Het is een ijkpunt in elke campagne: de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s van het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving. Deze woensdagochtend presenteerden de rekenmeesters van de twee planbureaus hun bevindingen.
Beloftes over extra geld of juist bezuinigingen (bij het CPB) en klimaat (bij het PBL) worden in de doorrekening concreet gemaakt. Voor politieke partijen levert het rekenwerk ondertussen volop munitie om het eigen partijprogramma aan te prijzen en de ander aan te vallen.
De afgelopen weken gingen medewerkers van het Centraal Planbureau in gesprek met de financieel specialisten van de deelnemende politieke partijen om de gevolgen van hun verkiezingsprogramma’s in kaart te brengen. Het CPB berekent bovendien wat deze plannen voor consequenties hebben voor zaken als armoede, koopkracht en staatsschuld. Het PBL berekent de gevolgen van de programma’s voor het klimaat.
Een totaalbeeld van het politieke landschap is dit jaar moeilijker te vormen, omdat een groot aantal partijen is afgehaakt. De PVV, SP, de Partij voor de Dieren, BBB, Denk, Bij1 en NSC zijn kritisch over de ‘modellenwerkelijkheid’ van het CPB en leverden hun plannen niet in.
Snijden in fondsen
Toch valt op basis van de partijen die wél meedoen – VVD, D66, GroenLinks-PvdA, CDA, ChristenUnie, Volt, JA21 en SGP – al voorzichtig een aantal conclusies te trekken. Zo wordt er flink gesnoeid in de fondsen die de vorige kabinetten-Rutte introduceerden.
Vooral het Nationaal Groeifonds, bedoeld om innovatie met miljarden te stimuleren, moet het ontgelden: VVD, GroenLinks-PvdA, CDA, ChristenUnie, JA21 en SGP schrappen het fonds helemaal of snijden er fors in. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen trok dat fonds al de aandacht, toen bleek dat de VVD er een greep uit wilde doen om er een accijnsverlaging mee te betalen.
Bij veel partijen gaan ook de klimaat- en stikstoffondsen op de schop. GroenLinks-PvdA, JA21 en de SGP schrappen deels in het Klimaatfonds, al kiezen ze daarbij een heel andere aanpak. GroenLinks-PvdA wil vooral af van subsidies voor kernenergie en zet er andere vergroeningsmaatregelen tegenover. JA21 schaft juist het hele Klimaatfonds af, met uitzondering van kernenergie. Overigens bepleit ook NSC, dat niets liet doorrekenen, het schrappen van alle fondsen.
Overheidstekort
Bij alle partijen komt de overheid ook in 2028 nog uit op een overheidstekort, al loopt dat bij de meeste partijen iets terug ten opzichte van nu. Doordat de economie in de voorspellingen van het CPB blijft doorgroeien, neemt de staatsschuld in veel gevallen desondanks af.
Ook opvallend: de VVD zet een streep door alle ontwikkelingssamenwerking, met uitzondering van noodhulp. Daarmee bespaart de VVD ongeveer 5 miljard. In het verkiezingsprogramma klonk dat nog anders: daarin wil de VVD enkel „ontwikkelingsrelaties met derde landen onder een vergrootglas houden en indien nodig afbouwen” en „stoppen met goed bedoelde maar weinig effectieve projecten”.
Van de partijen die het programma ook lieten doorrekenen door het PBL, valt op dat ze er allemaal een schepje bovenop doen in het klimaat- en stikstofbeleid van het gevallen kabinet. Maar vijf partijen lieten hun plannen doorrekenen door de klimaatdeskundigen van het PBL: VVD, Groenlinks-PvdA, D66, ChristenUnie en Volt. Anders dan in 2021 deed het CDA niet mee, volgens de partij door een gebrek aan mankracht.
Bij de VVD krimpt de uitstoot van broeikasgas CO2 het minst, bij D66, Groenlinks-PvdA en Volt het meest. De ChristenUnie zit er tussen in. Hetzelfde patroon is te zien bij de stikstofmaatregelen die partijen nemen. Bij de VVD krimpt de veestapel het minst, met ongeveer 10 procent, bij D66, Groenlinks-PvdA en Volt het meest met 30 tot 35 procent. Opnieuw zit de ChristenUnie er tussenin met 20 procent. De partij van Pieter Omtzigt deed ook niet mee aan deze doorrekening, maar denkt overigens ook dat de veestapel zal moeten krimpen.
Lees ook
De liefde voor het doorekenen is bekoeld