Ze behoren tot de roofdieren maar eten alleen bamboe – reuzenpanda’s stellen biologen voor een raadsel. Chinese wetenschappers komen in Frontiers in veterinary science met een mogelijke verklaring: micro-rna. Die kleine moleculen regelen welke genen actief zijn in een cel en zouden via de bamboeplant het pandalijf binnenkomen en de voedselvoorkeur van de soort beïnvloeden.
Binnen de berenfamilie vormt de reuzenpanda (Ailuropoda melanoleuca) een buitenbeentje. Niet al z’n verwanten zijn zulke uitgesproken vleeseters als de ijsbeer, maar vaak staan er bij die andere beren ook zoogdieren of insecten op het menu. Het pandadieet daarentegen bestaat voor 99 procent uit bamboe, soms 30 kilo per dag; de grootste variatie zit ’m in verschillende bamboesoorten per seizoen. Heel zelden eet hij een andere plant of een knaagdier. Toch heeft de panda een maag-darmstelsel dat is gericht op vleesvertering.
De Chinese biologen denken nu dus dat micro-rna een rol speelt. Ze identificeerden 57 varianten in het bloed van panda’s, die onder meer hun smaak zouden beïnvloeden en zo ‘bamboelust’ zouden opwekken. Maar aan de resultaten kunnen geen harde conclusies worden verbonden, zegt Michiel Pegtel, micro-rna-onderzoeker bij Amsterdam UMC. „We weten bijvoorbeeld nog niet of planten-micro-rna echt iets doet in een dierenlijf. Voorlopig is dit een leuke hypothese, meer niet.”
Mensen kunnen een gesprek voeren op een druk feestje of in een kantoortuin, al het andere gepraat uitfilteren als irrelevant, en het tóch opmerken als elders hun naam valt. Het cocktail party effect noemen psychologen dat sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw (dat was voordat kantoortuinen aan hun opmars begonnen). Het fenomeen is natuurlijk niet aan feesten of kantoren gebonden. Zelfs baby’s herkennen hun eigen naam tussen verder irrelevant gekeuvel.
En, laten Britse en Franse onderzoekers nu zien, honden kunnen dat ook! In het wetenschappelijke tijdschrift Animal Cognitionbeschrijven onderzoekers hoe ze tientallen honden van diverse rassen (en ook zonder ras) vier geluidsopnames lieten horen van hun baas, die achter de luidspreker in de onderzoeksruimte zat maar niet naar de hond keek. De baas las op die opnames een tekst voor over de pot goud aan het eind van de regenboog en zei in twee van de opnames de naam van de hond en „kom dan”. Ook had de baas twee opnames in ‘hondgerichte spraak’ ingesproken (extra hoog en duidelijk) en twee in een mensgerichte stem. Honden keken het vaakst naar hun baas als die hun naam zei en hondgerichte spraak gebruikte en véruit het minst vaak als de baas mensgericht sprak zonder de hond bij naam te nomen. Maar ook in mensgerichte spraak trok de naam van de hond diens aandacht.
Kan de regering van Donald Trump de rechter negeren? In de zaak van de uitgezette Kilmar Armando Abrego Garcia draait het precies om die vraag. Redacteur Bas Blokker constateert dat de Amerikaanse rechtsstaat zwaar onder druk staat. En dat Trump tot nu toe zo ver kan gaan als hij zelf wil.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Ook zonder inmenging van Trump wordt de Navo ondergraven. Het bedreigde gebouw ligt op de Waalsdorpervlakte net buiten Den Haag en vormt het communicatietechnologisch hart van het bondgenootschap. De hoge zwarte hekken zijn getooid met prikkeldraad, bij de ingang staan camera’s en bewakers. Desondanks wordt het gebouw aan drie kanten omsingeld door soldaten.
De naam van de vijand? Lasius neglectus. Alias: de plaagmier. Afgelopen najaar kwam de soort in het nieuws toen bleek dat die in het Haagse duingebied een superkolonie heeft gevormd: een samenklontering van nesten die uit miljoenen werksters kan bestaan. Het epicentrum bevindt zich nét buiten het Navo-grondgebied. Daar hebben ze vooralsnog geluk. Het nieuwe gebouw is recent opgeleverd en de roodbruine mieren zijn er nog niet binnengedrongen – „nooit gezien”, zegt een beveiliger. Maar net buiten het hek verraden zandhoopjes tussen de stoeptegels de aanwezigheid van een ondergrondse supermacht.
Dat het ook erger kan, weten ze in het aangrenzende TNO-gebouw. Daar, op de defensieafdeling van het onderzoeksinstituut, voeren ze al jaren een verloren strijd tegen Lasius neglectus. Koffiemachines zijn onbruikbaar geworden, over de bureaus lopen mierenpaadjes, zeker in de zomer. Meerdere malen per jaar komt een plaagdierverdelger langs – dat was al zo vóór de superkolonie werd ontmaskerd. Momenteel wordt het pand verbouwd, maar de overlast blijft. „De keet veranderde direct in een mierennest”, zegt een schaftende bouwvakker.
Ook buiten in de duinen zwaait de plaagmier de scepter. Op het Pieter Kuijtpad – vernoemd naar een Katwijkse helmplanter die in het geheim graven van gefusilleerde verzetslieden markeerde met helmgras – zijn de tegels plaatselijk verzakt. Tijdens de stille tocht op 4 mei zullen duizenden mensen hier wandelen naar de herdenkingsvlakte, waar kort voor 20.00 uur de Bourdonklok zal luiden. Nu is het fietspad vooral in trek bij toeristen. Drie Duitsers op elektrische fietsen roepen dat het gehobbel ‘nicht so angenehm’ is. „Tegen juni is het hier door de mieren één grote zandbak”, zegt bioloog Jinze Noordijk van insectenkenniscentrum EIS-Nederland. „Dan heb je meer aan een mountainbike.”
Vermoedelijk zijn de mieren hier terechtgekomen met illegaal gedumpt tuinafval, vertelt hij. Recent publiceerde hij met collega’s een rapport waarin de gevolgen voor het beschermde natuurgebied worden geschetst. Zowel bladluizen als sluipwespen blijken bijvoorbeeld in aantal toe te nemen: de luizen worden ‘gemolken’ door de mieren voor hun honingdauw en vervolgens van binnenuit leeggegeten door gretige wespenlarven.
Gevreesd werd dat de kolonie problemen zou opleveren voor drinkwaterbedrijf Dunea, omdat de filterende werking van de bodem erdoor zou afnemen. „Van mediterrane draaigatjes, ook een invasieve mierensoort, weten we dat ze tot 1,5 meter diep kunnen komen”, zegt Noordijk. „Maar bij de plaagmier valt het mee.”
Nog een lichtpuntje: de plaagmier heeft geen voorkeur voor elektronica. „Dat is bij andere mieren soms wel zo, omdat ze afkomen op warmte. En dat wil je natuurlijk niet op een plek waar communicatietechnologie zo essentieel is.” Voorlopig lijkt de Navo dus gered. Nu nog wachten op de top eind juni in Den Haag.
Gemma Venhuizen is biologieredacteur en doet elke woensdag ergens vanuit Nederland verslag.