Driekwart Nederlandse topsporters heeft mentale problemen

Bijna driekwart van de Nederlandse topsporters ervaart psychische klachten. Dat blijkt uit een enquête van het Amsterdam UMC en sportkoepel NOC*NSF. Blessures en tegenvallende prestaties kunnen leiden tot onder meer angsten, slaapproblemen of alcoholgebruik.

Het percentage is hoger dan een eerder onderzoek onder Nederlandse topsporters liet zien. Maar de bevindingen liggen in lijn met percentages bij topsporters in andere landen én in de algemene bevolking, zegt Vincent Gouttebarge, buitengewoon hoogleraar sportgeneeskunde. „Topsporters zijn net mensen.” Doordat de opzet van het nieuwe onderzoek anders is, concludeert Gouttebarge niet dat mentale klachten toenemen.

De uitkomsten bevestigen volgens de sportonderzoeker vooral dat stress onlosmakelijk verbonden is met topsport. En net als andere mensen kunnen sporters ook psychisch lijden onder tegenslagen in hun persoonlijk leven, zoals geldzorgen of verlies van een dierbare. Overspanning komt het meest voor, maar ook alcoholgebruik, slecht slapen, depressie, en verstoord eetgedrag werden aangevinkt.

Zelfgerapporteerde klachten

Van de achthonderd topsporters die de onderzoekers benaderden, uit uiteenlopende disciplines, vulden 156 kandidaten (55 procent vrouw) de vragenlijsten in. Het kan dus zijn dat vooral sporters met psychische klachten meededen. Het gaat bovendien om zelfgerapporteerde klachten, niet om diagnoses van een arts. Dat 73 procent van de topsporters klachten heeft, kan dus zowel een onderschatting als een overschatting zijn van de mentale problemen in de topsport.

Nieuw is dat in dit onderzoek, gepubliceerd in BMJ Open Sport & Exercise Medicine, ook 95 coaches zijn ondervraagd. „Er is veel aandacht voor sporters, maar coaches worden ook blootgesteld aan hoge druk. En hoe kun je een goed aanspreekpunt zijn voor sporters als je zelf onvoldoende weerbaar bent?”

Coaches gaven minder vaak aan dat ze mentale problemen hadden: 41 procent. Wel duikt in hun rapportages ‘ongunstig alcoholgebruik’ net zo vaak op als bij topsporters (iets meer dan 50 procent). Overigens is ‘gebruik’ volgens Gouttebarge niet synoniem aan ‘misbruik’. De ondervraagden gaven het aantal drankjes op, niet of ze hun alcoholconsumptie als problematisch zagen. „Sporters zijn vaak lang van huis, verblijven vaak in hotels. Twee fluitjes in de hotelbar is nog geen alcoholisme. Maar alcohol kan prestaties wel negatief beïnvloeden.”

FC Volendam

Nederland is toonaangevend in de mentale gezondheidszorg voor topsporters, zegt Gouttebarge. „Maar het kan nog beter, bijvoorbeeld met betere screeningsprogramma’s, zoals die er al wel zijn voor bijvoorbeeld hart- en spiergezondheid. Om klachten vroeg te identificeren en sporters goed te ondersteunen.”

Zelf was Gouttebarge (1975) profvoetballer, onder meer bij FC Volendam. Zijn knieblessures waren in potentie een recept voor psychische klachten, in een tijd dat er veel minder aandacht was voor mentale gezondheid. „Maar ik verkeerde in een ondersteunende omgeving en had met mijn academische werk altijd een doel naast het voetbal. Het werkt preventief als je identiteit niet alleen aan de sport hangt.”