De leiders van de Europese Unie hebben vrijdagochtend de onderhandelingen in Brussel rond het thema migratie afgebroken. Dat melden internationale persbureaus. De besprekingen werden stopgezet na verweer van Polen en Hongarije. Beide landen kunnen zich niet vinden in het plan om vluchtelingen die in Europa aankomen te verdelen over de 27 lidstaten. Daartoe besloot de EU eerder deze maand.
Groot punt van discussie is de asielopvang aan de buitengrenzen van Europa en een eerlijke verdeling van mensen die asiel willen aanvragen over de lidstaten. Voor het uitvoeren van het zogeheten migratiepact is geen unanimiteit vereist, maar slechts een gewone meerderheid. Polen en Hongarije vinden dat de afspraken zijn doorgedrukt. De twee landen eisen een herziening van de slotverklaring van de top. Andere lidstaten gingen daar niet in mee. De onderhandelingen zouden in de loop van vrijdagochtend hervat worden.
Voorafgaand aan de EU-bijeenkomst stelde de Poolse premier Mateusz Morawiecki dat hij niet van plan is om de regels van de Europese Unie rond migratie te accepteren. Elk plan dat landen zou dwingen om vluchtelingen op te nemen, zou op een Pools verzet kunnen rekenen.
‘Naleving afdwingen’
Volgens premier Mark Rutte hoeft het dwarszitten van de twee landen niets te betekenen voor de uitvoering van afspraken. Die blijven overeind, zegt hij tegen persbureau ANP. En als ze zich toch niet aan de afspraken houden, heeft de Europese Commissie „middelen om naleving ervan af te dwingen”, zei premier Mark Rutte .
Tegenover persbureau AP sprak de Belgische premier Alexander De Croo bij het verlaten van de onderhandelingen van een „tamelijk moeilijke” discussie. „Er zijn twee opties. Of we gaan door, of we geven het op en zeggen dat er geen topverklaring komt, niets”, aldus De Croo.
Achter de schermen wist iedereen het. De Europese Commissie schreef er vier jaar geleden over in haar Turkije-rapportage. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens deed er in 2022 een uitspraak over. Europese diplomaten in Brussel en Turkije zitten er al jaren mee in hun maag. En ook de ministeries van Asiel en Migratie en Buitenlandse Zaken in Den Haag bevestigen desgevraagd tegenover NRC „bekend te zijn” met de berichtgeving.
Maar nu staat het in meerdere Europese kranten: Turkije mishandelt vluchtelingen in door de EU gefinancierde uitzetcentra en dwingt hen formulieren te ondertekenen waarop staat dat ze „vrijwillig terugkeren” naar hun landen van herkomst – inclusief Syrië en Afghanistan. Dat blijkt uit ruim een half jaar lang onderzoek door NRC, onderzoekscollectief Lighthouse Reports en zeven andere partners, waaronder El País, Der Spiegel en Le Monde, dat vrijdag naar buiten kwam.
Lees ook
Mishandeld in een Turks uitzetcentrum. ‘Dit project is gefinancierd door de EU’
In een eerste reactie tijdens een persconferentie vrijdagochtend herhaalde een woordvoerder van de Europese Commissie in Brussel grotendeels de antwoorden die ze al aan de onderzoekende media had gegeven: Turkije is een belangrijke partner, de EU-gelden hebben de situatie in de centra over het algemeen verbeterd, en er wordt nauw gemonitord. „Als we bewijzen ontvangen van mensenrechtenschendingen of schendingen van andere fundamentele waarden”, zegt de woordvoerder, „dan zullen we de situatie natuurlijk adresseren. Ik ga nu niet verder speculeren.”
Een schande, vindt Kamerlid Kati Piri (Groenlinks-PvdA), die vertelt dat ze al in 2018, toen ze nog Turkije-rapporteur was voor het Europees Parlement, de Commissie heeft bevraagd over berichten over gedwongen terugkeer van Syriërs. „We zijn zes jaar verder“, zegt Piri telefonisch. „Dat deze grove mensenrechtenschendingen op grote schaal plaatsvinden, met medeweten van en financiering door de EU, is echt onacceptabel.”
Piri zegt schriftelijke vragen in te zullen dienen bij het kabinet. Haar partijgenoot in het Europees parlement, Tineke Strik, roept de Europese Commissie „per direct” om „een transparant onderzoek te starten en financiering van deze projecten in Turkije op te schorten tot duidelijkheid is verschaft”.
Overeenkomsten zijn ‘cruciaal’
De coalitiepartijen PVV, VVD en BBB waren vrijdag niet beschikbaar voor een reactie op het onderzoek. Diederik Boomsma, woordvoerder asiel en migratie van coalitiepartij NSC, reageerde wel. „Afschuwelijk”, noemt hij de bevindingen. Toch zijn migratie-overeenkomsten met derde landen, zoals Turkije, volgens hem „cruciaal.” Je moet „niet zomaar een zak geld geven” en zeggen „houd ze tegen,” aldus Boomsma. Je moet er volgens hem op toezien dat „cruciale rechten niet worden geschonden” en mensen „goed worden behandeld”.
Het kabinet-Schoof schrijft in het regeerprogramma in te willen zetten op „partnerschappen met relevante migratielanden” om zo „opvang in de regio te bevorderen”. Desgevraagd laat het ministerie van Asiel en Migratie weten daarom in te zetten op een „continuering van de financiering van opvang van vluchtelingen in Turkije” alsook op „continuering van de hervestiging onder de EU-Turkije verklaring”.
Van die hervestiging kwam afgelopen jaren weinig terecht. Hoewel onder de Turkijedeal de afspraak was dat Europa voor iedere Syriër die wordt teruggestuurd naar Turkije een andere Syriër via legale wegen opneemt, werkte dit mechanisme in de praktijk niet en werden sinds 2016 zo’n 40.000 Syriërs via deze weg hervestigd in een Europees land – iets meer dan 1 procent van de ruim 3 miljoen geregistreerde Syriërs in Turkije. Turkijke dringt er al jaren op aan dat Europa meer vluchtelingen opneemt, diplomaten erkennen dat dit te weinig gebeurt.
Nederland nam in dit kader zo’n 5.500 Syriërs op. Dat het ministerie schrijft daarmee te willen doorgaan, is opvallend. Geert Wilders (PVV) heeft altijd benadrukt dat Nederland „vol” zit en is tegen extra vluchtelingenopvang. Minister Faber (Asiel en Migratie, PVV) heeft bij de Europese Commissie gepleit voor een opt-out van Europese migratie-afspraken.
Geweld tegen Syriërs
Ondertussen nemen in Turkije spanningen over vluchtelingenopvang gewelddadige vormen aan. Begin juli braken in het land massale rellen tegen Syriërs uit waarbij honderden huizen en winkels werden aangevallen of in brand gestoken. Zo’n 90 procent van de Turken wil dat Syriërs terugkeren en 70 procent steunt gedwongen uitzetting, blijkt uit peilingen. Dat is de binnenlandse politieke context waarin president Erdogan de uitzettingen massaal opvoert: sinds juni 2023 zijn volgens Ankara 180.000 mensen uitgezet en zo’n 160.000 Syriërs ‘vrijwillig’ teruggekeerd.
De angst voor uitzetting en het gebrek aan toekomstperspectieven drijft veel vluchtelingen vanuit Turkije naar Europa. Diplomaten en academici waarschuwen dat een teveel aan ‘opvang in de regio’ kan leiden tot een exodus uit die regio. „Het is een totale mislukking”, zegt een Europese diplomaat over de inzet van de EU op financiering van de uitzetcentra. „Niet alleen in termen van mensenrechten, maar ook in termen van migratie-management.”
„We moeten mensen die vluchten voor oorlog en geweld gewoon fatsoenlijk opvangen in Nederland en de rest van Europa”, zegt Kamerlid Christine Teunissen (PvdD). De migratiedeals met Turkije en andere landen werken volgens haar als „een soort aflaat”, maar lossen de problemen niet op en leiden tot misstanden zoals die in de centra. Het argument van partijen als NSC dat daarop meer toezicht moet komen, is volgen Teunissen onrealistisch: dat werkt niet in landen waar „minder democratische controle is”, zegt ze. „Europa en Nederland moeten zelf verantwoordelijkheid nemen.”
Uitbreiding van uitzetcentra
In de persconferentie vrijdagochtend deed de Europese Commissie dat niet. De woordvoerder zei daar dat het „de verantwoordelijkheid van de Turkse autoriteiten [is] om aantijgingen van mistanden grondig te onderzoeken.” Zelf kondigde de Commissie vooralsnog geen onderzoek aan.
In Brussel wordt juist gesproken over eventuele uitbreiding van de EU-steun aan de Turkse uitzetcentra, bevestigt het ministerie van Buitenlandse zaken. Het ministerie geeft geen antwoord op de vraag welk standpunt Nederland daarbij inneemt. Er is nog geen besluit genomen, schrijft het ministerie. „We kunnen daarom niet ingaan op de gaande discussie.”
Boeing gaat in de komende maanden ongeveer 10 procent van alle werknemers ontslaan, dat zijn in totaal zo’n 17.000 banen die worden geschrapt. Dat heeft de sinds dit jaar nieuwe topman Kelly Ortberg vrijdag tegen zijn personeel gezegd. Het gaat financieel niet goed met het bedrijf, dat ook al bijna een maand in stroeve cao-onderhandelingen zit met stakende werknemers.
„Ons bedrijf verkeert in een moeilijke positie”, schreef Ortberg aan zijn personeel, waarna hij aanvulde dat hij zich genoodzaakt voelt de kosten van Boeing te drukken. In het afgelopen kwartaal draaide Boeing een verlies van zo’n 1,3 miljard dollar (ongeveer 1,18 miljard euro).
Ook wordt de lancering van een nieuw toestel, de Boeing 777X, opnieuw uitgesteld. De 777X zou oorspronkelijk in 2020 in gebruik worden genomen, maar het bedrijf had problemen met het ontwerp en de certificering. Toen werd de lanceerdatum al verplaatst naar 2025, maar Ortberg kondigde vrijdag aan dat dit nóg een jaar langer gaat duren.
Stakingen
Het bedrijf, gevestigd in de Verenigde Staten, heeft wereldwijd ongeveer 170.000 werknemers, van wie de meesten werkzaam zijn in fabrieken in Washington en South Carolina. Sinds een maand zijn meer dan dertigduizend fabrieksmedewerkers aan het staken uit onvrede over hun cao.
De werknemers hebben nog altijd geen akkoord bereikt, al had Boeing wel tijdelijke verlofregelingen ingesteld. Die regelingen zullen worden opgeschort vanwege de dreigende ontslagen, zei Ortberg. Afgelopen week is twee dagen op rij onderhandeld, opnieuw zonder resultaat. Het is niet bekend wat het massaontslag voor de cao-onderhandelingen zal betekenen.
Lees ook
Boeing bekent schuld aan misleiding FAA en krijgt een boete van 243,6 miljoen dollar
Nicaragua heeft vrijdag alle diplomatieke betrekkingen verbroken met Israël. Dat meldt persbureau Reuters. Het Midden-Amerikaanse land noemde de Israëlische regering „fascistisch en genocidaal”.
In een verklaring zei de Nicaraguaanse regering dat het de banden verbreekt vanwege de aanvallen van Israël op de Palestijnse gebieden, in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Daarnaast zijn de gevechten zich nu ook uitgebreid naar Libanon en vormt Israël een bedreiging voor Syrië, Jemen en Iran, die laatste een bondgenoot van Nicaragua.
Het besluit van het Midden-Amerikaanse land is voornamelijk symbolisch omdat er vrijwel geen handel plaatsvindt tussen Israël en Nicaragua. Israël heeft ook geen ambassadeur in het land.
In 2010 verbrak de Nicaraguaanse president Daniël Ortega ook al de banden met Israël, maar herstelde deze in 2017 weer.