Harde maatregelen vanuit Europa vanwege het gewelddadige Israëlische optreden in Gaza laten voorlopig op zich wachten. Eind vorige week stelde een juridisch onderzoek van de buitenlandse dienst van de Europese Unie vast dat het Israëlische geweld de perken van het internationaal recht te buiten gaat. Maar voor een eenduidig Europees antwoord is dat nog niet voldoende.
„Dit was het begin van het debat, niet het einde”, zei Kaja Kallas, de buitenlandchef van de EU, maandagmiddag. Samen met de Europese ministers van Buitenlandse Zaken had ze eerder op de dag voor het eerst de conclusies van het onderzoeksrapport besproken. Dat onderzoek kwam vorige maand tot stand, onder aanvoering van Nederland.
Aanleiding was de vraag of Israël de afspraken over mensenrechten schendt die zijn opgenomen in een handelsverdrag met de EU. In omfloerst taalgebruik constateerden de onderzoekers dat er „aanwijzingen zijn dat Israël de mensenrechtenbepalingen zou schenden”. Israël ligt onder andere onder vuur vanwege het grote aantal onschuldige burgerslachtoffers in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever en het blokkeren van voedselhulp aan de Palestijnse bevolking.
Sancties
Daarmee ligt de vraag op tafel welke consequenties de EU aan deze bevindingen verbindt. De onderlinge verdeeldheid is groot. Het Nederlandse voorstel om Israël te gaan onderzoeken kreeg vorige maand de steun van zestien landen, maar negen landen – onder meer Duitsland, Italië en Hongarije – stemden tegen. Deze landen voelen ook weinig voor het instellen van sancties.
Het opschorten van het gehele verdrag, zoals met name Spanje maandagochtend bepleitte, is een kansloze uitkomst. Dat vereist dat alle 27 EU-landen akkoord gaan. Voor het opschorten van delen van het verdrag – dat allerlei handelsvoorwaarden regelt – volstaat een significante meerderheid. De EU zou er daarnaast voor kunnen kiezen de handel met illegale Israëlische nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden te blokkeren.
Dit was het begin van het debat, niet het einde
In de zoektocht naar een compromis tussen de landen hielden alle betrokkenen de lippen maandag stevig op elkaar. Daar komt bij dat de sancties formeel moeten worden voorgesteld door de Commissie. Ook bij de Eurocommissarissen, inclusief Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, lijkt niet iedereen warm te lopen voor het afkondigen van maatregelen.
„Het initiatief rond artikel 2 is niet bedoeld om te straffen, maar om iets te bereiken op de grond”, zei Caspar Veldkamp (NSC), de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken die het voortouw nam in het afdwingen van het onderzoek, voorafgaand aan de ministeriële top in Brussel.
Hulporganisaties
Kallas zei dat ze hoopte in gesprekken met de Israëlische regering te bereiken dat er weer een rol zou zijn voor erkende internationale hulporganisaties bij het uitdelen van voedsel. „Ze hebben alle benodigde middelen om dat te doen”, aldus de buitenlandchef. Israël heeft de hulp onlangs overgeheveld naar een Amerikaans-Israëlische instantie. Bij het uitdelen van hulpgoederen door deze organisatie, de zogeheten Gaza Humanitarian Foundation, zijn sindsdien tientallen doden gevallen.
Diplomaten verwachten dat maatregelen tegen Israël op basis van het onderzoek op zijn vroegst half juli volgen, bij de volgende bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken.
Lees ook
Lees ook: Europa blafte even naar Israël, maar is weer terug bij af
