N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wekelijks stuit Karel Knip in de alledaagse werkelijkheid op raadsels en onbegrijpelijke verschijnselen.
Deze week: het leven aan boord van een tank is gevaarlijk en oncomfortabel.
Wat je altijd al vermoedde blijkt nog waar ook: de chauffeur van een tank kan door zijn eigen tank worden uitgeschakeld. Het risico is klein maar niet verwaarloosbaar. Het werd op het online-platform Quora besproken.
Een tankchauffeur bestuurt zijn tank vanaf een stoel voor in zijn voertuig, min of meer van onder de kanonsloop. Neemt de tank deel aan een gevecht of oefening, dan zit hij veilig onder een gesloten luik. Neemt hij deel aan een parade of wordt de tank alleen maar verplaatst dan kan hij zijn luik openen, zijn stoel omhoog brengen en zijn hoofd naar buiten steken. Dat doet hij graag want dan ziet-ie meer en het is ook frisser. Maar als hij zijn hoofd al te ver naar buiten steekt dan kan hij een klap van de koepel of de loop krijgen. Er zijn voorzieningen om het te voorkomen, maar die worden overruled als groter gevaar dreigt. Of ze werken niet.
Tankbemanningen lopen meer gevaar dan al waarschijnlijk lijkt. Laatst werd een Russische ‘tanker’ door zijn eigen chauffeur overreden. Je moet er niet aan denken wat er gebeurt als een chauffeur binnendoor van zijn cabine naar de koepel klautert als die net in beweging komt.
Een redelijke stoel
Loop je in westerse tanks minder gevaar dan in Russische? Die vraag is actueel nu Oekraïne binnenkort aan de slag gaat met Amerikaanse en Duitse tanks. Hoe gaat het eraan toe in de M1A1 Abrams en de Leopard 2A4? Er zijn tientallen YouTube-video’s die het kunnen laten zien. En die kunnen laten horen dat de turbine van de Abrams veel hoger klinkt dan de turbodiesel van de Leopard.
De tankchauffeur heeft het in zijn vooruitgeschoven positie buiten de draaibare koepel misschien nog het prettigst. Hij zit op een redelijke stoel en heeft een overzichtelijke taak. Zijn drie collega’s ónder de koepel, de lader, de schutter en de commandant, zitten in een gruwelijk kleine ruimte waarin, als de ventilatie hapert, ook nog rook kan staan. De schutter zit praktisch tussen de knieën van de commandant. Beiden zijn tijdens het gevecht in nauwe samenwerking druk met communicatie, observatie, richten en vuren en worden bijgestaan door moderne optiek en elektronica.
Idiote risico’s
De lader niet. Die staat naast het uiteinde van de kanonsloop en moet maar één ding doen: op tijd het juiste type granaat in de loop steken. Is het zover dan trekt hij het projectiel, dat twintig kilo kan wegen, uit het munitierek achter zich, draait een kwart slag, verwijdert en passant een beschermkap, duwt het geval diep de loop in, sluit die af en haalt een hendel over. Het hoeft niet meer dan acht seconden te duren. Er bestaan onwaarschijnlijk veel video’s van en daarop hebben ex-laders altijd weer kritiek. De gefilmde lader is te langzaam, zwenkt niet soepel vanuit de heupen of neemt idiote risico’s. Inderdaad zie je weleens een lader die nagenoeg achter zijn kanon staat terwijl hij weet dat diens zware afsluiter, het breech block, een deel van de terugslag van de loop opvangt en bij elk schot zijn kant op komt. En tegelijk een huls uitwerpt. Het breech block kan armen en ribben breken. In Russische tanks en in de Franse AMX Leclerc is het laden in handen gegeven van een autoloader. Het scheelt niets in snelheid.
Afgezien van directe treffers is het ergste dat de tankbemanning kan overkomen dat de 40 of 50 granaten in het ‘ammorack’ tegelijk ontploffen. Cooking off is de term die gebruikt wordt, het is een explosie die niet door een drukgolf maar door hitte wordt ingeleid. De video’s bekijkend zou je zeggen dat het vaak eerder tot een hels vuur dan tot een echte ontploffing komt. Russische tanks hebben hun munitie zó ongelukkig onder de koepel opgeslagen dat die bij een cook-off wordt weggeworpen. De Challenger heeft het ook. De Abrams, Leopard en Leclerc bewaren de munitie achter de koepel in rekken onder ‘blow off panels’ die drukontlastend werken. Het moet de overlevingskansen van de bemanning vergroten.
De bemanningen zijn voor hun veiligheid natuurlijk in de eerste plaats aangewezen op de extreem zware bepantsering van hun voertuigen, die van het tankfront kan wel 70 cm dik kan zijn. Dit heeft ook nadelen: de Abrams en de Leopard wegen zo’n 60 ton, de Russische T-72 maar 47 ton. Daardoor zouden westerse tanks wel eens meer moeite kunnen hebben met de Oekraïense zwarte aarde dan de Russische. Alweer is het YouTube dat laat zien hoe een Abrams muurvast kan komen te zitten in de modder. Rupsbanden blijken net zo goed te slippen als autobanden.
Draagkracht van bruggen
Ten slotte is het maar te hopen dat de Oekraïeners voldoende zicht hebben op de draagkracht van hun bruggen. Lang niet alle bruggen zijn bestand tegen het gewicht van een Abrams, zéker niet als die op een speciale dieplader (een tankcarrier) vervoerd wordt, die kan het totaalgewicht op bijna 140 ton brengen.
Dat was de ontdekking van de afgelopen week: hoeveel zorgen de Amerikaanse landmacht altijd heeft over de conditie van de bruggen in het gebied waar haar tanks worden ingezet. Er zijn gedetailleerde handleidingen opgesteld om experts bij te staan in hun draagkracht-schattingen. Een betrouwbare berekening aan de hand van tests en metingen kost twee tot zes mensuren. Stalen bruggen worden snel doorzien, bruggen van gewapend beton niet omdat je niet weet waar de wapening ligt. Aan gemetselde bruggen wordt misschien niet eens begonnen: veel Amsterdamse bruggen kunnen hoogstens 30 ton aan, de bruggen over het Twentekanaal staan op 38 ton. Ook een manier om je tegen een invasie te beschermen.