Soedan dreigt in handen te vallen van de moorddadige militie de Rapid Support Forces. De RSF van leider Mohamed Hamdan Dagalo, ook bekend als Hemedti, vielen in het weekend de strategische stad Wad Madani in het zuidoosten aan. Ze verdreven de regeringstroepen uit hun kazerne en drongen door tot in het stadscentrum. Dit is de eerste keer dat het RSF zo ver in het oosten opereren, een gebied dat tot nu toe stevig onder controle was van president Abdel Fattah al-Burhan. Opnieuw hebben deze week de Soedanese regeringsstrijdkrachten van Burhan een groot verlies geleden. „Deze nederlaag lijkt het begin van het einde voor de regeringsstrijdkrachten”, zegt het hoofd van een onafhankelijk Soedanees radiostation, die anoniem wil blijven.
Lees ook
Paramilitairen RSF boeken zege na zege: Soedan steeds meer in tweeën gesplitst
Lees ook
‘Slaven, rot op’, riepen de RSF-soldaten tegen de Masalit-stamleden
Geen enkele overwinning
Het regeringsleger heeft sinds het uitbreken van de oorlog in april geen enkele overwinning op zijn naam kunnen schrijven. Het heeft nog slechts een klein deel van de hoofdstad Khartoem en het nabijgelegen Omdurman in handen; de RSF hebben zich daar in gegraven in woonwijken, die regelmatig worden bestookt door regeringsvliegtuigen. Daarbij wordt veel menselijk lijden onder de achtergebleven burgers aangericht, maar geen militair gewin behaald. In het westen hebben de RSF al stedelijke gebieden veroverd, zonder dat het regeringsleger tegenstand bood. Meestal sloeg het op de vlucht. Alleen de belangrijkste westelijke stad Fashir is nog in regeringshanden.
„De Soedanezen zien nu dat hun land geen noemenswaardig nationaal leger meer heeft”, zegt de radiodirecteur. „Onder de heerschappij van de in 2019 afgezette president Bashir werd het leger een onderneming: de kansen om rijk te worden voor vooral aanhangers van het moslimfundamentalisme namen toe en de wil om te vechten nam af.”
Binnen de kazernes werden bedrijven opgezet en generaals verrijkten zich met in- en exportvergunningen. Zo zetten de fundamentalisten een parallelle economie op; volgens de toenmalige burgerpremier Abdalla Hamdok was 80 procent van de economie onder Bashir in handen van het leger gekomen. Deze fundamentalisten, onder wie enkelen zijn aangeklaagd door het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag, kochten de afgelopen maanden wapens voor Burhan en trainden nieuwe rekruten. Maar zonder resultaat.
Moordpartijen
In Wad Madani vreesden de 700.000 inwoners de komst van de RSF. Velen waren al eerder voor de terreur van de paramilitaire eenheid Khartoem en Darfur ontvlucht. „Er valt nu nergens meer naar toe te vluchten”, zegt Aliadin, een ingenieur die in mei de hoofdstad verliet met zijn familie naar Wad Madani. „Ook andere steden in het oosten zullen vallen.” De eerste berichten uit Wad Madani spreken van plunderingen en wraaknemingen. Onder het vertrekkende regeringsleger werden Darfuri vermoord, daarna kwamen er berichten van moordpartijen door de RSF op aanhangers van het regeringsleger.
Duizenden zijn de stad wel ontvlucht, evenals buitenlandse hulporganisaties die vanuit de stad opereerden. De stad fungeerde als knooppunt voor hulp aan de achtergebleven burgers in Khartoem. Onlangs werden er nog tientallen weesbaby’s naar toe geëvacueerd omdat ze in Khartoem niet meer veilig waren, nu roepen medici om hulp voor een volgende evacuatie. Zeven miljoen Soedanezen zijn al ontheemd geraakt.
Het grote probleem met de RSF-strijders is hun bloedige imago. De paramilitaire eenheid voerde volgens talloze ooggetuigen grootschalige etnische zuiveringen in Darfur uit, met als doelwit Darfuri van Afrikaanse afkomst. Vele maar niet alle Arabische, of gearabiseerde Darfuri steunen de RSF. Er bestaat echter geen nationale steun voor de groep. Ook heeft de RSF geen enkele bestuurservaring, waardoor een mogelijke landelijke overwinning van de groep de Soedanezen nachtmerries bezorgt.
Leeslijst