Een elektriciteitskabel en drie telecomkabels tussen Estland en Finland zijn afgelopen dag beschadigd geraakt en buiten werking komen te staan. Aangenomen wordt dat een schip behorend tot de Russische schaduwvloot voor de sabotageactie verantwoordelijk is. Dat hebben Estse en Finse overheidsvertegenwoordigers donderdag bevestigd, meldt persbureau Reuters.
De kabels lopen over de bodem van de Oostzee. De Finse kustwacht vermoedt dat een olietanker varend onder de naam Eagle en de vlak van de Cookeilanden verantwoordelijk is voor de kabelbreuk. „Onze bemanning kon zien dat de ankers niet omhoog waren”, aldus de Finse kustwacht. „Toen we het […] schip bevalen de ankers op te halen, zagen we dat deze ontbraken.” De Finse autoriteiten vermoeden dat het schip de ankers over de zeebodem heeft gesleept om de kabels te beschadigen.
Schip meegenomen
De kustwacht ging aan boord van de Eagle S en bracht deze naar Finse wateren. Daar zullen de autoriteiten verder onderzoek verrichten naar de kabelbreuk en de verantwoordelijken daarachter. Het schip transporteert benzine en was vanuit een Russische haven vertrokken. De Finse president Alexander Stubb riep donderdag op tot het „bestrijden van de gevaren die de Russische schaduwvloot” veroorzaakt.
Lees ook
Het werd al lange tijd gevreesd: sabotage gericht op onderzeese kabels. Hoe kan Europa zich beveiligen?
De Estse regering kwam donderdag, hoewel het Tweede Kerstdag is, bijeen om over de beschadigde kabels te praten. De incidenten leidden niet tot stroomuitval in Finland of Estland, maar kunnen de elektriciteitsvoorziening op langere termijn wel in gevaar brengen. De Estse minister van Buitenlandse Zaken Margus Tsahkna sprak donderdag van „een aanval op onze vitale infrastructuur”.
Vorige maand werden twee datakabels, een tussen Finland en Duitsland, een andere tussen Litouwen, doorgesneden. Aangenomen wordt dat het Chinese vrachtschip Yi Peng 3 verantwoordelijk is voor deze sabotageacties. Het schip passeerde precies op het moment dat de kabels werden doorsneden. Ook in deze zaak geldt Rusland als hoofdverdachte voor de sabotageactie.
Ik had mijn verliezersgezicht niet geoefend. En ik had toch echt naar de Golden Globes gekeken. Niet dat iemand het had gezien, achter in de donkere werfkelder van de enige comedyclub waar, zoals een andere comedian deze avond wijzend naar de muur zei, het mos binnen groeide. Ik hoopte gewoon naar voren te worden geroepen en daar als Demi Moore in de microfoon te verkondigen dat ik voor het eerst in mijn leven eindelijk iets won. Wat een leugen zou zijn geweest, want ik was een keer lezersbrief van de week in de NCRV-gids toen ik 11 was.
Ik stond in de kwartfinale van een grote comedywedstrijd in Utrecht en zat niet bij de vijf die van het publiek door mochten naar de halve finale. En er gebeurde precies waar ik al voor gewaarschuwd was, door anderen, vooral ook door mezelf: ik vond het tóch heel jammer. Ik kon niet meteen schakelen naar relativering: een jaar terug had je nog nooit op een podium gestaan, je hebt de voorronde overleefd, in je allereerste wedstrijd.
Nee, er kwamen analyses: ik begon te stroef, misschien was dat het, een geïmproviseerd grapje over de MC viel niet, veel te moeilijk, waarom daar, waarom nu, domme lul. Je speelde toch weer te snel, laat mensen nou lachen, nee, maar je was weer bang dat je het niet binnen de zes minuten zou redden hè, met je tuinbroek. Of het andere uiterste: je kreeg echt veel harde lach, hoe ben je niet door, was het de plek in de line-up, hadden andere mensen meer publiek mee?
Veel te dramatisch voor iets wat in essentie heel simpel was: meer dan lekker spelen kon je niet doen. „Je moet bij wedstrijden altijd bedenken wat je eruit wilt halen behálve doorgaan of winnen”, zei een wijze, andere comedian eerder op de avond. „Wat een goed advies”, zei ik, om het vervolgens vakkundig te negeren.
Een vriend, zelf cabaretier, zei toen ik net begon in het open-mic-circuit: „Je moet het als hobby blijven zien.” Hij bedoelde: je speelt voor drankbonnen, komt op vage plekken waar elke lach verdwijnt in het geluid van de voetbalwedstrijd die tegelijkertijd op staat – als je te veel wilt, verwacht, te snel ook, dan kan comedy best ellendig zijn. Vond hij. Nee, zei ik: ik heb niet eens de tijd om er meer van te maken dan een hobby. En toch. Je bent constant met andere comedians. De een werkt toe naar een auditie bij Comedytrain, de andere bereidt zijn eerste avondvullende show voor. Híj staat in de finale van het Leids Cabaret Festival, zíj wordt vaste comedian in Haug. Het is moeilijk daardoor niet aangestoken te worden. Hoelang houd je vol dat je iets alleen voor de lol doet?
Na de kwartfinale hoor ik dat de beste nummer zes ook nog doorgaat naar de halve finale. Weten we later pas. Het lijkt me beter van die mogelijkheid snel mentaal afscheid te nemen. Althans, dat is wat ik tegen iedereen zeg.
„De stormvloedkering in de Oosterschelde is gesloten. De Deltawerken zijn voltooid.” Dat zei koningin Beatrix op 4 oktober 1986 bij de ingebruikname van de Zeeuwse kering. Er was tien jaar aan gewerkt. Het was destijds niet alleen een technisch hoogstandje maar trok wereldwijd de aandacht omdat de kering niet permanent en geheel dicht werd gemaakt, maar dankzij beweegbare schuiven gemiddeld slechts eens per jaar geheel hoeft te worden gesloten.
Je zou de kering de eerste ecologische dam ter wereld kunnen noemen, dat wil zeggen dat er ook rekening werd gehouden met de natuur achter de kering – daar bleef immers de invloed van eb en vloed merkbaar. „We hebben veel ontzag voor wat er destijds is gedaan. Er zijn toen ook allerlei technieken en rekenmethoden ontwikkeld die we nu nog steeds gebruiken”, zegt Martijn de Jong, waterbouwkundig expert van waterkennisinstituut Deltares, staande naast een bassin waarin de Oosterscheldekering deels is nagebouwd, op een schaal van één op veertig. Niet alleen de schuiven, de pijlers en de bewegingswerken zijn nauwkeurig nagebootst, op de kering rijden zelfs speelgoedautootjes. En zelfs die zijn op de juiste schaal.
Faalkans één op tienduizend
De modelproeven zijn onmisbaar, stelt Rijkswaterstaat, om noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden van de negen kilometer lange kering te verrichten. Rijkswaterstaat heeft Deltares gevraagd de belastingen op afzonderlijke onderdelen van de kering in kaart te brengen. Hoe houden de 62 schuiven, veertig meter breed en in hoogte variërend tussen zes en twaalf meter, zich onder de kracht van stroming en golven? Daarbij rekening houdend met nieuwe inzichten én met, op langere termijn, zeespiegelstijging?
Het is voor ons belangrijk om te weten of de schuiven 100 jaar meegaan of dat ze na 80 jaar moeten worden vervangen, of pas na 120 jaar
De pijlers van de kering tussen Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland hebben een levensduur van ongeveer tweehonderd jaar, andere werktuigbouwkundige elementen van de kering moeten nu al vervangen worden. Zodat blijvend aan de wettelijke norm kan worden voldaan dat de kans dat de kering faalt kleiner is dan één op tienduizend. Jesse Simonse, adviseur waterveiligheid bij Rijkswaterstaat: „Het is voor ons belangrijk om te weten of, bijvoorbeeld, de schuiven inderdaad honderd jaar meegaan of dat ze na tachtig jaar moeten worden vervangen, of pas na honderdtwintig jaar. En als de zeespiegel aan het einde van de eeuw vele tientallen centimeters hoger zal bedragen, dan zouden overslaande golven ook de verkeerskoker kunnen raken, de koker waarop het wegdek is gelegd en waar het verkeer over rijdt. Daar moeten we misschien nu al rekening mee houden. We willen dus de juiste investeringen op het juiste moment doen.”
Deskundigen op het gebied van klimaatverandering en zeespiegelstijging suggereren regelmatig dat Nederland op enig moment zal moeten kiezen hoe het land zich tot veranderende omstandigheden zal willen verhouden, bijvoorbeeld door de Oosterscheldekering helemaal te vervangen, te sluiten of juist niet meer te gebruiken. Maar volgens Simonse staat dat geheel los van dit onderzoek. Die andere onderzoeken richten zich op veel later.
Water in een golfslagzwembad
Wie denkt dat computermodellen de bouw van een kering op schaal overbodig zou maken, heeft het mis. Martijn de Jong van Deltares: „Hedendaagse computermodellen kunnen heel gedetailleerd zijn. Maar al die details zijn pas nauwkeurig als je die hebt kunnen checken met iets anders, met dit model. Zonder die check weet je niet wat die modellen waard zijn.” De proef begint; medewerkers van Deltares wekken golven op in het tachtig meter lange en negen meter brede bassin die tegen de nagebootste, dichte schuiven aan rollen. Het doet denken aan een golfslagzwembad. De Jong is er duidelijk trots op. „Kijk, bij een computermodel haal je eruit wat je erin stopt. Het mooie van dit schaalmodel is dat het water z’n eigen ding doet. Soms sta je hiernaast en zie je een golf op zo’n bepaalde manier een stroomgat in gaan dat je denkt: ik heb dat van tevoren niet bedacht.”
Je moet wel heel veel geluk hebben als je toevallig een extreme storm meemaakt
Anderzijds is ook meten bij de Oosterscheldekering zélf niet zaligmakend. De Jong: „Mensen zeggen weleens: kun je dit soort dingen niet gewoon in het veld meten, kun je niet gewoon een boei voor de kering leggen en meten wat er gebeurt. Maar dan meet je altijd heel gemiddelde condities. Je moet wel heel veel geluk hebben als je toevallig een extreme storm meemaakt. Terwijl je in een schaalmodel extreme condities zelf kunt instellen. Hoge waterstanden, hoge golven, golven die vanuit verschillende hoeken op de kering afkomen. Je kunt condities instellen die je ter plaatse normaal gesproken nooit tegenkomt, maar dat zijn wel extreme belastingen die de kering aan moet kunnen.”
Minder zuigkracht dan verwacht
Het schaalmodel is sinds enkele weken in gebruik, de definitieve rapportage aan Rijkswaterstaat wordt eind dit jaar verwacht. De Jong: „We zijn heel blij met de allereerste resultaten.” Hij legt uit dat Deltares is begonnen met het testen van stromingen bij de kering. „Als er een stroming onder een schuif van de kering door gaat, meten we de kracht waarmee die stroming aan de schuif zuigt.” Wat blijkt? „Die zuigkrachten bleken een stuk lager te zijn dan we van tevoren verwacht hadden. Dat was wel verrassend.” Een bewijs van het vakwerk van de bouwers. „Het geeft aan dat destijds op een aantal punten veilige, naar boven afgeronde keuzes gemaakt zijn.” Ook de „allereerste check” van de kracht van golven is bemoedigend. „We zien de trends uit onze rekentools terug. Dat er bepaalde relaties bestaan tussen golfhoogte en waterstand, zien we heel mooi terugkomen in de metingen.”
Lees ook
Er zit nog wel wat speling in de Deltawerken om de stijgende zee te keren
Na het intensieve publieke debat van de afgelopen twee jaar, aangezwengeld door demonstraties van actiegroep Extinction Rebellion en voortgezet in de politiek, is het nu even stil rondom fossiele subsidies. Waar staat Nederland eigenlijk met het stoppen van deze belastingvoordelen die het gebruik van olie, gas en kolen stimuleren?
Het voornemen om fossiele subsidies uit te faseren bestaat al even. In 2009 spraken de G20-landen (de belangrijkste economieën ter wereld, waaronder de VS, de EU, India en China) af om „op de middellange termijn” ermee te stoppen. Het klimaatakkoord van Parijs sprak over „geldstromen” die moeten bijdragen aan een duurzame samenleving. In 2017 nam de G7 zich voor om in 2025 „inefficiënte” fossiele subsidies te hebben afgebouwd. Allemaal zachte formuleringen die een politieke uitweg bieden.
Scheep- en luchtvaart
Nederland had in 2023 tussen de 39,7 en 46,4 miljard euro aan fossiele subsidies, bleek uit een inventarisatie van het ministerie van Financiën destijds. Later dat jaar publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal planbureau (CPB) een eigen studie waarmee ze op een ander bedrag uitkwamen: namelijk 17,1 miljard euro in 2021.
Het grote verschil in bedragen is te verklaren door wat is meegerekend. Zo lieten de planbureaus bijvoorbeeld sommige zaken buiten beschouwing, zoals indirect gebruik van fossiele brandstoffen bij bijvoorbeeld het maken van plastic omdat er geen CO2 bij vrijkomt. Ook is de btw die bijvoorbeeld over vliegtickets wordt geheven niet meegenomen. Het energieprijsplafond dat Rutte IV tijdelijk instelde om de gasprijzen te temperen, kwam neer op 3 miljard euro aan fossiele subsidie maar bestond nog niet in het jaar dat CPB en PBL onderzochten.
Lees ook
Studie planbureaus: afschaffen fossiele subsidies is ‘een hersenkraker’
Voorbeelden van fossiele subsidies zijn de stookolie voor schepen en kerosine voor vliegtuigen die niet worden belast. Ook hoeven grote industriebedrijven vaak geen belasting te betalen over de energie die nodig is om bijvoorbeeld plastic of staal te maken.
De noodklok
Waar het vorige kabinet een aantal voorstellen deed om fossiele subsidies af te schaffen, is de huidige regering terughoudender. Het kabinet-Schoof heeft afgesproken niet méér te doen dan Europese milieuregels voorschrijven. De facto doet Nederland dat al wel.
Zo betaalt de Nederlandse industrie boven op Europese regels ook extra voor CO2-uitstoot via een heffing. De vorige regering had zich een aantal andere stappen voorgenomen: de CO2-heffing voor de industrie zou omhoog gaan en grootverbruikers zouden meer belasting voor aardgas moeten betalen. Gasverbruik bij de productie van staal zou ook belast worden, maar dat plan werd afgeschoten in de Eerste Kamer.
Het met spoed afbouwen van fossiele subsidies blijkt een „zeer gevoelige” kwestie
Het kabinet-Schoof draaide een aantal van die voorgenomen plannen terug. Deze regering verlicht juist de belasting op aardgas voor zowel burgers als bedrijven, en wil vooral in Europa verder met het afbouwen van fossiele voordelen.
Onder het kabinet Rutte-IV bleek het al ingewikkeld om fossiele subsidies af te bouwen. Zo besloot het vorige kabinet in 2023 een regeling voor industriebedrijven stop te zetten, waarmee zij gecompenseerd werden voor CO2-pijs voor elektriciteit. Het is de Europese prijs die een bedrijf betaalt voor de uitstootrechten van CO2. Het was een „ondoelmatige” fossiele subsidie, aldus voormalig minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat, VVD), en werd afgeschaft. Het haalde een prikkel om te verduurzamen onderuit.
Lees ook
Afschaffen fossiele subsidies kan, maar vereist zorgvuldigheid
Toch kwam zij op het besluit terug. Belangenorganisaties van industriebedrijven luidden de noodklok over de elektriciteitsprijzen die in Nederland flink hoger liggen dan in omliggende landen. Begin 2024 legde zinkfabrikant Nyrstar in Budel, die veel stroom gebruikt (jaarlijks zoveel als de stad Eindhoven), de productie tijdelijk stil.
Demissionair Rutte-IV besloot de afgeschafte regeling tijdelijk weer in te voeren. Inmiddels houdt klimaatminister Sophie Hermans (VVD) de optie open om deze maatregel definitief terug te brengen.
Momentum
Meer dan de helft van de fossiele subsidies in Nederland zijn Europees vastgelegd. Te denken valt aan gratis uitstootrechten die de industrie ontvangt of het Europese verbod op het belasten van kerosine. Hermans zei onlangs in de Tweede Kamer dat het afbouwen van fossiele subsidies in Europees verband haar voorkeur heeft zodat Nederlandse bedrijven niet te maken krijgen met een “ongelijk speelveld”.
Tegelijkertijd speelt in Europa dezelfde problematiek als in Nederland. De Europese industrie verkeert in zwaar weer en heeft moeite te concurreren met Amerikaanse en Chinese bedrijven die vaak goedkoper kunnen produceren. Ook in Brussel is een nieuw bestuur aangetreden dat weliswaar met zoveel woorden zégt de klimaatdoelen te willen halen, maar nieuwe maatregelen wel afweegt tegen de effecten op de concurrentiepositie van Europese bedrijven.
Het momentum om fossiele voordelen snel af te bouwen lijkt dan ook – onder een conservatievere Europese commissie – verdwenen. Tegelijkertijd is Nederland afhankelijk van Brusselse besluiten hierin. Zo pleit Nederland al een tijd voor de mogelijkheid om belasting te heffen op kerosine. Andere landen, met name in Zuid-Europa, willen daar niet aan. Er is geen unanimiteit dus blijft het verbod staan.
Verdienmodel onder druk
Het is ongelofelijk complex, zegt onderzoeker Corjan Brink (PBL) die fossiele subsidies onderzoekt. „Als het concreet wordt, blijkt het toch lastig omdat duidelijk wordt wie er wordt geraakt”, zegt hij, verwijzend naar het afgeschoten plan om gasverbruik bij de productie van staal te belasten.
Kleine lichtpuntjes zijn er wel. Hij verwijst naar de brandstoffen voor schepen die vanaf dit jaar onder het Europese emissiehandelssysteem vallen, waardoor deze brandstoffen duurder worden door een CO2-prijs. Ook zijn er Europese eisen om dit soort brandstoffen te verduurzamen door een minimum aandeel duurzaam geproduceerde brandstof bij te mengen.
Toch blijft het met spoed afbouwen van fossiele subsidies in het Europa van 2025 een „zeer gevoelige” kwestie, ziet Brink. De Duitse industrie wankelt en ook elders in Europa, zoals Italië, staat momenteel het verdienmodel van bedrijven onder druk.
Het is dan ook de vraag of klimaatcommissaris Wopke Hoekstra, die binnenkort zijn plan van aanpak om de Europese industrie te vergroenen presenteert, daarin ook voorstellen doet voor het afbouwen van fossiele subsidies. In Nederland zal minister Hermans in het voorjaar bekend maken of het kabinet nog aan fossiele subsidies wil tornen.