F-35’s, inzet van de marine, een Patriot-batterij: wat kan Nederland bijdragen aan een vredesmacht in Oekraïne?

Een „harde realiteit”, zo noemde minister van Defensie Ruben Brekelmans (VVD) het zondag in het praatprogramma Buitenhof. De Verenigde Staten en Rusland gaan op korte termijn onderhandelen over het beëindigen van de oorlog in Oekraïne, zónder inspraak van Europa. De reden, zo zei Brekelmans, is dat Europese landen nog geen toezeggingen hebben gedaan over hun bijdrage aan een vredesmacht na een eventueel staakt-het-vuren. „De Amerikanen zijn wat dat betreft heel zakelijk en transactioneel”, aldus Brekelmans. „Die zeggen: als wij niet weten wat we militair gezien aan Europa hebben, dan heb je ook geen plek aan tafel.”

Dat Europese landen geen concreet antwoord voor Washington hadden, betekent niet dat ze niet al langer nadenken over een militaire aanwezigheid in Oekraïne. Begin vorig jaar opperde de Franse president Macron al dat Europa troepen in Oekraïne zou kunnen legeren. Na de verkiezingsoverwinning van Trump, zo berichtte AP dit weekend, spraken politici uit verschillende landen (waaronder ook Nederland) in de Brusselse residentie van NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte met president Zelensky over een Europese strijdmacht die de veiligheid van Oekraïne zou moeten garanderen na het beëindigen van de gevechten.

Een concreet plan is er nog niet. Commandant der Strijdkrachten (CDS) Onno Eichelsheim sprak donderdag tijdens een bezoek aan Estland tegen NRC van een „robuuste” veiligheidsmacht die sterk genoeg moet zijn om Poetin af te houden van nieuwe escalatie. Minister Brekelmans sprak zondag in Buitenhof van „robuuste veiligheidsgaranties”, zonder concreet te worden over wat dat zou moeten betekenen.

Minstens 30.000 militairen

Over de belangrijkste bouwstenen van een dergelijke ‘robuuste’ vredesmacht voor Oekraïne bestaat onder militaire planners echter weinig discussie. Op land is een mobiele, zwaar bewapende strijdmacht van minstens een legerkorps (30.000 militairen) nodig, met tanks, gepantserde gevechtsvoertuigen en artillerie. Europese luchtafweersystemen en gevechtsvliegtuigen moeten het Oekraïense luchtruim gaan beschermen tegen de aanhoudende Russische drone- en raketaanvallen. De vrije toegang over zee (essentieel voor de Oekraïense graanexport) zal moeten worden bewaakt door een smaldeel van marineschepen.

Het merendeel van de slagkracht, zo zei Eichelsheim afgelopen donderdag, zal moeten worden geleverd door grote Europese landen als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Polen. Hoe de vredesmacht er precies uit komt te zien, is echter ook afhankelijk van de uitkomst van de onderhandelingen. De kans dat Rusland meteen akkoord gaat met zwaarbewapende NAVO-troepen in Oekraïne lijkt nihil. Van Amerikaanse zijde werd al geopperd dat mogelijk ook Afrikaanse of Zuid-Amerikaanse landen een bijdrage zouden kunnen doen – een idee dat in de Europese hoofdkwartieren met grote argwaan wordt bekeken.

Één ding staat al wel vast: Nederland zal niet meer dan een kleine bijdrage kunnen leveren. Defensie doet al mee aan verschillende lopende NAVO-missies. Nederlandse F-35’s bewaken het luchtruim van Estland, de Zr.Ms. Tromp patrouilleert in de Oostzee om Russische sabotage tegen te gaan. Nederland levert sinds jaar en dag enkele honderden militairen voor de NAVO’s Enhanced Forward Presence in Litouwen. Eenheden in Nederland maken deel uit van de verdediging van het NAVO-grondgebied en kunnen niet zomaar naar Oekraïne worden gestuurd: „We hebben niet alleen Oekraïne te beschermen, maar ook ons eigen grondgebied”, zei Brekelmans zondag.

Nederlandse F35’s

Het ligt daarom voor de hand dat Nederland F-35’s levert – moderne jagers waar nog maar weinig Europese partners over beschikken. Ook de inzet van de Koninklijke Marine is een voor de hand liggende keuze, net als het sturen van Nederlandse luchtafweer: een Patriot-batterij bijvoorbeeld, of een peloton met Stingerraketten voor de korte afstand. Nederland beschikt over een professionele genie en hoogwaardige medische zorg. Mogelijk kan er ook nog een infanteriecompagnie (ongeveer honderd militairen) bij elkaar worden geschraapt. „Nederland zal een bescheiden rol spelen”, zei Onno Eichelsheim donderdag.

Voor het zover komt, moet nog wel worden voldaan aan een belangrijke voorwaarde. De VS mogen dan hebben laten weten niet deel te willen nemen aan de vredesmacht, zij zullen wél de garantie moeten geven in te willen grijpen als Rusland de vijandelijkheden hervat. „Je weet dat de Russen ons zullen gaan testen, dat hebben ze tot nu toe altijd gedaan”, legde Brekelmans zondag uit. „Daar moeten we escalatiedominantie tegenover zetten: elke keer als de Russen iets proberen, kunnen wij er een schepje bovenop doen. Uiteindelijk hebben we daar ook de Amerikanen voor nodig.”

Zonder Amerikaanse veiligheidsgaranties is elke Europese vredesmacht ongeloofwaardig

Tim Sweijs
HCSS

Defensie-expert Tim Sweijs van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) is nog iets stelliger. Een veiligheidsmacht zónder Amerikaanse stok achter de deur is een „gevaarlijk concept”, zegt Sweijs: „Europese troepen staan daar tegenover een krijgsmacht die bereid is om duizend doden en gewonden per dag te accepteren om het doel te bereiken. Zonder Amerikaanse veiligheidsgaranties is elke Europese vredesmacht ongeloofwaardig.”


Lees ook

Kruispunt in de geschiedenis van het Westen: Europese leiders staan voor een duizelingwekkende taak

Mark Rutte, secretaris-generaal van de NAVO, en de Amerikaanse vicepresident JD Vance vrijdag tijdens een ontmoeting bij de Veiligheidsconferentie in München.

Of de regering-Trump bereid is om die garanties te geven, is ongewis – en dat terwijl de risico’s voor Europa bij een eventueel staakt-het-vuren alleen maar groter worden. Europese topmilitairen waarschuwen al ruim een jaar dat Rusland binnen enkele jaren een bedreiging kan gaan vormen voor de NAVO zelf. Als de wapens in Oekraïne zwijgen, heeft Poetin de handen vrij voor nieuwe militaire avonturen – bijvoorbeeld in het Baltisch gebied. Minister Brekelmans is doordrongen van de risico’s. „We vieren dit jaar tachtig jaar vrijheid”, zei de minister in Buitenhof. „Als we willen dat het honderd jaar wordt, is dit een heel cruciaal moment.”