
Het oordeel van Duitse economen en commentatoren over de afspraken over importheffingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten klinkt redelijk unaniem: een nederlaag.
Clemens Fuest, hoofd van economisch onderzoeksinstituut Ifo, noemde de deal op LinkedIn een „vernedering voor de EU”. De Süddeutsche Zeitung repte van een „ontmoeting [tussen de Amerikaanse president Donald Trump en Commissievoorzitter Ursula von der Leyen] die de geschiedenis in zal gaan als de vernedering van Europa”.
De stemming is dus aan de sombere kant, temeer omdat deze week ook bekend werd dat de Duitse economie het voorbije kwartaal met 0,1 procent kromp. Tegelijkertijd heerst een zekere gelatenheid: de vernedering heeft de EU aan zichzelf te danken, klinkt het. Zo schrijft Fuest: „Wie economisch achterop ligt en de veiligheid van zijn burgers niet zonder de VS kan waarborgen, kan zich over [de uitkomst] niet verbazen.” De Frankfurter Allgemeine Zeitung noemt de EU in een commentaar „een politieke dwerg”.
Minder groei
Nu moet blijken hoezeer Duitsland, economisch toch een reus, zal lijden onder de deal. Kanselier Friedrich Merz (CDU) voorziet „serieuze schade” voor de Duitse economie. Tegelijkertijd meent ook hij dat een betere deal „niet haalbaar” was geweest. Zonder het akkoord waren de importheffingen per 1 augustus 30 procent geweest; nu blijven de heffingen beperkt tot 15 procent, de helft.
Volgens een eerste raming van het Instituut voor mondiale economie in Kiel (IfW) leidt de importheffing van 15 procent tot 0,15 procentpunt minder groei voor de Duitse economie. Veel economen stellen dat een dergelijke krimp op te vangen moet zijn. Maar dat is de theorie. Veel aspecten van de deal zijn nog onduidelijk, zoals de uiteindelijke importheffing op staal en aluminium. Vooralsnog is dat tarief op 50 procent; volgens Von der Leyen wordt nog over dat percentage onderhandeld. Ook bestaat onduidelijkheid over de importheffingen voor de farmaceutische industrie, eveneens belangrijk voor Duitsland.
Het negatieve effect van de heffingen zal per sector sterk verschillen. Christoph Ahlhaus, hoofd bij mkb-belangenclub BVMW, zei tegen tabloid Bild dat hij een „tsunami van faillissementen” in zijn sector voorziet. Het akkoord noemt hij een „capitulatie”.
Autobranche
De auto-industrie is één van de belangrijkste bedrijfstakken in Duitsland, en ze is zeer afhankelijk van de export naar China en de VS. De Amerikanen importeren per jaar zo’n 400.000 Duitse auto’s. Voor het begin van Trumps handelsstrijd gold daarbij een importheffing van 2,5 procent, nu is dat zes keer zoveel.
Vóór, maar ook na het sluiten van de deal uitten diverse EU-lidstaten kritiek op Duitsland omdat het een aparte regeling voor zijn auto’s probeerde te treffen. Politici, onder wie kanselier Merz, en vertegenwoordigers van de autobranche voerden daartoe bilaterale gesprekken met de regering-Trump. Daarmee ondermijnden ze volgens de critici de onderhandelingspositie van de Europese Commissie.
Bovendien boekten Merz en – onder anderen – Volkswagen- en Porsche-topman Oliver Blume dus geen succes. Blume hoopte met beloftes van investeringen in de VS het Witte Huis te paaien. Nu zal Volkswagen waarschijnlijk toch ook een deel van de productie naar de VS moeten verplaatsen om de heffing te ontlopen, en zullen daarvoor mogelijk fabrieken in Duitsland sluiten. Mercedes-Benz verlaagde zijn winstmargeverwachting voor dit jaar met 2 procentpunt naar 4 à 6 procent. Porsche rekent op 5 à 7 procent, een min van 1,5 procentpunt.
Tegelijk daalt het Europese importtarief voor in Amerika gemaakte auto’s naar 0 procent. Dat maakt het voor Europese fabrikanten als Volkswagen dan weer iets aantrekkelijker om auto’s in de VS te bouwen en die naar Europa te verschepen. Van de concurrentie van ‘echte’ Amerikaanse auto’s hebben de Europese producten op hun lokale markt niet veel te vrezen.
Als belangrijkste winst van de deal met Trump c.s. noemde de regering-Merz de „zekerheid” die bedrijven nu hebben. Bij verslechterde winstvooruitzichten en dreigend verlies aan afzet lijkt dat een nogal optimistische inschatting.
