Dolfinaria zijn niet meer van deze tijd. Maar hoe moet het met de orka’s en dolfijnen die er wonen?

Stel, je hebt een dolfinarium. Gevuld met zeezoogdieren die zijn opgegroeid in gevangenschap, niet in staat om te overleven in het wild. Het park, onderhevig aan felle maatschappelijk discussie over dierenwelzijn, moet sluiten.

Waar laat je dan de dieren?

Marineland, gevestigd aan de Franse Côte d’Azur, wordt momenteel met die vraag geconfronteerd. Het was ooit het grootste dolfinarium van Europa, maar sloot begin dit jaar de deuren. Na langdurig en hevig protest tegen het park geldt vanaf volgend jaar in Frankrijk een verbod op shows met walvisachtigen. In Marineland lieten ze orka’s onder meer synchroon uit het water springen, waarbij ze soms op hun rug moesten landen – voor de grootste plons.

Nu dat straks niet meer kan, denkt Marineland niet meer rendabel te kunnen zijn. Komende week worden alle medewerkers ontslagen. Maar met het sluiten van de deuren is voor de dieren het probleem niet opgelost: in het park zijn nog twee orka’s en twaalf dolfijnen en het is onduidelijk waar zij naar toe gaan.

Ondertussen klinkt de vraag of er een toekomst is voor dolfinaria steeds luider. Het antwoord hangt, zoals meestal bij vraagstukken rond wilde dieren in gevangenschap, af van aan wie je de vraag stelt. Gewapend met al dan niet wetenschappelijk onderbouwde argumenten wordt over dolfijnen, orka’s, zeeleeuwen en walrussen een verhitte discussie gevoerd.

Wat zijn de opties voor dolfinaria? Minder shows, meer educatie, geen publiek toelaten en daardoor geen inkomsten meer, een alternatieve opvang, uitzetten van de dieren, sluiten?

Moet het roer om?

Hoe kijkt Dolfinarium Harderwijk, het enige zeezoogdierenpark van Nederland, eigenlijk naar zijn toekomst? Deze open vraag kwam afgelopen week uit onverwachte hoek. Geen dierenrechtenorganisatie, niet de Partij voor de Dieren, maar de VVD vroeg zich af of dolfijnen nog wel in gevangenschap gehouden moeten worden. „Moet het roer om, en hoe dan?”, vroeg VVD-Kamerlid Thom van Campen.

Dolfijnen in gevangenschap *

De vragen volgden op de dwangsom die staatssecretaris Jean Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, BBB) het dierenpark begin vorige week oplegde gebaseerd op twintig overtredingen. Omdat de zeezoogdieren op beelden, aangeleverd door dierenwelzijnsorganisatie Bite Back, tijdens de voorstelling „onnatuurlijk gedrag” moesten vertonen, „zonder educatief doel”. Zo spoten walrussen verzorgers nat, moesten dolfijnen hun neus in de nek van hun trainer leggen bij wijze van knuffel en de zeeleeuwen zwaaien. Onnatuurlijk en puur ter vermaak van het publiek, oordeelde Rummenie. Het Dolfinarium heeft laten weten de shows ondertussen te hebben aangepast.

De „bredere maatschappelijke discussie over de toekomst van dolfijnen in menselijke zorg”, ontgaat Dolfinarium-directeur Alex Tiebot natuurlijk niet. Die gaat hij dan ook niet uit de weg, laat hij weten in een schriftelijke reactie. „Integendeel.” Hij ziet een toekomst voor het Dolfinarium, in elk geval in Nederland. „Niet als traditioneel showpark, zoals dertig jaar geleden, maar als een modern kenniscentrum waar educatie, dierenwelzijn en verwondering hand in hand gaan.”

Het huidige kabinet is ondanks de tik op de vingers van het Dolfinarium „van mening dat dierentuinen een belangrijke maatschappelijke taak hebben”, laat de woordvoerder van het ministerie van LVVN weten. „Op het gebied van dierenwelzijn, educatie en conservatie. Ook in de toekomst.” Wel zal de staatssecretaris „een onderzoek starten naar een mogelijk verbod op publieksinteracties in dierentuinen. De verwachting is dat het onderzoek begin volgend jaar is afgerond.”

‘Ingezet als clowns’

Uit onderzoek van Ipsos in 2021 blijkt dat 42 procent van de Nederlanders vindt „dat er in de toekomst geen dolfijnen meer gehouden moeten worden in dolfinaria in Nederland”. Dat is precies waar Raymond Olivers zich als coördinator Dolfinariumvrij Nederland, een campagne van Bite Back, voor inzet.

Bite Back filmde de dierenshows en overhandigde de beelden aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), dat de controle op dierentuinen uitvoert voor het ministerie, waarop de dwangsom van Rummenie volgde. „Zeezoogdieren worden ingezet als clowns”, zegt hij. „Als verdienmodel voor de bezoekers. Het is hartverscheurend”.

Daarbij zijn de bassins per definitie te klein. „Het gaat vaak over de dolfijnen, maar ook bij de zeeleeuwen is dat zo.” Op de site van Dolfinariumvrij staat: „Zelfs in de grootste dolfinaria ter wereld worden de dieren gehouden in nog geen 0,000001 procent van hun natuurlijke leefruimte.”

Orka’s in gevangenschap *

Maar volgens Dolfinarium-directeur Tiebot is het een „veel voorkomend misverstand dat meer ruimte automatisch beter dierenwelzijn betekent”. Het is „een multifactorieel concept”, waarbij „cognitieve stimulatie, sociale interactie, dagelijkse variatie en toegewijde verzorging” minstens zo belangrijk zijn als de ruimte die dieren hebben. Daarbij is het „merendeel van de dieren in het Dolfinarium geboren en kan niet terugkeren naar de natuur. Onze prioriteit is om ze de best mogelijke zorg te bieden.”

Dat Olivers voor sluiten is, wil niet zeggen dat hij voor uitzetten is. „Natuurlijk, wel de dieren waarvoor dat voor mogelijk is, maar het zou mooi zijn als de rest naar een gespecialiseerde opvang kan.” Hij verwijst naar de ‘sanctuaries op zee’; groot opgezette reservaten waar de dieren verzorgd worden, maar waar geen toegang is voor publiek. „Ze zijn dit aan het realiseren in Griekenland en Frankrijk en in Canada en IJsland zijn deze al in werking. Deze alternatieven moeten serieus genomen worden.”

Tiebot ziet ook dat er „veel gesproken wordt over reservaten als alternatief”. Die zijn ruimer, ja. Maar het gaat „nog steeds om een klein gedeelte van het natuurlijk leefgebied”. Maar „belangrijker nog”, stelt hij, „bestaan er fundamentele onzekerheden over de langdurige zorg”. Hij noemt de gezondheidsmonitoring, bescherming tegen milieufactoren en de „uitdagingen” van een open zeereservaat.

Een elegante oplossing

Aan de discussie over dolfinaria zitten overduidelijk filosofische kanten, zegt antropoloog Jet Bakels, die onderzoek doet naar de verhouding tussen mens en dier, en de manier waarop de mens het dier probeert te beschermen. „In wat voor wereld wil je leven? En wat voor leven wil je dieren daarin geven?” Het jammere is, vindt ze, dat die filosofische vraagstukken vaak beantwoord worden vanuit een onderbuikgevoel.

Ze hoort en ziet ook wel „dat wat dolfinaria betreft” het dierenwelzijn een probleem is. „Een groot probleem.” Maar zomaar roepen dat ze dan maar gesloten moeten worden? „Dat werkt niet.”

Walrussen in gevangenschap *

Zelfs als dieren langzaam geleerd wordt zichzelf te redden, zoals geprobeerd is bij Keiko, de orka bekend uit de film Free Willy (1993), pakt dat vaak niet goed uit. Jarenlang is Keiko in een baai in IJsland getraind om weer buiten te kunnen leven, in plaats van in een klein bassin. Daarbij werd hij ook meegenomen de zee op, om in contact te komen met orka’s – maar hij bleef gefocust op mensen.

De optie zoals aangedragen door Dolfinariumvrij Nederland, een ruimere opvang, „buiten beeld”, zou kunnen werken, schrijft hij. En dan maar „hopen dat ze zich verder niet voortplanten” en „ze goed woren verzorgd, tot het laatste exemplaar op leeftijd sterft”.

Er moet, zegt Bakels, nagedacht worden over een elegante oplossing. „Niet alleen eentje waarbij de mens een goed gevoel heeft over zichzelf, en soms juist ten koste kan gaan van het dierenwelzijn.”

Voor twee van de orka’s van Marineland, Wikie en Keijo, en een stel dolfijnen is een exportvergunning aangevraagd naar Loro Parque op Tenerife. Het park waar vijftien jaar geleden ook de ‘Nederlandse’ orka Morgan naartoe verhuisde. Zij werd ondervoed uit de Noordzee gehaald en sterkte aan in Harderwijk. Haar verhuizing naar Tenerife, die gepaard ging met grote maatschappelijke verontwaardiging omdat het betekende dat ze in gevangenschap zou blijven, „vond plaats onder de voorwaarde dat ze geen kunstjes zou doen en er niet met haar gefokt zou worden”, zegt Hester Bartels, van de Free Morgan Foundation.

Een trainer met een Californische zeeleeuw tijdens een show in Dolfinarium Harderwijk, in 2023.
Foto Bram Petraeus

Kees Camphuysen, onderzoeker bij het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, noemt juist sociale samenhang „essentieel” om in zee te kunnen overleven. Zeezoogdieren zónder die samenhang uitzetten is „hetzelfde als een kleuter het bos insturen met de aanmoediging: ga je moeder zoeken en onderweg vind je wel wat te eten. Kansloos.”

Begin deze maand is ze bevallen van een kalf. Het was haar vierde zwangerschap. Haar kalf Ula overleed in 2021 op tweejarige leeftijd, eerdere zwangerschappen eindigden in een stilgeboorte.

Anticonceptie voor dolfijnen

Bartels vreest dat als de orka’s uit Frankrijk naar Tenerife gaan, ze hetzelfde lot staat te wachten. „Loro Parque heeft aangegeven niet tegen fokken te zijn, omdat het natuurlijk gedrag is.” Dat er een bad verder dolfijnen zijn die aan de anticonceptie zitten, bevestigt haar angst dat de orka’s worden bezwangerd voor het geld. „Zodat ze verkocht kunnen worden aan China, waar ze wél kunstjes moeten doen.”

Dinsdag 15 april zullen alle verzorgers van Marineland ontslagen worden. Vrijdagochtend werd duidelijk dat de verhuizing van Wikie en Keijo naar Loro Parque niet doorgaat. Een Spaans wetenschappelijk onderzoeksbureau heeft het park ongeschikt bevonden. Marineland moet voor de dieren blijven zorgen, tot er een ander onderkomen voor ze is gevonden.