Op een zonovergoten zaterdagmiddag is het niet makkelijk vol te houden dat het Leidseplein leegloopt. De terrassen zitten vol borrelende toeristen. Toch houdt de Amsterdamse horeca zaterdagmiddag en -avond een ‘feestprotest’ op het Leidseplein (met een podium, en muziek) omdat het plein te rustig zou worden. Het protest is deels gericht tegen de ‘antitoerismebeweging’. Die demonstreerde eind december op dezelfde plaats – zij het in de stromende regen – tegen het overtoerisme. Amsterdam ontving in 2023 25,4 miljoen dagbezoekers en er waren meer dan 22 miljoen overnachtingen in hotels en andere accommodaties. Verwacht wordt dat de cijfers over vorig en dit jaar weer hoger uitvallen.
De horecademonstranten vinden dat geen probleem. De tekst achterop hun zwarte t-shirts, ‘geef mij maar Amsterdam terug’, is gericht tegen het nieuwe horecabeleid van de gemeente, met onder meer vroegere sluitingstijden. Een jongen met een veelkleurig hoedje draagt een bord met de tekst ‘Free the Dancing and let Dancing free you’ – verwijzend naar de nieuwe regel dat dansen alleen nog maar mag in clubs en zalencentra, en niet meer in gewone café’s. Overkoepelende boodschap: het moet vooral níét rustiger worden in de stad.
Bij de demonstratie tegen overtoerisme waren „ongeveer dertig mensen”, zegt kroegbaas Giel Swaan, organisator van de horeca-demonstratie, vooraf in een telefoongesprek. „Wij willen laten zien: er zijn veel méér mensen die het leuk vinden als de stad leeft en bruist. Je moet er geen dorp van maken.” Bij de demonstratie zaterdag zijn in ieder geval meer dan dertig mensen aanwezig.
‘Het gaat om gedrag’
Pim Evers (52) heeft een horecazaak op de Wallen en is vooral gekomen uit protest tegen de plannen van de gemeente. Het aantal toeristen in de stad is volgens hem geen issue. „Daar heb je geen grip op. Mensen komen toch, of je moet de Nachtwacht verplaatsen. Het gaat niet om het aantal, het gaat om het gedrag.” Hij noemt het voorbeeld van een vredige avond met vierhonderd Deense voetbalsupporters, tegenover een rampzalige met veertig Engelse hooligans.
Lees ook
Burgemeester Femke Halsema: ‘Door plat toerisme sterft de stad’
De antitoerismedemonstratie was georganiseerd door ‘Het is genoeg’, een platform van negen bewonersgroepen tegen overtoerisme. Ze zijn er nu ook, een man of vijftien, voor een bescheiden tegendemonstratie. Binnenstadsbewoner Michiel van Wijk (66) draagt in een fluoriscerend hesje met achterop ‘Samen voor onze buurt. Bewoners Amsterdam’. „De horeca zegt: er moet meer reuring in de stad komen. Wij zijn van mening dat er wel genoeg reuring is. Kijk”, hij wijst om zich heen, „de terrassen zitten vol.”
„De gemeente laat iedereen maar komen”, zegt Dingeman Coumou van het platform in een telefoongesprek. „Een hek om Amsterdam hoeft niet. Wel: de verkeerde toerist weren, die komt voor de drugs en voor de prostitutie.” De horeca pakt het volgens hem zelf verkeerd aan. „In de binnenstad komen nog maar weinig Amsterdammers omdat de horeca is overgenomen door het toerisme. Dat haalt de authentieke sfeer weg. Ze moeten beter nadenken over hoe ze hun product verkopen, om dat vreselijke woord even te gebruiken.”
Buurtkroegen
Op het Leidseplein laat Amerikaan Sean Cody (55) een eindje van de demonstratie zijn terriër uit, hij woont sinds 24 jaar in Nederland. Hij vindt dat iedereen veel te veel zeurt over toeristen. „Mensen weten niet hoe goed ze het hebben. Toen ik hier kwam wonen was het vies, er waren heel veel junks en weinig toeristen. Het is duurder geworden, ja. Maar het is schoon. En veilig.” Cody heeft een fietsverhuurbedrijf gehad, dat floreerde dankzij toeristen, en kent enkele horecaondernemers op het Leidseplein. Volgens hem zijn er rond het plein ook buurtkroegen waar alleen Amsterdammers komen. O, en op dat terras zitten de Amsterdamse kakkers, wijst hij.
Jools Taanman (20) is een van de weinige jongeren bij de demonstratie. Ze werkt in de horeca, achter de bar en in de keuken. Over toeristen heeft ze het niet, zij windt zich op over de regel dat je niet meer mag dansen in cafés. „Daarom ben ik hier. Ik vind dat ik niet mag klagen als ik niet probeer er iets aan te doen. Wij moeten toch kunnen dansen?”
