Boegeroep klinkt donderdag in het Stade de France uit tienduizenden kelen wanneer de rugbyspelers van Fiji het veld op rennen: als het Franse team namelijk van één land iets te duchten heeft zaterdag, dan is het wel Fiji. De twee favorieten in rugby sevens staan al in de voorrondes tegenover elkaar, wetende dat ze beiden na de groepsfase doorgaan, maar hier gaat het om de eer. Fiji wint met 19-12.
Beide ploegen staan deze zaterdagmiddag in de halve finale; als Fiji en Frankrijk hun wedstrijd winnen, treffen ze elkaar niet veel later in de finale. Die wedstrijden kunnen zo kort na elkaar omdat ze slechts twee keer zeven minuten duren, waarbij er voortdurend wordt gewisseld en er bij elke speler die ook maar even blijft liggen, meteen een EHBO-er komt kijken.
Sinds 2016 is rugby sevens een olympische sport. Fiji is bij de mannen tot nu toe de ongeslagen kampioen. Het land heeft gemiddeld de hoogste spelersdichtheid ter wereld en toch heeft de titelverdediger het in Parijs allerminst makkelijk. De Fransen hadden een minder intensieve kwartfinale tegen het zwakke Argentinië, terwijl Fiji het moest opnemen tegen het sterk spelende Ierland. In de halve finale speelt Frankrijk tegen Zuid-Afrika, dat in de voorrondes niet een heel sterke indruk maakte. Fiji treft het overtuigende Australië treft, dat in de kwartfinale de Verenigde Staten versloeg met 13– 0.
Nationale sport
Waarom is Fiji zo goed in rugby, terwijl het een bevolking kent van nog geen miljoen inwoners, die ook nog eens verspreid leven over 332 eilanden (waarvan er 106 bewoond zijn)? Dat is voor een belangrijk deel te danken aan de Britten. Toen zij de eilanden in 1874 koloniseerden, organiseerden ze tien jaar later een rugbywedstrijd waarbij de Europese soldaten het opnamen tegen de gerekruteerde Fijische soldaten. De uitslag is nooit bekend geworden, maar de liefde voor de sport was geboren en rugby groeide uit tot nationale sport in 1914. Het jaar daarvoor had Fiji meegedaan aan wedstrijden tegen landen in de omgeving. De Britten hadden bedacht dat het beter was alleen witte spelers meededen, en de inheemse spelers thuis te houden. Dat pakte niet goed uit: ze verloren in Nieuw Zeeland met 67–3 van de All Blacks , waar de veel sterker gebouwde Maori wel in het team zaten. Het jaar daarop deden de inheemse spelers wel mee en dat bleek een succes. Vanaf 1977, toen rugby sevens werd ingevoerd naast het reguliere rugby (waar de teams uit vijftien spelers bestaan), is dat succes gestaag alleen maar groter geworden.
Mensenhandel
De Fijische spelers (bijnaam de Bati) zijn dermate sterk dat er in landen met serieuze teamcompetities veel op ze geaasd wordt. Zo sturen Frankrijk, Nieuw-Zeeland en Australië ‘sportmakelaars’ naar de eilanden om sterke tieners te halen in ruil voor onderwijs en een goed salaris, dat ze naar de familie thuis kunnen sturen. Op de Spelen zie je dat bij Nieuw-Zeeland terug: een enkele speler van het nationale team is op Fiji geboren en later genaturaliseerd (dat mocht overigens niet baten, de All Blacks haalden de halve finale niet).
Het verwijt is vaak dat deze sporters slachtoffer zijn van een soort mensenhandel: wie namelijk het niet redt in de competitie, komt zonder iets op straat te staan en het onderwijs hoef je ook niet meer te volgen, schreef de Nieuw-Zeelandse journalist Gregor Paul in zijn boek Black Obsession. The All Blacks’ Quest for World Cup Success. Hierin gaat hij onder meer in op hoe er met spelers uit Fiji wordt omgesprongen. In Frankrijk gaan ze volgens hem zelfs zo ver dat de Fijische rugbyers vooral als bonken vlees worden gezien, die weinig tijd krijgen voor herstel, en die vooral ingezet worden voor de krachtmomenten. Dat is straks ook ongetwijfeld weer terug te zien in het spel: Fiji moet het zaterdag vooral van fysieke kracht hebben, waarbij het Franse spel vooral profijt lijkt te hebben van snellere manoeuvres.
Zaterdag om 15.30 uur speelt Frankrijk de halve finale tegen Zuid-Afrika, om 16.00 uur is Fiji – Australië. De olympische finale is om 19.45 uur.