Advies van supporters is nooit ver weg. „Als we nu 50 miljoen extra in het team investeren, dan halen we de halve finale van de Champions League”, zei iemand laatst bij een wedstrijd tegen Pieter Smorenburg, financieel directeur van Feyenoord. „En vorig seizoen was het nog: als we nu 50 miljoen investeren, halen we de Champions League.”
Om „misverstanden” als deze weg te nemen gaat Smorenburg met plezier de discussie aan, vertelt hij in een business unit in de Kuip, met zicht op het veld. Zijn reactie is dan dat ze zonder extra investeringen het hoofdtoernooi van de Champions League bereikten, door de landstitel vorig seizoen. Om duidelijk te maken: „Is het nou echt zo simpel: als we er extra geld in stoppen, hebben we dan gegarandeerd meer succes? Mijn antwoord is: nee.”
Smorenburg (58), een accountant en bedrijfseconoom die ruim 25 jaar bij KPMG werkte, opereert bij voorkeur in de luwte. Als financieel directeur trad hij sinds zijn komst vier jaar geleden zelden naar buiten, hoewel hij inmiddels het meest ervaren lid van de directie is. Die bestaat verder uit algemeen en technisch directeur Dennis te Kloese – die vaak het woord voert – en commercieel directeur Ruud van der Knaap.
De lucratieve Champions League, waarin Feyenoord dinsdag tegen Lazio speelt, tilt de club financieel naar een hoger niveau. Voor hem op tafel ligt het onlangs gepubliceerde jaarverslag – de club boekte 6,6 miljoen euro winst op een omzet van 99,1 miljoen. Net geen record, maar dat is een kwestie van tijd: de verwachting is dat de omzet over dit lopende seizoen voor het eerst over de 100 miljoen euro gaat.
Het sportieve en financiële succes nu, staat in groot contrast met de situatie waarin Smorenburg in november 2019 begon. Kort ervoor was met 4-0 verloren bij Ajax, waarna de spelersbus werd bekogeld en coach Jaap Stam opstapte. Op zijn eerste werkdag stond Feyenoord tiende. Ook bestuurlijk was het onrustig, na het vertrek van technisch directeur Martin van Geel en algemeen directeur Jan de Jong.
Toch zag Smorenburg het als een „heel interessante” kans toen een headhunter hem benaderde voor Feyenoord. Hij zat enkele maanden thuis, na twee jaar als financieel directeur gewerkt te hebben bij een bedrijf dat gespecialiseerd is in het winnen van zand en grind. Hij was een „passieve supporter”, zonder seizoenkaart. Vooral zijn dochter vond het leuk om naar wedstrijden te gaan. Die afstand tot de club zag een aantal bestuurders als „een voordeel”, zegt hij. „Dat je je niet laat meeslepen door allerlei emotionele overwegingen.”
In de acht jaar vóór hem, had Feyenoord geen financieel directeur – de eind 2011 vertrokken Onno Jacobs was de laatste. De clubleiding koos in 2019 voor het openstellen van die functie omdat zij „de sportieve en financiële ambities verder wilden vormgeven”, zegt Smorenburg. „Dus: groeien en aanhaken bij de Europese top.”
Dat is, kun je nu zeggen, min of meer gelukt, zij het op een totaal andere manier dan voorzien. Niet door de bouw van een nieuw stadion of het aantrekken van rijke investeerders, zoals de bedoeling was toen Smorenburg begon, maar door met minimale middelen boven verwachting te presteren. Dankzij een topcoach en slimme scouting vooral.
Sportief succes heeft weer geld opgeleverd, in de vorm van transferinkomsten en premies uit Europese toernooien. Geld dat Feyenoord voor een zeer belangrijk deel direct heeft geïnvesteerd in de selectie. Hogere salarissen dus, duurdere spelers. De club schreeuwt het niet van de daken, maar de tijd dat het zuinigheid troef was bij Feyenoord, lijkt definitief voorbij.
Grote vraag is hoe duurzaam dit model zal blijken. Grote financiële buffers heeft de club niet. En Feyenoord mag dan een streep hebben gezet door het plan voor een nieuw stadion – dat was financieel onhaalbaar vond de directie – maar daarmee is een ander probleem niet opgelost. De Kuip is, hoewel sfeervol en geliefd bij het publiek, zwaar verouderd. Kleine verbeteringen zijn aangebracht – een aantal toiletgroepen is vernieuwd, de Ict-infrastructuur verbeterd, gaslampen in de lichtmasten zijn vervangen door ledverlichting. Maar het is wachten op een grootschalige renovatie.
Feyenoord kan dat niet betalen, net zo min als de vennootschap die eigenaar is van het stadion. Die nv heeft een schuld van ruim 36 miljoen euro, ontstaan door hoge aanloopkosten voor het inmiddels geklapte stadionplan.
Wat willen jullie met de Kuip?
„Op korte termijn willen we de urgente problemen aanpakken. En we zijn bezig met een bredere inventarisatie, ik verwacht een lijst met tientallen mogelijke verbeteringen. Zoals de perstribune, die is verouderd. En de verhouding tussen zakelijke gasten en supporters is bij ons in vergelijking met andere stadions uit het lood. We hebben weinig zakelijke arrangementen, weinig horeca. We kunnen hier vierhonderd, vijfhonderd diners plaatsen, terwijl sc Heerenveen er al meer dan duizend heeft, in een kleiner stadion. Daar loop je tegen de grenzen aan.”
Gaat de club of de stadion-nv die aanpassingen betalen?
„Er is een nieuwe stadiondirecteur gekomen, we zitten in dezelfde gang, werken goed samen. Uiteindelijk loop je er wel tegenaan: is het iets wat de eigenaar zou moeten doen of iets wat wij als huurder kunnen doen? Daar kijken we nog naar.”
Feyenoord wil zeggenschap over het stadion. Hoe ziet u dat voor zich?
„Dat is best complex, zowel juridisch, financieel als fiscaal. We zijn nu aan het onderzoeken hoe dat zou kunnen. Als wij er geld in steken, willen we ook meer kunnen bepalen wat er gebeurt. Maar we moeten nu eerst tot een plan komen.”
Is het niet wachten tot het stadion failliet gaat?
„Daar wil ik niet op speculeren.”
Net als de bouw van een nieuw stadion, moest de komst van een nieuwe investeerder ervoor zorgen dat Feyenoord financieel zou kunnen concurreren met Ajax en PSV. Midden in de pandemie, november 2020, gaat de club met behulp van investeringsbank Lazard op zoek naar financiers. Meer dan tweehonderd partijen worden aangeschreven. „Private equity, banken, financieringsmaatschappijen, pensioenfondsen, beleggingsfondsen”, zegt Smorenburg. „Uit binnenland en buitenland.”
Waarom heeft dat niets opgeleverd?
„We hebben maar een beperkt aantal voorstellen op papier gehad, minder dan je op de vingers van twee handen kunt tellen. Dat is ook niet zo gek als je kijkt naar het trackrecord op dat moment en hoe we het sportief en financieel deden, in de coronacrisis.”
Investeerders kijken toch naar de potentie?
„Klopt. Een aantal had dus ook wel belangstelling. Maar discussies over wat de club waard is en hoeveel zeggenschap investeerders zouden krijgen, liepen dood. Wij wilden voor de club het beste: zo veel mogelijk geld tegen zo weinig mogelijk aandelen. Als je tientallen miljoenen vraagt, zeggen partijen: als ik dat in een club steek, wil ik ook alles beslissen. Dan wil ik, bij wijze van spreken, de assistent-trainer van de onder-12 ook kunnen benoemen, en alles wat daarboven zit. En alle commerciële beslissingen en transfers moeten langs mij. Daar zijn we niet uitgekomen.”
Eerder dit jaar spraken jullie met een Saoedische investeerder, betekent dit dat jullie nog altijd openstaan voor iemand die er grootscheeps instapt?
„Er zijn af en toe partijen die zich bij ons melden. Ons succes is niet onopgemerkt gebleven. Waar we twee, drie jaar geleden moeite hadden om mensen te interesseren om substantieel iets te doen, komen er nu spontaan partijen op ons af. Dan ga je meestal wel even netjes met elkaar in gesprek. Dat er nu partijen zijn die durven in te stappen, snap ik wel, als je kijkt naar de waarde-ontwikkeling die we doormaken. De vraag is wel: heb je het nou echt nodig en wat betekent het voor de zeggenschap in de club?”
Beantwoord die vraag eens?
„Ik denk dus niet dat we buitenlandse geldschieters nog nodig hebben. Als je twee jaar geleden had gezegd: jullie worden in 2023 kampioen en het seizoen daarna word je niet weggespeeld in de Champions League, dan hadden veel mensen gezegd: droom nog even verder, maar dit is Feyenoord. Maar het kan dus wel, op eigen kracht. De zoektocht naar investeerders hebben we daarom ook beëindigd.”
Bijna de helft van de aandelen is nog altijd in handen van de Vrienden van Feyenoord, de investeerdersgroep die de club in 2010 heeft gered. Zijn jullie van plan die op korte termijn uit te kopen?
„Op dit moment is het simpel: financieel hebben we best een paar stappen gemaakt. Maar we hebben na een heel goed seizoen een eigen vermogen van 7 miljoen euro, op een omzet van 99 miljoen.”
U bedoelt te zeggen: dat is niet veel?
„Nee, het is een beginnetje, we zijn er nog niet. Je kan best filosoferen over de positie van de Vrienden, ik ben op dit moment heel blij dat ze er zijn. Het is dus niet aan de orde.”
De Vrienden kosten jullie dit jaar ook 1,3 miljoen dividend.
„Ja, maar als je 33 miljoen in de club hebt gestoken, mag je er wel iets voor terugkrijgen, toch? Het is geen gift geweest, het is aandelenkapitaal. Als je aandelen Shell of Adyen koopt, wil je af en toe ook een beetje dividend.”
Smorenburg zet zijn leesbril op en haalt een tabelletje tevoorschijn met de Europese inkomsten uit de voorbije seizoenen. Het bereiken van de finale van de Conference League in 2022 en de kwartfinale van de Europa League vorig seizoen leverden Feyenoord vergelijkbare bedragen op: zo’n 22 miljoen euro, recettes meegerekend. Nu de club Champions League speelt, verwacht Smorenburg in ieder geval 30 miljoen aan Europese premies (prijzengeld) te verdienen. „Dat is dus meer”, zegt hij, „maar niet 30 miljoen méér.”
Smorenburg wil maar zeggen: mensen willen nog weleens denken dat met het behalen van de Champions League de zilvervloot binnenvaart in Rotterdam, maar zo is het niet.
Datzelfde geldt voor de opbrengsten uit transfers. Afgaande op gegevens van website Transfermarkt heeft Feyenoord het voorbije boekjaar 68 miljoen euro binnengekregen uit de verkoop van Fredrik Aursnes, Marcos Senesi, Luis Sinisterra en Tyrell Malacia. In de praktijk hield de club er iets meer dan 47 miljoen euro aan over, blijkt uit het jaarverslag.
Het verschil zit vooral in de afdracht van solidariteitsbijdragen aan opleidingsclubs, kosten voor spelersmakelaars en zogenoemde doorverkooppremies: om spelers en clubs te overtuigen van een transfer naar Feyenoord, zegt de club vaak toe dat zij meedelen wanneer de speler later voor een hoger bedrag wordt doorverkocht. Soms behoudt de oude club voor een deel de transferrechten van de speler, zoals in het geval van spits Santiago Giménez – Feyenoord bezit 90 procent van zijn transferrechten, zei Te Kloese eind juli in een interview.
Op deze manier profiteert de vorige club mee van de waarde-ontwikkeling van een speler bij Feyenoord. „Maatwerk”, noemt Smorenburg dat. Of Feyenoord daar scheutiger mee is dan andere clubs weet hij niet, maar het feit dat de club tot voor kort nauwelijks transfersommen kon betalen, doet vermoeden van wel.
Kortom, Feyenoord slaagt er steeds beter in munt te slaan uit sportief succes, maar het gaat stapje voor stapje. Juist in dat licht is het interessant te zien hoevéél Feyenoord deze zomer heeft geïnvesteerd in de selectie. De afgelopen seizoenen kon Slot met recht zeggen dat hij succesvol was met een smalle selectie, nu heeft hij een groep tot zijn beschikking die, een beetje afhankelijk van hoe je ernaar kijkt, méér heeft gekost dan die van PSV.
Voetbalclubs boeken transfersommen niet in een keer als kostenpost in de jaarrekening, maar smeren het bedrag uit over de contractduur van de gekochte speler. Het totaal aan jaarlijkse ‘afschrijvingen’ is daarom een belangrijke indicatie van wat de selectie heeft gekost. Bij Feyenoord is die post in een klap verdubbeld, blijkt uit het jaarverslag, van 15 miljoen naar 30 miljoen euro, en dan zijn de laatste aankopen Luka Ivanusec en Ayase Ueda nog niet meegerekend omdat die buiten het boekjaar vielen. Daarmee is PSV voorbijgestreefd. Ook de totale salariskosten – niet alleen voor spelers – gingen met 10 miljoen euro omhoog naar 58 miljoen euro, vergelijkbaar met PSV.
Feyenoord heeft nauwelijks buffer. Neemt u niet te veel risico?
„We nemen iets meer risico, point taken, maar dat doen we bewust en met verstand. We houden echt wel in de gaten dat we daar niet in doorschieten. Het is een strategische keuze die we hebben gemaakt: we willen sportief naar een hoger niveau. En we weten dat we Champions League gaan spelen, daar wil je niet weggespeeld worden. Dat betekent dat je kwaliteit op het veld moet hebben. Daarom hebben we het bedrag dat we hebben verdiend met transfers vrijwel volledig geherinvesteerd in het team. De selectie is de afgelopen seizoenen ook snel in waarde gestegen, dat laat zien dat je ook waarde creëert.”
Het bedrag aan afschrijvingen, gecombineerd met een gemiddelde contractduur van ruim vier jaar, suggereert dat Feyenoord aanzienlijk meer dan 47 miljoen heeft geïnvesteerd in het team.
„Dat komt doordat we tekengelden en kosten voor makelaars ook in de boeken zetten onder afschrijvingen. Die scharen we alleen niet onder investeringen.”
Dat betekent dat Feyenoord flinke makelaarskosten en tekengelden heeft betaald?
„Als je goede spelers en een topcoach wil hebben, moet je ze ook goed betalen. Tekengeld kan een manier zijn om dat te doen.”
Ajax haalde afgelopen jaar een omzet van bijna 200 miljoen euro. Gaat Feyenoord ook die kant op?
„We gaan dit jaar ruim over de 100 miljoen euro, dus we gaan echt wel een stap maken. Maar het zal een kleine stap zijn en we proberen verantwoord te sturen. We kunnen nu ook nog drie keer verliezen in de Champions League en met zes punten vierde worden in de groep, dan zijn we uitgeschakeld. En als de ranglijst van de Eredivisie niet verandert [op het moment van het interview staat Feyenoord vierde], spelen we volgend seizoen Europa League.”