Drie topjudoka’s geschorst na overtreden whereabouts-dopingregels, hoe kan dit?

Topjudoka’s Frank de Wit, Michael Korrel en Noël van ’t End mogen maandenlang hun sport niet beoefenen. Ze hebben een schikking getroffen met de Nederlandse Dopingautoriteit vanwege administratieve fouten. Dat nieuws werd zondagavond opgepikt door De Telegraaf en de NOS, nadat de internationale judobond IJF de drie topsporters van de wereldranglijsten had verwijderd. De schorsingen lopen op van 20 tot 24 maanden.

1 Om wat voor fouten gaat het?

Om zogeheten whereabouts-fouten. Topsporters zijn verplicht per kwartaal op te geven welk uur van de dag ze beschikbaar zijn voor dopingcontroles. Wie dat niet goed doet, riskeert een whereabouts-fout. Gebeurt dat in een periode van twaalf maanden drie keer, dan riskeert de sporter een schorsing.

Een whereabouts-fout kan op twee manieren plaatsvinden. Als een sporter „niet vindbaar en beschikbaar” is op de vooraf aangegeven tijd, of als de gegevens niet op tijd of correct zijn doorgegeven.

Alle drie de judoka’s zijn bestraft vanwege drie van deze whereabouts-fouten. Het is dus niet zo dat Van ’t End, De Wit of Korrel op het gebruik van doping zijn betrapt.

De zaak speelt al langere tijd: de overtredingen werden in (en deels net voor) 2022 vastgesteld, maar alleen bij Van ’t End was bekend dat hem een straf boven het hoofd hing. Vanwege zijn gang naar de bestuursrechter kwam zijn zaak vorig jaar in de openbaarheid.

Dat ook Korrel en De Wit in hetzelfde schuitje zaten, werd zondagavond pas bekend.

De strafmaat is niet helemaal gelijk. Noël van ’t End heeft de kortste straf gekregen: 20 maanden. Hij heeft argumenten aangedragen waardoor de „mate van schuld” minder hoog was, zegt voorzitter Vincent Egbers van de Nederlandse Dopingautoriteit. Inhoudelijk kan hij er verder niets over kwijt, aldus Egbers. Frank de Wit en Michael Korrel kregen allebei een straf van 24 maanden opgelegd.

De straffen zijn overigens nog niet definitief: dat is pas het geval als de internationale dopingautoriteit WADA instemt. Ook de internationale judobond, die dus al wel maatregelen heeft genomen, kan nog bezwaar maken.

2 Hoe uitzonderlijk is dit?

Het gebeurt bijna nooit dat een Nederlandse sporter drie whereabouts-fouten maakt. In 2022 waren deze zaken de enige van dat jaar, blijkt uit het jaarverslag van de Nederlandse dopingautoriteit. Vorig jaar was er maar één geval.

Het roept de vraag op waarom het dan uitgerekend drie judoka’s zijn die de fout in zijn gegaan. Advocaat Michiel van Dijk, die de drie sporters bijstaat, wijst naar de Nederlandse judobond, waar het volgens hem „een zooitje” was. Een sporter heeft „een eigen verantwoordelijkheid”, maar het is gewenst dat een sportbond ook helpt fouten te voorkomen, vindt Van Dijk. Als voorbeeld haalt hij een situatie aan van Van ’t End die na een blessure op het laatste moment mee kon naar een toernooi in het buitenland, waarna hij een whereabouts-fout opliep. „In de euforie is het prettig als de bond dan ook zegt: denk aan je whereabouts.” Volgens Van Dijk is dat niet gebeurd. „Er was geen regie op dit soort situaties.”

Een woordvoerder van de judobond laat weten op dit moment niet inhoudelijk te kunnen reageren.

De schorsing is het zoveelste slechte nieuws voor het Nederlandse topjudo. Afgelopen zomer keerde de Nederlandse ploeg met lege handen terug uit Parijs. Daarop vertrokken de directeur topsport en, in etappes, alle vier de bondscoaches. Oud-judoka Guillaume Elmont, die in mei als de nieuwe directeur topsport begon, moet het Nederlandse judo weer aan olympische medailles helpen.

3 De overtredingen zijn van 2022. Waarom wordt nu pas een straf opgelegd?

Het duurt sowieso een tijd voordat een schorsing wordt doorgevoerd. Sporters hebben de mogelijkheid om in bezwaar en beroep te gaan tegen individuele whereabouts-overtredingen. Daarnaast stapte Van ’t End naar de bestuursrechter, omdat hij wilde dat de bestuursrechter en niet de tuchtrechter (het Instituut Sportrechtspraak, ISR) zich zou buigen over zijn zaak. De rechter stelde hem in februari in het ongelijk. Ook dat is een tijdrovend proces geweest.

4 Wat betekent dit voor De Wit, Korrel en Van ’t End?

De schorsingen voor de drie judoka’s zijn door Nederlandse Dopingautoriteit deels in het verleden opgelegd. De drie hebben een deel van hun straf er dus al op zitten.

Zij mogen de komende maanden niet judoën. Van ’t End, die met twintig maanden een kortere straf kreeg dan de andere twee judoka’s, mag dit jaar weer de mat op: zijn straf loopt tot 1 september. Frank de Wit (1 januari) en Michael Korrel (1 maart) moeten wachten tot 2026.

Onvermijdelijk is dat ze bij terugkeer gekelderd zijn op de wereldranglijst. Enerzijds omdat ze de komende tijd toernooien (en daarmee punten voor de wereldranglijst) mislopen, anderzijds omdat sommige al behaalde resultaten worden weggestreept, aangezien een deel van hun straf met terugwerkende kracht werd opgelegd. Een lage positie op de wereldranglijst is ongunstig: het vergroot onder meer de kans om meteen aan het begin van toernooien een heel sterke tegenstander te treffen.

Daarmee zit de Nederlandse ploeg nog een hele periode zonder drie topjudoka’s. Met name Korrel beleefde de afgelopen jaren succes in zijn gewichtsklasse (tot 100 kilogram), met onder meer EK- en WK-medailles.

Voor het komende WK, in juni in Boedapest, is hun afwezigheid geen gemis. Vanwege blessures waren de judoka’s toevalligerwijs alle drie al niet opgenomen in de selectie.