Het is me wat met de wereld. Overal oorlog en ellende, iedereen wil alsmaar meer, en het klimaat stónd al op ontploffen.
Entrez de saaie man. De saaie man doet hier niet aan mee. Dat komt omdat de saaie man bijna nergens aan mee doet. Hij is wars van trends en dingen waar je bij moet zijn. Het liefst doet hij een dutje of is hij bezig met zijn hobby. Zoals stickers verzamelen of kijken gras groeit, maar het kan ook wilder, zoals bruine toeristenborden volgen of gaten in de weg opleuken met badeendjes.
De saaie man schaamt zich niet voor zijn saaiheid. Sterker, 1,3 miljoen saaie mannen hebben zich verzameld in twee exploderende Dull Men’s Clubs op Facebook, sommigen van hen vrouwen. Een voorstel van de mannen om dan ‘Dull Person’s Club’ te heten werd bij beide clubs door de vrouwen afgewezen – het hééft wat, saaie man zijn.
Pudding eten, geestig posten
Zomaar een post: „Gisteren aten de vrouw en ik met een paar kinderen bij de lokale pub. Er was een robot-bediende. We bespraken kort hoe alles verandert. Ik nam de burger met friet en pudding toe. Ik heb mijn pudding helemaal opgegeten, en ook wat van de pudding van alle anderen.” Of de saaie man echt saai is, valt nog te bezien. Hij doet op Facebook in elk geval zijn of haar best om zo origineel en geestig te mogelijk zijn: het losse pizzastuk uit de afbeelding op de doos knippen om („Mijn vermoeden was juist!”) te ontdekken dat het niet past in de rest van de pizzafoto, een post over een „heel erg saaie rij”, maar dan wel bij de supersnelle bullet train in Kawasaki, of een foto waar de vrouwtjesspin wegens ‘cameraschuwheid’ ontbreekt, maar „verder een leuk stel, kennelijk web-designers”. De grootste club heeft inmiddels rond de miljoen leden en veertien moderators die de dagelijkse tsunami aan posts streng modereren: de inhoud moet origineel zijn, vragen niet te googlen en, niet te vergeten, elke poll moet de antwoord-optie „Africa, by Toto” hebben. De toon is altijd beleefd en gemoedelijk – een digitale schuilplaats voor de haat op internet.
Digitaal toevluchtsoord
Achter de oudste club – kwart miljoen leden – zit de Amerikaan Grover Click, alias van de gepensioneerde advocaat Lee ‘Loophole’ Carlson. Hij woonde in de jaren tachtig in New York, en richtte met de Dull Men’s Club een toevluchtsoord op die geen behoefte hadden aan de hippe, actieve clubs en de glamour van New York . „Mijn vrienden en ik deden liever dingen als op parkbankjes zitten of rondbellen of de weersvoorspellingen waren uitgekomen. We kennen geen ‘more-itis: we rijden Ford in plaats van Caddillac en vliegen bij voorkeur Economy: we vinden het eten daar beter.” Click’s club is breder dan Facebook. Er zijn lokale clubs en events, en op de ‘oldschool’ website vind je ‘safe excitement’, zoals het virtuele kotszakjesmuseum, de Dull Person of the Year-verkiezing en kun je een saaiheidscertificaat bestellen of de jaarkalender met ‘quirky passions’. Zoals (echt) kijken hoe verf droogt, wielrenshirts verzamelen of mutsen breien voor brievenbussen. De hobby is voor Click de hoeksteen van de saaie man: „ geluk is het bijproduct is van opgaan in je hobby, weg van de ellende en politiek.” Saillant detail: Click had in de jaren zestig ooit college van Viktor Frankl, de psychiater die een concentratiekamp overleefde en een methode ontwikkelde over het vinden van de zin van het leven onder alle omstandigheden. Alan Cambre, oprichter van de jongere club, gelooft net als Click dat de groeiende populariteit van de saaie man te verklaren is door de toenemende ellende in de wereld. Zowel jongere als oudere zijn leden (‘dullsters’) hebben behoefte aan een vriendelijk, saai toevluchtsoord. Wereldheerschappij van de saaie man, met zijn gebrek aan als maar meer willen, zou ons in principe kunnen redden en het klimaat ook. Maar de club is geen beweging, aldus de site. „We zijn saai,” aldus Click: „En dat houden we zo.”