Een democratie moet zich terdege kunnen verweren

Partijpolitiek Democratie is weerbaar maar broos: een partijverbod moet mogelijk zijn, meent .



Foto BART MAAT / ANP

Om maar met de deur in huis te vallen: het is terecht dat de Nederlandse overheid straks eindelijk politieke partijen kan verbieden. Ja, de nieuwe Wet op de politieke partijen is een paardenmiddel en moet niet licht ingezet worden. Ja, het is goed om te waken voor een al te verreikende overheid. Dat betekent niet dat van een rechtsstatelijk proces een karikatuur gemaakt hoeft te worden, als ware het zo dat het kabinet met deze wet in de hand lukraak partijen kan en zal gaan verbieden.

Dat is wat Matthijs Tieleman in NRC (9/1) betoogt. Hij stelt dat de nieuwe wetgeving om antidemocratische partijen te kunnen verbieden zelf antidemocratisch is. Met antidemocraten moet je in gesprek gaan en je moet ze verslaan met woorden, luidt zijn conclusie. Het klinkt nobel, maar verhult een ernstig gebrek aan realiteitszin en aan historische kennis.

Het wetsvoorstel, de Wet op de politieke partijen, dat meer behelst dan de mogelijkheid partijen te verbieden, is het gevolg van een hevige maatschappelijke discussie. Dat deze discussie zich in de politieke arena voortzet valt enkel toe te juichen: eindelijk lijkt de politiek te luisteren naar bezorgde burgers die met lede ogen aanzagen hoe democratische, en ja, soms ook rechtsstatelijke normen met de voeten getreden werden.

Staatsrecht

Vorig jaar verklaarde minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken, CDA) terecht dat er al jaren op een dergelijke wet wordt aangedrongen. Iedereen kan overigens online meepraten over het voorstel.


Lees ook: Verbied geen partijen maar bestrijd elkaar met het woord

Naast de maatschappelijke discussie, die met het wetsvoorstel niet ten einde is, is er een staatsrechtelijke component waar Tieleman eenvoudig overheen stapt. Over het wetsvoorstel zal, om te beginnen, de Raad van State een advies uitbrengen. Hoewel de RvS in deze adviserende rol genegeerd kan worden, wordt het advies als onderdeel van de totstandkoming van de wet bij een eventuele rechtszaak door de rechter geïnterpreteerd. De RvS in deze fase negeren komt voor eigen risico. Daarna zal de Tweede Kamer debatteren en stemmen over het voorstel. Het ligt in de lijn der verwachting dat het voorstel dat overleeft omdat het gesteund wordt door de coalitie, maar er is wel ruimte om het aan te scherpen.

Vervolgens buigt de Eerste Kamer zich over het voorstel. Sinds 1945 zijn 77 wetsvoorstellen afgewezen, in mei van afgelopen jaar sneuvelde de Goedkeuringswet vijfde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19 nog – ondanks steun van de coalitie. Als de Eerste Kamer akkoord geeft zal de regering de wet goedkeuren.

Met de wet in de hand wordt een Autoriteit Wet op de politieke partijen opgericht. Deze moet toezien op het naleven van de wet. In de praktijk stelt dit orgaan in het uiterste geval, zoals gestipuleerd in artikel 84 van het voorstel, het Openbaar Ministerie in kennis van mogelijke strafbare feiten. Het is aan het OM om te bepalen of er grond is voor vervolging. Artikel 86 biedt hier aanknopingspunten: „Een politieke partij wordt door de Hoge Raad op verzoek van de procureur-generaal bij de Hoge Raad verboden verklaard en ontbonden indien de partij door haar doelstelling of werkzaamheden een daadwerkelijke en ernstige bedreiging vormt voor een of meer grondbeginselen van de democratische rechtsstaat.”

Er is een veelvoud aan filters die belemmeren dat de overheid doldriest partijen gaat verbieden

Het is aan de rechter om te oordelen of de aantijging hout snijdt. Als dat het geval is kan er geprocedeerd worden tot aan de Hoge Raad, die in het uiterste geval kan oordelen dat een partij verboden moet worden. De hoogste rechter kan evenwel ook oordelen dat een verbod op basis van de voorgestelde wet onwerkbaar is. Het zou een gevoelige nederlaag voor het kabinet zijn, maar niet ondenkbaar. Daarna kan een partij naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stappen.

George Orwell 1984

Er is kortom, zowel binnen als buiten de politiek, een veelvoud aan filters en vertragende factoren die belemmeren dat een al te enthousiaste overheid doldriest partijen gaat verbieden. Dat is maar goed ook, want we willen inderdaad niet in een episode van Orwells roman 1984 belanden.


Lees ook het interview van Folkert Jensma met Bastiaan Rijpkema: Hoe ver mag een democratie gaan om zich te beschermen tegen zelfvernietiging?

Maar er moet wel iets gebeuren. De afgelopen eeuw wees uit dat democratie weerbaar maar broos is. De idee dat een ‘marktplaats van ideeën’ zelfregulerend is, is hopeloos naïef gebleken. Antidemocratische sentimenten laten zich niet enkel met woorden bestrijden en ontsnappen geregeld uit de zorgvuldig door hun liberale tegenhangers afgebakende kooien waarbinnen zij bevochten horen te worden.

Zij bestaan niet in een vacuüm maar sijpelen door in de reële levens van mensen, met onvoorspelbare en uiteindelijk gevaarlijke gevolgen. De gebeurtenissen van 6 januari 2021 bij het Amerikaanse Capitool en deze week in Brazilië tonen dit eens te meer. Tegenover Tielemans referentie aan George Orwell kan daarom net zo goed Karl Poppers tolerantieparadox geplaatst worden: onbeperkte tolerantie leidt tot het verdwijnen van tolerantie. Met antidemocraten is het slecht discussiëren.