerderheidskabinet, liefst ook in de Eerste Kamer. Problemen moeten politiek worden opgelost, niet zakelijk.”
Uw rol in de Kamer als GroenLinks-PvdA in de oppositie terechtkomt? Blijft u?
„Absoluut. Als ik al behoefte had aan motivatie, is het deze uitslag wel. In Brussel heb ik me ingezet voor rechtsstatelijkheid en fundamentele burgerrechten. Hierom heb ik jarenlang persoonsbeveiliging nodig gehad. Dit is voor mij een levensmissie. Mij krijgen ze niet weg.”
Leeslijst